Madoc. Jaargang 2002
(2002)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 194]
| ||||||||||||
[Nummer 4]● Geert van Iersel
| ||||||||||||
● AchtergrondGawain speelt zijn eerste rol van enige omvang in de Historia Regum Britanniae (circa 1136) van Galfridus Monemutensis, beter bekend als Geoffrey van Monmouth.Ga naar eindnoot2. Geoffreys ‘Gualguanus’ staat in vele opzichten nog dicht bij de heroïsche helden van de Oudfranse Chansons de geste. Hij is een dappere en trotse krijger, die zijn oom Arthur goede diensten bewijst in diens oorlog tegen Rome. In de eerste bewerking van de Historia in de volkstaal, de Oudfranse Roman de Brut (circa 1155) van Wace, is Gawain niet alleen een strijdvaardig ridder maar krijgt hij ook een liefde voor de geneugten van het hof toegedicht. In een korte monoloog looft Gawain de zegeningen van de vrede:Ga naar eindnoot3.
Bone est la pais emprés la guerre,
Plus bele e mieldre en est la terre;
Mult sunt bones les gaberies
E bones sunt les drueries.
Pur amistié e pur amies
Funt chevaliers chevaleries.
Het is goed wanneer er vrede is na tijden van oorlog,
Het land wordt er mooier en beter van;
Grappen zijn leuk om te maken
En hofmakerij is een prettige bezigheid.
Omwille van de vriendschap en voor hun liefjes
Verrichten ridders ridderlijke daden.
De Roman de Brut luidt het begin in van een diepgaande verandering in de wijze waarop over Gawain gedacht werd. In werken uit de tweede helft van de twaalfde eeuw wordt hij een toonbeeld van hoofs geïnspireerd ridderschap: trouw, eerbaar, welbespraakt en een dapper en bekwaam vechter. In haar Lai de Lanval (circa 1165?) beschrijft Marie de France hoe de eenzame, verguisde hoofd- | ||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||
persoon van dit verhaal een vriend vindt in Gawain, die ze li francs, li pruz - ‘de edele, de waardige’ - noemt.Ga naar eindnoot4. Chrétien de Troyes, die rond 1170 met Erec et Enide zijn debuut maakt als schrijver van Arthurromans, maakt van Gawain aanvankelijk een vrijwel universeel bewonderde figuur. Eenzame dames hunkeren ernaar door hem bemind te worden. Ridders streven ernaar Gawain in zijn hoffelijkheid of krijgshaftigheid te evenaren, maar slagen er niet in hem te overtreffen. Wanneer Chrétien in zijn latere werken het belang van spiritualiteit steeds meer benadrukt, moet de uitgesproken wereldse Gawain echter pas op de plaats maken.Ga naar eindnoot5. Zo lijkt het er in de onvoltooide Conte del Graal (circa 1190) sterk op dat de godsvruchtige Perceval (en niet zijn queeste-genoot Gawain) is voorbestemd om de Heilige Graal te vinden en zich daarmee te bewijzen als een ridder wiens benadering van het ideaalbeeld die van Gawain verre overtreft. Chrétiens twaalfde- en dertiende-eeuwse navolgers bouwen onder meer voort op diens interpretatie van Gawain. Uiteindelijk leidt dit tot het ontstaan van twee verschillende tradities. Aan de ene kant is er een overwegend nobele figuur die in werken als La Mule sans Frein (circa 1190) het mikpunt wordt van lichte spot. Aan de andere kant is er een gecorrumpeerde, zondige ridder, die in de Oudfranse Tristan en prose (circa 1230) zelfs bijzonder moordlustig blijkt te zijn. Het werk van de Franse schrijvers zou een grote invloed hebben op de ontwikkeling van Arthurvertellingen in andere delen van Europa. Engeland was hierop geen uitzondering. | ||||||||||||
● Sir Gawain and the Green KnightOngeveer honderd Middelengelse ridderverhalen zijn overgeleverd, waaronder zo'n twintig Arthurverhalen. Een van de bekendste Middelengelse ridderverhalen is zonder twijfel Sir Gawain and the Green Knight (circa 1375-1400), waarin Gawain de hoofdrol speelt. Officiële cijfers ontbreken, maar mijn ervaring is dat voor de meeste Nederlandse en Britse studenten Engels Sir Gawain één van hooguit drie ridderverhalen is die zij tijdens hun studie hebben gelezen. Het verhaal heeft op de beeldvorming van ‘de Middelengelse Gawain’ dan ook een enorme invloed gehad. Het verhaal kan als volgt worden samengevat: Op Nieuwjaarsdag verschijnt aan Arthurs hof een imposante ridder, gezeten op een groen paard en voorzien van een groene uitrusting. Deze ridder stelt een ‘kerstspelletje’ (Crystemas gomen) voor: wanneer één van Arthurs ridders hem eenmaal met zijn grote, zware bijl slaat mag hij het wapen houden. In ruil hiervoor moet de desbetreffende ridder echter een jaar en een dag later een houw van de Groene Ridder in ontvangst nemen. Wanneer aanvankelijk niemand op zijn voorstel reageert, beschuldigt de Groene Ridder het gezelschap van lafheid. Arthur is woest, maar wordt door zijn neef Gawain ervan weerhouden zelf de uitdaging aan te gaan. Gawain neemt de bijl ter hand en slaat de Groene Ridder het hoofd af. Deze neemt zijn hoofd vervolgens op en zegt Gawain hem op de afgesproken dag te treffen in de ‘Groene Kapel’ (grene chapel). Dan verlaat hij het hof. | ||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||
