De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Voys: De Groote Mochol.
BLoed hoe krijg ik nog een Meyd,
Die zo ik wil is bereyd,
Bloed hoe krijg ik nog een Meyd,
Die mijn Ziel verblijd,
Kom ik by Keetje of Francijn,
Of by Griet of lange Trijn,
Of by Klaasje,
Elk is baasje:
't Is ga voort van mijn.
'k Loop gestaag een Blauwe-scheen,
Bloemer-hert waar zal ik heen,
'k Loop gestaag een Blauwe-scheen,
Ach wist ik de reen,
'k Heb geen Boggel of hooge Rug,
Ik ben netter als een Plug,
Ia ik ben aardig,
Rap en vaardig,
En van alles vlug.
Ik praat als een Advocaat,
En zing niet als op de Maat,
Ik praat als een Advocaat,
En lief in 't gelaat,
Mijn Broek met Franje zit heel net,
Koussen, Schoenen heel abzet,
Na de moden,
Als de Goden,
Gaan 't op een Balet.
d' Kante-das met Pruyk en Hoed,
Ia al wat ik draag zit goed,
d' Kante-das met Pruyk en Hoed,
Staat gelijk een Poet,
't Is alles even net en fray,
De Meyd' zijn wel henkers tay,
Dat haar zinnen,
Niet beminnen,
Daar 'k haar streel en ay.
| |
[pagina 86]
| |
Mijn vijf zinnen zijn op hol,
En mijn Hoofd brand als een Tol,
Mijn vijf Zinnen zijn op hol
'k Word nog gek ja dol,
Zo ik geen Meyd bekooren kan,
Daar ik als een Etna bran,
Cupidootje
Minne-goodje,
Maakt van mijn een Man.
Eer dat ik in 't Water sluyp
Door 't verdriet mijn zelf verzuyp,
Eer dat ik in 't Water sluyp,
Door een Minne-stuyp,
Of eer ik mijn aan een touw
Ga verhangen, en dat zou
Gy verfoeyen,
En wis moeyen,
Daarom helpt mijn gouw.
|
|