90. 't Hooftdeel van de Zon, begrijpende vijftien regels, te Mecha geschreven.
IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. Ik zweer by de Zon, en haar licht, by de Maan, en haar klaarheit, by 't vuur, en zijn oprijzing, by de nacht, en zijn duisterheit, by de hemel, en zijn starren, by d'aarde en haar velden, by de schepping van de ziel, en by de kennis der deucht, en der zonde, dat de geen, die van zijn zonden gereinigt is, zalig zal zijn, en dat de geen, die zich in de zonde verontreinigt, rampzalig zal wezen. De lieden van Temod verloghenden hun Profeet, uit oorzaak van hun hardnekkigheit: maar zeker, zy zijn daar over gestraft. Gods Apostel en Profeet zeide tot hen: Ziet daar Gods kameel; laat hem drinken. Zy spotten met hem, en doodden deze kameel. God heeft hen strengelijk gestraft. Hy heeft zijn straffingen tegen hen niet gespaart.