Bijna een jaar verstrijkt. Gawain houdt zijn woord en gaat op zoek naar de Groene Kapel. Als een held wordt hij uitgeleide gedaan. Gawain baant zich een weg door een woest, gevaarlijk landschap en vindt uiteindelijk onderdak in het kasteel van Bertilak de Hautdesert. Drie maal probeert diens vrouw Gawain te verleiden, maar hij weet haar steeds uitgekookter strategieën te weerstaan zonder daarbij een onvertogen woord te spreken. Wanneer de dame Gawain een (groene!) gordel aanbiedt die hem zou moeten beschermen tegen het geweld van de Groene Ridder bezwijkt hij en neemt het geschenk aan. Ondanks een afspraak met zijn gastheer om met elkaar uit te wisselen wat zij gedurende de dag vergaren, houdt Gawain het bezit van de gordel geheim. Dan komt het moment dat Gawain zich naar de Groene Kapel moet begeven. De Groene Ridder wacht hem daar al op. Driemaal laat de Groene Ridder zijn bijl neerkomen. Tweemaal houdt hij de bijl terug juist voor ze Gawains hals zou raken. De derde maal echter maakt hij een klein sneetje in Gawains hals. Het sneetje, zo vertelt de Groene Ridder Gawain, is een correctie voor de fout die Gawain maakte na de derde keer dat de vrouw van Bertilak hem probeerde te verleiden: hij stond zijn gordel niet af. De Groene Ridder voegt toe dat, vergeleken met andere ridders, Gawain als een parel zo zuiver is, en dat wat hij deed begrijpelijk is aangezien hij bang was te sterven. Gawain vraagt hoe hij zijn fout kan goed maken, maar de Groene Ridder zegt dat hij dat, wat hem betreft, al ruimschoots heeft gedaan. Bertilak en de Groene Ridder blijken nu dezelfde persoon te zijn. Morgne le Fay (Morgan de fee) betoverde Bertilak om Arthurs hof te testen en, zo mogelijk, Guinevere dood te doen schrikken. Vertwijfeld keert Gawain terug naar Arthurs hof. Daar wordt om zijn verhaal gelachen, en spreekt men af dat alle ridders voortaan een groene band zullen dragen om Gawain te eren. Dit is de Middelengelse Gawain zoals velen hem zich voorstellen: dapper, trouw en hoffelijk. Hij is de bijna volmaakte ridder. Pas wanneer hij geconfronteerd wordt met angst voor de dood - met zijn eigen menselijkheid - weet hij zijn idealen niet tot in perfectie door te zetten. Twee zaken wil ik hier opmerken. Ten eerste zijn er naast Sir Gawain, afhankelijk van de definitie die men hanteert voor het ridderverhaal,Ga naar eindnoot6. nog ongeveer twaalf andere Middelengelse ridderverhalen waarin Gawain een belangrijke rol speelt. Het lezen van Sir Gawain alleen kan dus nooit meer dan een zeer fragmentarisch beeld geven van de portrettering van de Gawain-figuur in de Middelengelse ridderverhalen. Ten tweede denk ik dat veel lezers van Sir Gawain het belang van de laatste scènes voor de interpretatie van de figuur van Gawain onderschatten. De lach van Arthurs volgelingen aan het eind van Sir Gawain en de vertroosting die Gawain geboden wordt door van de groene gordel een ereteken te maken, nemen niet weg dat de fout die Gawain maakt wanneer hij zijn groene gordel niet opgeeft een vraagteken zet bij juist die zaken die de figuur van Gawain in Sir Gawain definiëren. Waar houdt de waarde van trouw, hoffelijkheid en eer op? Is er sprake van een absolute geldigheid van deze zaken - hetgeen flink afbreuk zou doen aan de heldenstatus van Gawain, en daarmee aan de waardigheid van het Arthuriaanse hof als geheel - of hebben de volgelingen van Arthur | ||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||
1. Gawain dooft de kaars die een groep slapende wachters van licht voorziet, om een dame met zijn komst te kunnen verblijden. Uit een vroeg veertiende-eeuws manuscript van de Oudfranse Proza-Lancelot (New York, Pierpont Morgan Library MS 805). Uit: King Arthur (Pitkin Guide) (Andover 1999) 19.
