94. 't Hooftdeel van de Vijg, begrijpende acht regels, te Mecha geschreven.
IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. Ik zweer by de Vijgen en Olyven, by de berg Sinaï, en by de zekerheit en vryheit, die in deze stat (Mecha) is, dat wy de mensch met evenredigheit geschapen hebben. Wy hebben hem daar na verachtelijk gemaakt, uitgezondert de ware gelovigen, die goede werken doen, en een onëindige vergelding zullen ontfangen. Wyders, ô boze, wie doet u de wet lasteren? Is God niet de Rechter der rechters?