Madoc. Jaargang 2003
(2003)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| ||||||||
[Nummer 3]• Ludo Jongen
| ||||||||
[pagina 131]
| ||||||||
Wat stond de hertog te doen?Deze novelle is in het Middelnederlands twee keer ‘vertaald’.Ga naar eindnoot1 Het verhaal werd volledig overgeleverd in het beroemde handschrift-Van Hulthem.Ga naar eindnoot2 Van een tweede Middelnederlandse versie resten in totaal nog slechts 501 verzen. Deze zogenaamde Gentse fragmenten volgen de Franse tekst slaafs.Ga naar eindnoot3 Er komt echter een hoogst merkwaardige passage in voor. Zodra de hertog het liefje van de ridder aan haar stem herkend heeft, weet hij dat zijn echtgenote hem iets op de mouw heeft gespeld. De Franse tekst vervolgt met:
Illoeques s'est ensi tenu
Toute la nuit, endementiers
Que la dame et li cevaliers
Dedens la chambre en .i. lit furent,
Qui sans dormir ensanle jurent,
A tel joie et a tel deport
Qu'il n'est raisons que nus recort (428-434)
[Daar is hij (de hertog) de hele nacht gebleven. Ondertussen lagen de dame en de ridder in de kamer in een bed en ze beleefden zonder te slapen samen zo'n pret en plezier dat het geen pas geeft dat iemand daarover vertelt]
Het Gentse fragment heeft bijna hetzelfde:
Daer staet hem dhertoge ende crauwet
Met groter genouchte al die nacht.
Entie gelieve, wel bedacht,
Alde nacht te gader lagen,
Sonder slapen, tote het ghinc dagen,
Met sulker merechte, met sulken spele,
Dat redene geift dat ict heile. (225-231)
[De hertog staat daar (...) heel de nacht. En de gelieven liggen innig tevreden heel de nacht met zoveel pret en plezier bij elkaar, zonder te slapen tot aan de dageraad. Het is gepast dat ik daarover zwijg.]
Vergelijking van het Oudfrans met het Middelnederlands leert dat in het Gentse fragment ‘ende crauwet Met groter genouchte’ is toegevoegd. De vraag is: wat staat de hertog daar te doen? Wat betekent ‘crauwet’? Volgens Verdams Middelnederlandsch woordenboek (3, 2067-2068) betekent het werkwoord crauwen ‘krabben’. In combinatie met het voorzetsel ‘met’ zou crauwen ‘strelen’ betekenen. Verdam haalt de geciteerde verzen 225-226 aan en voegt als vertaling toe: ‘hij heeft den geheelen nacht een streelend, een aangenaam gevoel’. In zijn studie over de zestiende-eeuwse prozabewerking van De burggravin van Vergi bespreekt Resoort de episode van het nachtelijke uitstapje van de hertog. Daarbij citeert hij ook de verzen 192-194 uit het Gentse fragment:
Tote bider camere; daer hilt hi stille,
Ende decte hem na sinen wille,
So hi best mochte, onder enen bome.
| ||||||||
[pagina 132]
| ||||||||
Afb. 1. De hertog bespiedt de ontmoeting van de burggravin en de ridder. Miniatuur uit een handschrift van La chastelaine de Vergi (Parijs, Bibliothèque Nationale de France, nouv. acq. fr. 4531, f. 88r). Uit: B. Schmolke-Hasselmann ‘La Chastelaine de Vergi auf Pariser Elfenbein-Kästchen des 14. Jahrhunderts. Zum Problem der Interpretation literarischer Texte anhand von Bildzeugnissen,’ Romanistisches Jahrbuch 27, (1976), afb. 7.