gelijk wanneer ze - blijkbaar - niet zo zwaar tillen aan Gawains fout en hartelijk om Gawains avontuur lachen? Op deze vragen is geen eenduidig antwoord te geven. Twijfel kenmerkt daarmee de interpretatie van Gawain in Sir Gawain and the Green Knight. | ||||||||||||
● Gawain geïnterpreteerdGawain is in de Middelengelse ridderverhalen doorgaans een sympathieke figuur. Twijfel bij de interpretatie van Gawain kan echter soms nog fundamenteler vormen aannemen dan in het geval van Sir Gawain, en zelfs de gecorrumpeerde, ‘slechte’ Gawain komt in het corpus van Middelengelse ridderverhalen voor. De ruimte ontbreekt hier om alle ridderverhalen waarin Gawain een rol van belang speelt te bespreken. Twee werken wil ik hier ter sprake brengen: The Awntyrs off Arthure at the Terne WathelyneGa naar eindnoot7. en Sir Thomas Malorys The Hoole Book of Kyng Arthur and of his Noble Knyghtes of the Rounde Table. Beide verhalen stellen de lezer voor aanzienlijke dilemma's met betrekking tot de interpretatie van Gawain. | ||||||||||||
● The Awntyrs off Arthure at the Terne WathelyneThe Awntyrs off Arthure at the Terne Wathelyne (‘De Avonturen van Arthur bij het Wathelynemeer’) is een werk uit ongeveer 1400. Bijzonder binnen de context van het Middelengelse ridderverhaal is dat The Awntyrs bestaat uit twee duidelijk te onderscheiden delen die samen één betekenisvol geheel vormen. Gawain is de onbetwiste held van beide delen van The Awntyrs. In het eerste deel treedt hij op als beschermer van de koningin, en in het tweede verdedigt hij de eer van de Ronde Tafel. Vele malen wordt naar hem verwezen als Gawain the Good - ‘Gawain de Goede’. Hij is de elegantste (regel 68), dapperste (regels 112, 131), sterkste (regel 643), en meest beschaafde (onder andere regel 439) van alle ridders.Ga naar eindnoot8. Echter, Gawain lijkt niet zonder tekortkomingen te zijn. | ||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||
In het tweede deel van The Awntyrs wordt Arthurs gezelschap bezocht door een ridder genaamd Sir Galarone. Hij wil vechten om landen die vroeger in zijn bezit waren, maar die Arthur van hem heeft afgenomen, in werre with a wrange wille - ‘door krijg, middels een valse / onrechtmatige truc’. De persoon die van Arthur de landen heeft gekregen is niemand minder dan Gawain. Galarones beschuldiging wordt in een breder perspectief geplaatst door een passage in het eerste deel van The Awntyrs. Gawain en Guinevere ontmoeten hier de geest van Guineveres moeder, die hen waarschuwt voor een overmatig wereldse levensstijl. Gawain vraagt haar wat er van hem en zijn kameraden zal worden:Ga naar eindnoot9.
How shal we fare... that fonden to fight
And thus defoulen the folke on fele kinges londes,
And riches over reymes withouten eny right,
Wynnen worshipp in werre thorgh wightnesse of hondes?
Hoe zal het ons vergaan, die vechten gaan,
En op die manier de volkeren van vele koninkrijken vertrappen,
En zonder enige rechtvaardiging territoria binnentrekken,
Roem vergaren in oorlogen, door de kracht van onze handen?
