De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Voys: Van kleyne Phlipje.
VRinden luystert eens na dit Lied,
Al wat dat 'er onlangs is geschied,
Van een Ionge Dogter wild dit verstaan,
Ons Tripje, en die zal trouwen gaan.
Ons Tripje die heefter gekregen zin,
Een Koeke-Bakker te trouwe met min,
Zy liet hem voelen al om de pret,
Daarom is zy geraakt met hem na Bed.
Ons Tripje die sprak tot hem zeer gou,
Gy zelder mijn geven terstond u Trouw,
Mijn Hartje mijn Bekje en maak me gezond,
Geeft mijn een kustje al voor mijn Mond.
Hy zey mijn Hertje en Liefje en Bruyd,
Gy zelter dan roepen al overluyd,
Ik zal koekjes bakken tot u vermaak,
Gy zultze uyt roepen dat gy aan Geld raakt,
Ia Kind ik zal roepen al overluyd,
Wie koopter nou elk al voor een duyt,
| |
[pagina 75]
| |
Ik zel zingen dan toe van kiekeboe,
Dat Liedje, dat Liedje, en word ik niet moe
Ik zing het Geld maakt malle Luy wijs,
Hoewel ik doe het me om die prijs:
Ik roep overluyd het stuk om een Duyt;
Koopt ellek een Koekje al van de Bruyd.
Al die met Tripje wil scheeren de gek,
Die geeftze terstond een lebbige bek:
Ia scheltze dan uyt, voor Schelm en Guyt,
Ons Tripje, ons Tripje die is de Bruyd.
Oorlof Dogters tot eener besluyt,
Ons Tripje, die is 'er geworden de Bruyd;
Zy liet haar sollen al om de pret,
Tot dat zy bennen geraakt na Bed.
|
|