[(De hertog volgde) tot bij de kamer. Daar bleef hij staan en verborg zich zo goed mogelijk achter een boom]
Op grond hiervan meent Resoort: ‘Hoewel, als gezegd, nergens staat dat hij in het bewuste vertrek van het kasteel naar binnen kan kijken, is dit mogelijk toch bedoeld geweest.’ En daarom concludeert hij dat Verdams vertaling van de verzen 225-226 ‘te passief en te verhullend [is]. Deze mededeling moet actiever en concreter worden geïnterpreteerd als een aanduiding van masturbatie.’Ga naar eindnoot4 Naar mijn mening moeten hier twee zaken onderscheiden worden, namelijk gluren en zinnenprikkelende activiteiten. | ||||||||
Zinnenprikkelende lectuurIn 1964 wist Jan Cremer met zijn Ik, Jan Cremer heel Nederland het hoofd op hol te brengen door de openhartige beschrijvingen van de seksuele hoogstandjes van de ik-figuur.Ga naar eindnoot5 Zo'n veertig jaar later wordt niemand nog koud of warm over de mogelijkheden van een banaan in Godin van de jacht van Heleen van Royen. Nu leidt het voor mij geen twijfel dat mannen en vrouwen in de Middeleeuwen seksueel opgewonden kunnen zijn geraakt door het kijken naar (afbeeldingen van) naakte personen en/of door fantasieën. Heilige abten als Antonius en Benedictus werden regelmatig gekweld door vleselijke lusten. | ||||||||
[pagina 133]
| ||||||||
Hoogstwaarschijnlijk hadden deze asceten natte dromen. En dat kon natuurlijk niet. Net zo min als masturbatie.Ga naar eindnoot6 Ik vraag me echter af of literaire teksten bedoeld waren om de zinnen te prikkelen. Uiteraard wordt er in hoofse riderromans wat afgevreeën. Van Lancelot en Guinevere, Tristan en Isolde, Floris en Blancefloer weet iedereen dat ze het doen, met elkaar.Ga naar eindnoot7 Maar steeds trekken de auctoriële vertellers zich terug uit de slaapkamer, ver vóór het moment suprème. De verhaaldraad wordt eerst de volgende ochtend weer opgepakt. Zelfs in Chrétien de Troyes' eersteling, Erec et Enide, komt geen enkele seksscène voor. De hoofdpersonen brengen aanvankelijk weliswaar het grootste deel van de tijd tussen de klamme lappen door, maar wat ze uitspoken laat Chrétien over aan de fantasie van zijn publiek: Erec was nu zo verliefd op haar dat hij niet meer maalde om wapenfeiten, en niet meer naar tournooien ging. Daar had hij geen zin meer in: hij ging liever zijn vrouw het hof maken; hij maakte van haar zijn vriendin en zijn maîtresse. Zijn hart en zinnen waren erop gespitst haar te omhelzen en te kussen: ander vermaak wilde hij niet.Ga naar eindnoot8 Uiteraard wist men in de Middeleeuwen heel goed waar Abraham de mosterd haalde. In Oudfranse fabliaus en Middelnederlandse boerden wordt dikwijls een weinig verhullende taal gehanteerd.Ga naar eindnoot9 | ||||||||
GlurenEen andere vraag is of de hertog zich inderdaad manueel staat te bevredigen terwijl hij de ridder en de burggravin aan het werk ziet. Met andere woorden staat de hertog te gluren en hebben we hier te maken met een middeleeuwse peepshow? ‘Gluren’ heeft heden ten dage een negatieve connotatie. Het betekent zoiets als ‘stiekem kijken naar naakte mannen en/of vrouwen ten einde seksueel opgewonden te raken’. Zoals hierboven reeds is opgemerkt komen in middeleeuwse teksten geen expliciet beschreven seksscènes voor: de vertellers trekken zich discreet terug. Maar vaak wordt zo'n vrijpartij gadegeslagen door een personage. Zo bijvoorbeeld in de Middelnederlandse Roman van Walewein. Als Walewein in de martelkamer door Ysabele onder handen wordt genomen, worden ze bespied door een ridder:
Hi was vreet, fel ende stuer.
Subtilike haddi in den muer
Gemaect een gat daer hi sach
Die feeste die te drivene plach
Mijn here Walewein ende die fiere
Jeghen die maget goedertiere.
Hi sach se te meneger stont
Die joncfrouwe cussen an haren mont
Ende helsen na der minnen spele.