Interessant aan deze regels is dat ze de waardigheid en legitimiteit van Arthurs imperium openlijk in twijfel trekken. Er vinden veroveringstochten plaats waarvoor geen enkele rechtvaardiging bestaat. Het woord defoulen heeft bovendien een zeer negatieve connotatie en betekent naast ‘vertrappen’ ook ‘schenden’. Het lijkt er dus op dat Galarone gelijk heeft wanneer hij zich beklaagt over de wijze waarop Arthur zich zijn landen heeft toegeëigend. Gawain wordt gepresenteerd als de kampioen van de Arthuriaanse samenleving. Juist deze samenleving wordt aan de schandpaal genageld in de vraag die Gawain aan de geest stelt. Als Gawain twijfelt aan de fundamenten van de wereld die hij vertegenwoordigt, wat blijft er voor die wereld dan nog over? En hoe moeten we over Gawain zelf denken, die toegeeft volledig deel te hebben aan de wandaden die worden begaan door Arthurs ridders? Vragen waarop niet makkelijk een antwoord kan worden gegeven. Aan het eind van The Awntyrs sluiten Gawain en Galarone vrede, en worden ze door Arthur beiden tot hertog gemaakt. De dreiging die van Galarone uitging is zodoende geneutraliseerd. Maar de gedachte dat het uiteindelijk gaat om niet meer dan een quick fix blijft knagen. | ||||||||||||
● The Hoole Book of Kyng Arthur and of his Noble Knyghtes of the Rounde TableSir Thomas Malory neemt in de Arthuriaanse letterkunde een unieke plaats in. Zijn Hoole Book of Kyng Arthur and of his Noble Knyghtes of the Rounde Table (circa 1469-1470) - beter bekend als de Morte Darthur - is, voor zover wij weten, de eerste Engelstalige poging om een ‘volledige’, geïntegreerde versie te schrijven van de Arthurgeschiedenis. Op latere generaties had The Hoole Book een enorme invloed; Tennysons Idylls of the King (1836-1885) en Whites The Once and Future | ||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||
King (1938-1958) zijn grotendeels gebaseerd op Malorys werk. Voor dit artikel vormt The Hoole Book een mooi sluitstuk aangezien we met dit werk langzamerhand aan het eind komen van de literaire periode die als ‘Middelengels’ bestempeld wordt. Aan Malorys Hoole Book ligt een grote verscheidenheid aan bronnen ten grondslag, zoals de Oudfranse Suite du Merlin (circa 1250) en het Engelse allitererende gedicht Morte Arthure (circa 1400). Malory heeft veel van de eigenheden van deze bronnen overgenomen, zodat de onderdelen van The Hoole Book (books en tales genoemd) niet altijd met elkaar stroken in hun interpretatie van karakters en gebeurtenissen. De uiteenlopende wijzen waarop de figuur van Gawain wordt benaderd zijn hiervan een voorbeeld. In The Hoole Book vindt men zowel de traditie van de ‘nobele’ als die van de gecorrumpeerde Gawain terug. Nergens in het Middelengels is de relatie tussen deze twee tradities zo problematisch als hier. Gawain speelt een heldenrol in de oorlog tegen Rome, doet verwoede pogingen om de val van de Ronde Tafel te voorkomen, en krijgt na zijn dood, op voorspraak van dames die hij op eervolle wijze verdedigd heeft, toestemming van God om aan Arthur te verschijnen.Ga naar eindnoot10. In The Book of Sir Tristram de Lyones (dat teruggaat op de eerder genoemde Tristan en prose) is Gawain echter medeverantwoordelijk voor een reeks misdadige moorden en in The Tale of the Sankgreal noemt een kluizenaar Gawain an untrew knyght and a grete murtherarGa naar eindnoot11. - ‘een verraderlijke ridder en een vreselijke moordenaar’. Ook deze kritiek is weer conform die in de Oudfranse brontekst La Queste del saint Graal (circa 1215-1235). Wanneer men rekening houdt met de verschillende eisen die Malorys bronnen stelden aan de portrettering van Gawain, zijn de twee extremen in The Hoole Book goed te verklaren. Binnen het geheel van Malorys werk maken ze het de lezer echter onmogelijk om zich een coherent en consistent beeld te vormen van de figuur van Gawain. | ||||||||||||
● Tot slotGawain verschijnt binnen het corpus van Middelengelse ridderverhalen in vele gedaanten. Doorgaans zijn de problemen bij de interpretatie van Gawains karakter niet zo groot als in het geval van Sir Gawain, The Awntyrs en The Hoole Book. Een paar uitzonderingen daargelaten blijft Gawain gevrijwaard van uitgesproken negatieve connotaties. Zijn verschijning is echter niet zonder ambiguïteiten. Soms is het Gawains integriteit, soms is het de absolute validiteit van de waarden die hij vertegenwoordigt waarbij een vraagteken wordt geplaatst. Eigenlijk vereist iedere tekst zijn eigen evaluatie van de rol en karakterisering van de Gawain-figuur. | ||||||||||||
Beknopte bibliografie
| ||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||
|
|