Franse troon kracht bijzette door Frankrijk binnen te vallen en daarmee de Honderdjarige Oorlog te beginnen. Een lidmaatschap van de Orde van de Kousenband gold als de hoogst mogelijke eer, voorbehouden aan lieden die hun trouw aan het koningshuis hadden bewezen en blijk hadden gegeven van ridderlijke waardigheid. De eerste vijfentwintig leden hadden allemaal hun sporen verdiend in de Franse campagnes.
Honi Soit Qui Mal Y Pense is ook de titel van een cd, die bijna zeven eeuwen na de Orde van de Kousenband het levenslicht zag. Het schijfje bevat werken die met name verband houden met de regeringsperiode van Edward. Het is allemaal muziek afkomstig uit de koninklijke privé-kapellen, waarbij kapel zowel staat voor het gebouw als voor de eraan verbonden groep geestelijken. Edward en zijn opvolgers beschikten over drie van dergelijke hofkapellen, waarin door ‘professionele’ musici dagelijks de getijden werden onderhouden en indien gewenst ook bijzondere diensten konden worden gevierd. De meest vooraanstaande was de koninklijke huiskapel van Windsor - niet toevallig ook de plek waar de ridders van de orde samenkwamen. Door de binding met het koninklijk huis, maar ook door de kwaliteiten van de musici, waren de kapellen prestigieuze instellingen, die muzikaal de toon zetten in het Engeland van de veertiende eeuw.
Het mag dan ook ietwat bevreemden dat van de uitgevoerde muziek op schrift niet veel bewaard is gebleven. De reden daarvoor mag volgens het zeer instructieve boekje bij de cd worden gezocht in de praktische aard van de Engelsen. Als bepaalde muziek in onbruik raakte, gebruikte men het perkament liever opnieuw dan dat men het bewaarde. Toch is met enig speurwerk hier en daar nog wel wat te vinden. Het zijn deze restanten waaruit door het Franse ensemble Diabolus in Musica is geput voor de verzameling vroeg polyfone werken die op de cd is terug te vinden. Niet zomaar overigens. Het ensemble heeft zich tot taak gesteld om middeleeuwse muziek die niet of nauwelijks wordt uitgevoerd, een nieuw leven te geven en dat op historisch zo verantwoord mogelijke wijze te doen. De keuzes voor de manier waarop de uitvoeringen gestalte hebben gekregen, worden in het boekje dan ook uitvoerig beschreven en er is zelfs een noot te vinden die verwijst naar een onderzoek over de door het ensemble gebruikte uitspraak van middeleeuws Latijn.
Voor hen die een dergelijke nauwgezetheid niet een eerste criterium vinden voor een goede cd, biedt de schijf andere aantrekkelijke elementen. Zo zijn de stemmen van het uit zes heren bestaande ensemble van een grote zuiverheid. Ongekunsteld en helder worden de verschillende muzikale lijnen neergezet en uitgebouwd. Op geen enkel moment voeren de stemmen een voor de luisteraar onaangename strijd om de boventoon en in de tamelijk schaarse momenten dat er gregoriaans wordt gezongen, is de samenklank zelfs ronduit indrukwekkend te noemen. De muziek wordt met veel waardigheid uitgevoerd en is door de technische ploeg duidelijk met veel liefde voor zowel de uitvoerenden als de luisteraar vastgelegd en afgewerkt. Het boekje bij de opname is, zoals reeds opgemerkt, zeer instructief en biedt naast een uitgebreide historische context en een muzikale verantwoording ook de gezongen teksten in het Latijn, Frans en Engels. Het bevat bovendien een aantal afbeeldingen van de muzikanten waar-