De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Stem: Van de Haarlemmerdijk.
DAt elk zijn Vuurtje wel bewaard,
En doet zijn Kaarsje uyt,
En sluyt zijn Deurtje met een vaard,
Dat hem geen Dief en bruyd,
Gaat dan gerustelijk na het Bed,
Het slapen maakt de Menschen vet,
Wy dragen Ratel,
Zwaard en Stok,
Tien uuren slaat de Klok.
Wy zijn tot uwen dienst bereyd,
In onze Amstel-stad,
En hen genegen aller-tijd,
Zo gy eenig onraad had,
Wy zijn der datelijk by,
En stutten
| |
[pagina 71]
| |
alle Muytery,
Met onze Ratel,
Zwaard en Stok,
Tien uuren slaat de Klok.
Al schoon het Dondert wayt of vriest,
Wy toonen onze pligt,
Terwijl men dan geen roem verliest,
Al zijn de Huysen digt,
Al scheynd de Maan niet by de Nagt,
Nog loopt Monsieur de Ratel-wagt
En draagt zijn Ratel,
Zwaard en Stok,
Tien uuren slaat de Klok.
De Krijg roemt op een Oorlogs-man,
De Zee een goed Matroos,
Een Dronkaard op een volle Kan,
Nog roemen wy altoos,
Op onze dienst en trouwe baan,
Terwijl wy dikmaals moeten gaan,
Voorzien met Ratel,
Zwaard en Stok,
Tien uuren slaat de Klok.
Dat wy dan zamen eens om 't Iaar,
Voor onze trouwe pligt,
Op-offeren aan den Amstelaar,
Een Nieuwe-jaars-gedigt,
Gy neemt ons dat niet kwalijk want
Wy waaken steeds voor Volk en Land,
Met onze Ratel, Zwaard en Stok,
Tien uuren slaat de Klok.
Den Hemel spaard de Burgery,
En Heeren al te zaam,
In Gijsbrechts-stad daar 't Scheeprijk Y,
Behaald veel lof en faam,
Op dat wy blyven menig Keer,
Voor yders dienst in 't geweer,
Met onze Ratel, Zwaard en Stok,
Tien uuren slaat de Klok.
|
|