Madoc. Jaargang 1998
(1998)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 229]
| |
serie• Nico J. Brederoo
| |
Hollywood en de MiddeleeuwenHistorische spektakels zijn in Hollywood lange tijd bijzonder in trek geweest. Het grote publiek wenste actie en romantiek, verpakt in de vorm van een melodrama. Het goede moet overwinnen en het kwade dient gestraft worden. De rollen van mannen en vrouwen moeten duidelijk gescheiden zijn, waarbij de vrouw afhankelijk is van de man. Veel stereotypen zoals de fatale vrouw, de maagd, de held en de schurk zijn hiervan het gevolg. Het verhaal dient lineair te verlopen en een kleine bij-plot is mogelijk, mits deze het hoofdthema versterkt. Verhalen met weinig actie of romantiek zullen geen kassucces worden. Het gevolg is dat sommige historische gebeurtenissen vele malen in beeld zijn gebracht en andere in het geheel niet.Ga naar eindnoot1. De Middeleeuwen zijn bijzonder vaak verfilmd, maar de nadruk ligt daarbij altijd op de vorsten: voor het grote publiek zijn koningen en prinsessen aanmerkelijk aantrekkelijker dan ascetische heiligen. Zeer populair zijn de hoofse liefde en riddertoernooien; dit gaat zover dat men in alle verfilmingen rond koning Artur de setting verplaatst naar de late Middeleeuwen.Ga naar eindnoot2. De levens van de heiligen daarentegen vertonen geen drama dat acceptabel is voor de moderne mens. Spectaculair zijn hooguit hun wonderen of hun eventuele marteldood. Wonderen komen echter heden ten dage niet erg geloofwaardig over en een marteldood wordt tegenwoordig als tamelijk zinloos ervaren. Er zijn dan ook weinig films die handelen over de heiligen van de Kerk. Jeanne d'Arc is daarop, samen met Franciscus van AssisiGa naar eindnoot3., een grote uitzondering.Ga naar eindnoot4. | |
[pagina 230]
| |
Jeanne d'ArcJeanne d'Arc (1412-1431), een eenvoudig meisje, hoorde vanaf haar dertiende jaar stemmen. Ze meende dat deze toebehoorden aan de aartsengel Michaël en de heiligen Catharina en Margaretha, die haar opriepen om Frankrijk te bevrijden en de troonopvolger in Reims te laten kronen. Het was de tijd van de Honderdjarige Oorlog en een groot deel van Frankrijk was door de Engelsen bezet. In 1429 bezocht zij in mannenkleren de Franse kroonprins, die zij op zijn plichten wees. Na door kerkgeleerden te zijn ondervraagd, kreeg zij een leger waarmee zij de stad Orléans bevrijdde. Hierna liet zij de koning, Karel VII, in Reims kronen waardoor hij volgens de traditie zijn rechten kon doen gelden. Na meerdere gevechten werd de ‘Maagd van Orléans’ in 1430 gearresteerd door de Bourgondiërs, die haar verkochten aan de Engelsen. Jeanne kreeg een schijnproces en werd in 1431 wegens hekserij en ketterij tot de brandstapel veroordeeld.Ga naar eindnoot5. | |
Van heilige tot Franse patronesVan Jeanne d'Arc kan men een duidelijk beeld vormen, aangezien haar processtukken bewaard zijn gebleven. Ook van de herroeping van het proces in 1456, waarbij zij werd gerehabiliteerd, zijn de stukken nog te bestuderen. Op dit laatste proces getuigden tijdgenoten over haar deugden en vroomheid. Haar eigen antwoorden op de ondervragers in het eerste proces tonen een zeer verstandig meisje. Al blijft onduidelijk in hoeverre zij haar stemmen ook werkelijk ‘gezien’ heeft. Na de herroeping van het proces kon de verering rond het meisje aanvangen. Zij is steeds gebruikt om behoudende kerkelijke en politieke stromingen te ondersteunen. Voltaire schreef een parodie op haar en de Franse Revolutie verbood1. De intocht van Jeanne d'Arc in Orléans. Schildering van Lenepvue, Panthéon, Parijs. Uit: Jeanne d'Arc. Encyclopédie par l'image (Parijs 1925) 20.
