schappen ook liederen in de volkstaal hebben geklonken, is voor deze opname gekozen voor gezangen in het Latijn. De Latijnse tekst is, met de vertaling ernaast, opgenomen in het cd-boekje. Hierin staat ook een - helaas te kort - voorwoord, waarin musicologe en Moderne-Devotiespecialiste Ulrike Hascher-Burger de keuze van de liederen toelicht. Op de cd staat tot nu toe onbekend repertoire afkomstig uit verschillende vijftiende- tot zeventiende-eeuwse bronnen. Voor wie zich verbaast over de late eindstreep: de Reformatie riep dan wel halt toe aan de Moderne Devotie, schrijft Hascher-Burger, toch heeft de beweging daarna ook doorwerking gekend. Een muzikaal voorbeeld hiervan is de Franciscus-sequens Fregit victor virtualis uit het vroeg zeventiende-eeuwse handschrift Nijmegen, Universiteitsbibliotheek, ms. 402. Deze sequens, track 10, is opgesteld in dialoogvorm en werd uitgevoerd tijdens de paasochtendmis. De dialoog is een ondervraging van Franciscus over de kruisdood van Christus (‘Zeg ons Franciscus, wat gij aan het kruis gezien hebt.’), waarin Franciscus naar voren komt als een voorbeeld voor wereldverzakers die net als hij probeerden te gloeien van liefde voor de zoete Jezus. De zeventiende-eeuwse compositie gaat terug op werken uit de vijftiende eeuw uit de kring van de Moderne Devotie en is daarmee een mooi voorbeeld van de lange doorwerking van deze religieuze stroming.
De andere bronnen waar Ensemble Cercamon uit heeft geput, dateren van eerder dan de zeventiende eeuw. Het vijftiende-eeuwse handschrift Utrecht, Universiteitsbibliotheek, 16 H 34 heeft de meeste liederen geleverd. Hieruit zijn bijvoorbeeld de responsories Te sanctum dominum en Sint lumbi vestri precinti en de antifonen O dee virtutum custos en O stupor et gaudium opgenomen. Het persoonlijke en meditatieve karakter van de muziek van de Moderne Devotie komt het best tot uiting in het gezang Ubi est modo iesus, waarin het gedachtegoed van Thomas à Kempis is verwerkt. Dit gezang, afkomstig uit een laat vijftiende-eeuws handschrift, gaat over verinnerlijking en past daardoor mooi bij de manier van zingen van Ensemble Cercamon. De zangeressen hebben namelijk de liederen verinnerlijkt door ze te memoreren en uit het hoofd ten gehore te brengen. Door deze aanpak en door de afwezigheid van instrumenten en onnodige verfraaiingen, komt de eenvoud van de muziek van de Moderne Devotie op deze cd goed tot zijn recht.
Tot slot nog een woord over de zangeressen. Ensemble Cercamon is als vrouwenschola sinds 1988 actief op het gebied van middeleeuwse religieuze muziek. Het ensemble bracht eerder een cd uit met gezangen uit Zutphen en Deventer (1994) en maakte in 1998 een cd met muziek van Hildegard van Bingen. Op de hier besproken in 2005 uitgebrachte derde cd, zijn tien zangeressen te horen. Niet alle liederen klinken in volle bezetting, soms is de samenstelling kleiner. Voor de eenvoudigste liederen is zelfs gekozen voor solisten, vooral wanneer de muziek syllabisch is, dat wil zeggen een toonzet-