Column
In de lucht
Soms is de ontmoeting tussen heden en verleden wat onthutsend. In het noorden van het Griekse vasteland, bij het plaatsje Kalambaka, ligt een bijzonder gebergte met de naam Meteora, waar mens en natuur samen een opvallend monument hebben gecreëerd. Onherbergzame steile rotspunten rijzen hier omhoog tot de hemel. Wie goed kijkt, ziet dat overal in die rotsen grotten zijn gehouwen en dat op vrijwel iedere top een bouwwerk balanceert. Het gebergte diende waarschijnlijk vanaf de tiende eeuw als toevluchtsoord voor monniken en kluizenaars die in devotie de wereld de rug wilden toekeren. Bovenop de rotsen en in de grotten zonderden zij zich hier af van de mensheid om dichter bij God te komen - letterlijk en figuurlijk. Dat dichter bij God komen, het bereiken van de Heilige Geest, was de belangrijkste doelstelling van het Grieks orthodoxe monnikendom, dat op deze plaats tot volle bloei kwam. Steeds meer monniken gingen hun zondige lichaam tuchtigen door omhoog te zwoegen, het gebergte in, om daar maanden achtereen in verlatenheid door te brengen in de grotten en in kleine cellen, verzonken in gebed en meditatie.
In de twaalfde eeuw waren de rotsen inmiddels bezaaid geraakt met monniken en kluizenaars van allerlei slag, op zoek naar de eenzaamheid. Op iedere kleine piek zat er wel één. Een systematische organisatie van al die losse lieden en splintergroepjes begon. Maar het gereguleerde kloosterleven kwam pas echt goed op gang toen in 1344 een monnik van de berg Athos, Athanasios genaamd, de tocht naar het gebergte ondernam. Hij stichtte het eerste officiële klooster op de rots die het laagland domineert, 413 meter boven Kalambaka uittorenend en 613 meter boven zeeniveau. Athanasios noemde zijn rots ‘Meteora’, wat ‘in de lucht’ betekent. Athanasios en zijn monniken dachten in het klooster op de rots een vredige plek tussen hemel en aarde te hebben gevonden. Tegenwoordig draagt het hele gebergte nog steeds die naam, Meteora. Daar, in de lucht, bleven monniken de afzondering en de stilte opzoeken. Het contact met de buitenwereld aan de voet van het gebergte was minimaal. De belangrijkste levensbehoeften werden in een groot net naar boven getakeld - evenals af en toe een enkele monnik.
Athanasios had een trend ingezet en in de loop der eeuwen verrezen op de rotspunten van het Meteoragebergte 24 kloosters. Zes daarvan zijn ook vandaag de dag nog in gebruik. Ze staan open voor pelgrims, die vooral verschijnen in de vorm van steeds grotere stromen toeristen. Een bus brengt hen een stukje de bergen in, maar de steile klim naar de kloosters moeten zij te voet ondernemen. Anders dan op Athos, die andere berg waar het Grieks orthodoxe kloosterdom zo'n grote vlucht nam, zijn vrouwelijke bezoekers in de kloosters van het Me-