De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
[pagina 59]
| |
Voys: Van kleyn Phlipje, &c.
HOord Vrinden wat dat 'er voorwaar is geschied,
Dat zal ik voort brengen en zingen in 't Lied,
Hoe dat een Madaam,
Van Naam end' Faam,
Van een onegt Kindje, moest zy in de Kraam.
Zy heeft van de Zomer wat veel gepleyzierd,
By Dag ende Nagt met Ionkmans gezwierd,
Zy ging op den tril,
Met al die maar wil,
Tot zy heeft gekregen het loot in haar Bil.
Als zy 'er moest Baren het Kindje gou,
Dat was in de Winter in 't felst van de kou,
Zo menig Sinjoor,
Die met haar te voor,
Wel hadden gewandelt die meyden haar nou.
Toen moest zy bescharen haar Kindere-goed,
Van Luyers en Sluyers en Zwagtels met spoed,
Van Suyker en Kruyd
Door Pap en Beschuyt,
Tot alles te koopen had zy der geen duyt.
Toen heeft deze Ionge Iuffrouw met kragt,
Haar Goed in de Bank van Lening gebragt;
Haar Rok en Samaar,
Haar Kuysen Slabaar
Kreeg Ian-Oom tot pand en 't Geld gaf hy haar.
In 't koust van de Winter kwam zy in de kraam,
Zy Baarde een Kindje zeer net en bekwaam,
Na veertien daag tijd,
Zo gaat zy subijt,
En maakten haar weder het Kindetje kwijt.
| |
[pagina 60]
| |
Zy wist er geen raad om te voeden het Kind,
Hoord wat deze Kraam-vrouw toen heeft verzind,
Zy won het kleyn bloed,
Van 't Hoofd tot de Voet,
Gelijk men een Bondeltje Kleeren wel doet.
Zy is voort na d' Bank van Lening gaan spoen,
Een Pantje te lossen met alle fatzoen,
Ian-Oom gaf haar goed;
Maar 't Bondeltje zoet,
Dat liet zy daar blyven en liep met 'er spoed.
Zy dagt nu heb ik een Pandje gelost,
En 't Kindje dat gaat 'er by Ian-Oom te kost,
Nu ben ick certeyn,
Weer zuyver Maagt reyn:
Ik ben der ontslagen van 't Kindetje kleyn,
Hy dagt dat Pantje dat hoord' er aan mijn
Als hy het ontwind,
Doen zag hy gezwind,
En vond 'er van binnen een levendig Kind.
Gy Iuffertjes die der een Pandje vergaard,
Zo brengt het by Ian-Oom die het dan bewaard,
Gy blijft ongekweld,
Als gy het besteld,
Het krijgt 'er de kost en 't verstaater geen Geld.
|
|