Dit was so dicken ende so vele
Dat die felle rudder wreet
Totten coninc liep gereet (vs. 7991-8002)
[Hij was boosaardig, meedogenloos en verbitterd. Behendig had hij een gat in | ||||||||
[pagina 134]
| ||||||||
Afb. 2. Achterkant van een ivoren kistje uit Parijs, 1320-1340 (New York, Metropolitan Museum, 17.190.177) met scènes uit het verhaal van La chastelaine de Vergi; op het tweede compartiment van links bespiedt de hertog de ontmoeting van de geliefden. Uit: Images in Ivory. Precious Objects of the Gothic Age, tentoonstellingscatalogus Detroit Institute of Arts, 1997, no. 63.
de muur gemaakt waardoor hij kon kijken naar het plezier dat heer Walewein de Dappere beleefde met de hoofse maagd. Hij zag hem de jonkvrouw vele malen op de mond kussen en haar omhelzen zoals gelieven plegen doen. Dit gebeurde zo vaak dat de boosaardige, meedogenloze ridder onmiddellijk naar de koning liep.]
Hier is geen sprake van ‘gluren’ met een seksuele lading, maar gaat het om bespieden. Ook bijvoorbeeld koning Mark en Agravain proberen respectievelijk Tristan en Isolde en Lancelot en Guinevere te betrappen.Ga naar eindnoot10 Het lijkt me daarom volstrekt onwaarschijnlijk dat de hertog zich staat af te trekken. In alle versies (dus ook de Gentse) herkent de hertog de burggravin aan haar stem: het is zijn nichtje. De ridder heeft de waarheid gesproken: de burggravin is zijn vriendinnetje. Dat het paar vervolgens het bed in duikt, zal voor iedereen (zowel voor de hertog als voor het luisterende of lezende publiek) geen verrassing zijn. De hertog had huiswaarts kunnen keren: hij wist wat hij weten moest en had er verder niks meer te zoeken. Waarom blijft hij dan? De Borchgravinne van Vergi is een tekst opgebouwd uit dialogen verbonden door vertellerscommentaar. De hertog moet de ridder duidelijk maken dat hij hem gelooft. Dat kan pas na het nachtelijk samenzijn. De eerstvolgende dialoog vindt plaats tussen de ridder en de hertog, als ze op weg zijn naar huis: de hertog verzekert de ridder dat wat hem betreft de kous af is. Maar waar was de hertog 's nachts nou mee bezig? Wellicht moeten we cnauwet in plaats van crauwet lezen. Het transitieve werkwoord cnauwen betekent ‘knagen’ of ‘knabbelen’. Overdrachtelijk heeft het de betekenis van ‘overdenken, overpeinzen’ (MNW 3,1617-1618). De verzen 225-226 kunnen dan als volgt | ||||||||
[pagina 135]
| ||||||||
vertaald worden: met instemming (nl. dat hij de ridder ten onrechte verdacht heeft, c.q. de hertogin gelogen heeft) overdenkt de hertog dat daar gedurende de nacht. | ||||||||
De twee insignesIn de jaren zeventig van de vorige eeuw werden grote hoeveelheden middeleeuwse insignes in de Hollandse en Zeeuwse modder gevonden.Ga naar eindnoot11 Op twee daarvan bespiedt een man achter een boom een copulerend paartje onder een andere boom. Tussen hen in staat een hond met zijn kop boven (of in) een emmer of vat. Boven het vrijend paartje hangt een banderol met het woord ‘AMOURS’. Op de banderol zit een vogel. Beide insignes zijn van een lood-tin legering en worden gedateerd tussen 1375 en 1425. Het ene insigne werd gevonden in Dordrecht en is compleet; het andere dook in het Zeeuwse Nieuwlande op, is in spiegelbeeld en het vogeltje ontbreekt. Koldeweij heeft gesuggereerd dat dit insigne een uitbeelding van het verhaal van La chastelaine de Vergi zou zijn.Ga naar eindnoot12 Gerritsen neemt die suggestie schoorvoetend over en voert de crauwet-verzen uit het Gentse fragment op