[Nummer 4]
Eeuwig gaat voor ogenblik
Tijd en de Middeleeuwen
‘Wat is de tijd? Wie zou dat gemakkelijk en kort uit kunnen leggen? Wie zou het zo begrijpen, dat hij er zelfs maar in zijn denken een woord over kon voortbrengen? En toch: wat vermelden we in ons spreken als een vertrouwder en bekender iets dan de tijd? En bij dat spreken erover, begrijpen we het ook ongetwijfeld, en we begrijpen het ook als we er een ander over horen praten’.
Deze woorden, afkomstig uit Augustinus' Confessiones, hebben door de eeuwen heen nauwelijks iets van hun geldigheid verloren. Doorgaans beleven we de tijd als iets vanzelfsprekends, maar zodra we er wat dieper over nadenken, verandert dat snel. Net zoals Augustinus hebben ook de tien auteurs die aan dit themanummer een bijdrage hebben geleverd, geprobeerd om vat te krijgen op het complexe fenomeen van de tijd. Dat heeft ervoor gezorgd dat tijd, tijdsbegrip en tijdsbeleving in deze aflevering van Madoc worden belicht vanuit diverse invalshoeken zoals de historiografie, de codicologie, de letterkunde, de mentaliteitsgeschiedenis maar ook - onder veel meer - de tijdrekenkunde en de techniek.
Wie de tijd neemt om deze bijdragen te lezen, zal het al gauw opvallen dat de tijdsbeleving van de Middeleeuwen zowel grote verschillen als sterke overeenkomsten met het heden te zien geeft. Om alvast twee voorbeelden te geven: de middeleeuwers kenden andere dateringsgebruiken dan wij tegenwoordig, maar ook eeuwen geleden was men vaak druk en kwamen velen tijd tekort.
De redactie van Madoc hoopt erin geslaagd te zijn om het verschijnsel van de tijd in de Middeleeuwen op een aantrekkelijke manier voor het voetlicht te brengen. Met een knipoog naar Vondel realiseren we ons natuurlijk dat de hier gepresenteerde kennis weliswaar nuttig is, maar slechts hogere, meer tijdloze doelen dienen kan. Eeuwig gaat voor ogenblik.
Redactie Madoc