May-bloemen, gestrooyt voor d' E. bruydegom, Sr. Symon Zoutman, en sijn E. bruyt, juffr. Maria Hendrix Antwerpen. Vereenight den 23. van bloeymaant, in Gouda, 1666
(1666)–Anoniem May-bloemen, gestrooyt voor d' E. bruydegom, Sr. Symon Zoutman, en sijn E. bruyt, juffr. Maria Hendrix Antwerpen. Vereenight den 23. van bloeyma– AuteursrechtvrijStemme: Weest wellekom, etc.
DIe 't Huwelijk in Godt beleeft,
Geen noot van ramp noch ongeluk heeft,
Haar vreugt is sonder weêrga,
Haar kleenste wellust overtreft,
Al wat de aartsche roem verheft,
Met reên geeft elk haar eer, na
| |
[Folio A3v]
| |
Die d' Echt, Dan recht,
Wil beleeven,
Sal Godt geven,
Soo veel zeegen,
Als het vruchtbaar Landt den reegen.
II.
Wat soetigheyt kan een alleen
Genieten, wen het Duyfje geen
Gepaarde mach be-erven,
Soo suft, en treurt het dagh op dagh,
Doch als 't een weêrga krijgen magh,
Het wil van vreughde sterven.
Al 't geen, Alleen
Sit te suchten,
Baart geen vruchten,
| |
[Folio A4r]
| |
Die wat doogen,
Trouw is grooter van vermogen.
III.
Hierom Gehuwde doet gy best,
Dat gy een staat die herten quest,
Verwisselt voor een beter.
't Geen deugde teelt, en sonde slaat,
Sy uw gemeeten door de maat,
Van d' allerwijste Meeter;
Op dat, die Schat,
Die die geenen,
Die hier weenen,
Gy naar 't sterven,
Voor een Bruyloftsschat moogt erven.
J. Zoutman Jacobsz. |
|