als extra bewijs.Ga naar eindnoot13 Nog afgezien van de hierboven geopperde emendatie van crauwet in cnauwet komt het me voor dat de afbeelding op de insignes iets anders voorstelt. Er is mij één middeleeuws verhaal bekend waarin een man een vrijend paartje bespiedt. Het betreft Cele qui se fist foutre sur la fosse de son mari [Over de vrouw die zich liet naaien op het graf van haar man]. In deze fabliau beroemt een knecht zich niet alleen op zijn verleidingstechnieken (tegenover zijn heer), maar ook op zijn buitengewone seksuele prestaties (tegenover een diepbedroefde weduwe). Een samenvatting: na de begrafenis weigert de weduwe het graf van haar man te verlaten, omdat ze geen zin meer heeft om verder te leven. Een toevallig passerende ridder en zijn knecht zien de treurende vrouw op het kerkhof zitten. De knecht beweert dat hij haar in een mum van tijd zal weten te naaien. Zijn heer verbergt zich achter een boom met ruim zicht op het kerkhof. De knecht benadert de weduwe: - ‘Lieve zuster, moge God u behoeden!’ | ||||||||
[pagina 136]
| ||||||||
Afb. 3. Insigne uit 1375-1425, gevonden te Dordrecht (Inv. 1792). Uit: H.J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij, D. Kicken, Heilig en profaan 2. 1200 laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties (Rotterdam Papers 12) (Cothen 2000), afb. 610.
Afb. 4. Insigne uit 1375-1425, gevonden te Nieuwlande (Inv. 0954). Uit: Heilig en profaan 2, afb. 611 (zie bijschrift afb. 3).
De knecht geeft de weduwe daarop een grote beurt. Ofschoon zijn heer toekijkt, raakt die in het geheel niet opgewonden: in tegendeel, hij komt bijna niet bij van het lachen. Deze anonieme fabliau is in zes handschriften overgeleverd. Omdat de actie wordt gesitueerd in Vlaanderen, lijkt een Noord-Franse herkomst voor de hand te liggen. Hoe dan ook, het verhaal is in de Lage Landen bekend geweest. Immers, de fabliau is een schunnige bewerking van een klassiek verhaal dat bekend staat onder de naam ‘De weduwe van Ephese’. In de versie die de Romeinse dichter Petronius (eerste eeuw na Christus) in zijn Gastmaal van Trimalchio opnam, gaat een soldaat die de lijken van enkele gekruisigde misdadigers moet bewaken, de weduwe troosten. Nadat hij haar verleid heeft, komt hij tot de ontdekking dat een van de lijken gestolen is. Omdat dat hem de kop kan kosten, stelt de weduwe het lichaam van haar man ter beschikking: ze wil na haar echtgenoot niet ook nog haar kersverse minnaar kwijtraken.Ga naar eindnoot15 Het verhaal was in de Middeleeuwen wijd verbreid en is verschillende malen in het Middelnederlands overgeleverd.Ga naar eindnoot16 Nu komt er in geen van de versies van dit klassieke verhaal een hond of vogel voor. De hond symboliseert gewoonlijk de (echtelijke) trouw; op de twee insignes zou de hond erop kunnen duiden dat de weduwe de nagedachtenis aan haar overleden echtgenoot levend wenst te houden. De vogel die op het Dordtse insigne boven het ‘spandoek’ met ‘AMOURS’ zit, staat symbool voor de liefde: het werkwoord ‘vogelen’ voor ‘copuleren’ komt al in het Middelnederlands voor.Ga naar eindnoot17 In de fabliau-versie van ‘De weduwe van Ephese’ offert de vrouw de huwelijkstrouw (een hond) op aan lichamelijke liefde (een vogel) in de hoop te sterven. Blijft over de emmer, teil of ton waaruit de hond op het Nieuwlandse insigne staat te lebberen.Ga naar eindnoot18 Zou het een seksueel symbool zijn?Ga naar eindnoot19 | ||||||||
[pagina 138]
| ||||||||
Bibliografie
|
|