| |
[pagina 231]
| |
haar feestdag, maar Napoleon herstelde haar in ere om zijn keizerlijke ambities te ondersteunen. Toen Lotharingen na de nederlaag van 1870 tegen de Pruisen in Duitse handen overging, kon men grote verontwaardiging organiseren omdat dit de geboortestreek van de Maagd was. In de Eerste Wereldoorlog streed men onder haar banier; zij zou volgens sommigen aan Frankrijk de overwinning geschonken hebben. De heiligverklaring van Jeanne in 1920 lijkt door politieke overwegingen te zijn ingegeven. Voor de oorlog was er namelijk een grote verwijdering tussen de Franse regering en het Vaticaan opgetreden. Na de oorlog herstelde een rechtse regering de contacten. Jeanne was geliefd bij het leger, de kerk en de reactionaire Action Française. Kort daarna, in 1922, riep de paus haar, naast Maria, uit tot tweede patrones van Frankrijk. Ook in de Tweede Wereldoorlog kreeg zij een prominente plaats, daar De Gaulle in Londen vocht onder het Lotharingse Kruis en haar feestdag (30 mei) liet vieren. Thans heeft het Front National van Jean-Marie Le Pen Jeanne d'Arc in zijn armen gesloten als beschermvrouwe voor Frankrijk tegen het vijandige buitenland. Ook de verfilmingen van Jeannes leven zijn vaak met een ideologisch doel tot stand gekomen. Het verhaal op zich bevat eigenlijk te weinig gegevens om een bruisende film te maken. De grote gevechten en de kroning zijn een te mager plot. Daar komen eigenlijk alleen de stemmen bij en deze zullen een modern publiek niet al te zeer interesseren. In de Hollywoodverfilmingen zal men dan ook andere ingrediënten toevoegen, terwijl Europese producties vaak op uiterst sobere wijze de morele dilemma's in beeld brengen. Er zijn in totaal minstens twintig verfilmingen over Jeanne d'Arc.Ga naar eindnoot6. Een van de oudste daarvan is de film van Cecil B. de Mille. | |
The Girl PatriotCecil B. de Mille draaide zijn Joan the Woman (1917) als propaganda voor de Franse strijd in de Eerste Wereldoorlog.Ga naar eindnoot7. De begintitels van deze zwijgende film vertellen: ‘the Girl Patriot, Who Fought with Men, Was Loved by Men, and Killed by Men - Yet Withal Retained the Heart of a Woman.’ Deze vroege film over Jeanne d'Arc (afbeelding 2) vangt aan in 1429 en toont de kijker haar geboortedorp Domrémy terwijl Jeanne in beeld komt. Opeens staat zij tegen een achtergrond waarop de Franse lelie geprojecteerd wordt. In dit beeld neemt zij de houding van de gekruisigde aan. Hierna verplaatst de handeling zich naar Engelse loopgraven op Frans gebied in 1916. Een Engelse soldaat vindt een oud zwaard dat - zoals later zal blijken - aan Jeanne toebehoorde. Een officier vraagt een vrijwilliger om een bom bij de vijand te plaatsen; het staat vast dat degene die dit op zich neemt zal sterven. De soldaat overweegt dit en krijgt dan een verschijning van Jeanne die hem zegt dat nu de tijd gekomen is om zijn schuld tegenover haar in te lossen. Hierna is de camera terug in Domrémy en toont ons een inval van de Engelsen in dit dorp. De bevolking vlucht, maar Jeanne blijft achter om voor haar dorp te pleiten. De leidende officier (gespeeld door dezelfde acteur als de Engelse soldaat in de intro) wil zich aan haar vergrijpen, maar raakt al spoedig onder de indruk van haar persoon. Een Franse deserteur verwondt de officier en | |
[pagina 232]
| |
2. Jeanne d'Arc in de film Joan the Woman (1917) van Cecil B. de Mille.
Jeanne verbergt en verpleegt hem. Zij schenkt hem als herinnering een kruisje. Bij zijn vertrek verschijnt een lichtend kruis tussen hen in, dat overgaat in de contouren van de engel Michaël. Jeanne krijgt de opdracht Frankrijk te redden. Hierop gaat zij naar de gouverneur en vraagt of hij haar naar de koning wil brengen. Deze moet vreselijk lachen, maar wanneer zij met een klein zwaard zijn grote degen door midden klieft, gelooft hij haar. De kijker is reeds op de hoogte van het slappe karakter van de koning. Hij vertrouwt een Engelse spion, ‘Spider’, die hem moet afleiden van de oorlog. Jeanne arriveert en men vermaakt zich om haar. Spider gaat op de troon zitten om haar te misleiden. Zij heeft echter feilloos door wie de echte koning is. Deze laat haar door kerkgeleerden ondervragen, nadat zij de belegering van Orléans voorspelt. Ondertussen arriveert een Engelse gezant die de koning diep beledigt en afstand van zijn rechten op de troon eist. Spider raadt dit voorstel aan. Juist als de koning wil tekenen, komt Jeanne als een godin der wrake de troonzaal binnen rennen. Zij vernietigt het document en op dit moment vertelt een bode dat Orléans belegerd is. Nu gelooft men haar en allen volgen haar in de strijd. Spider stuurt een valse monnik achter haar aan om haar te betrappen op hekserij. Het leger trekt op om Orléans te ontzetten. Hiertoe moet men een fort innemen dat onder de Engelse leiding van Jeannes geliefde officier, Eric Trent, staat. Hoewel zij gewond raakt, neemt zij het fort in. Trent wordt gevangen en zij neemt als enig aandeel aan de krijgsbuit haar kruisje terug. Orléans wordt ontzet en de weg is vrij voor de koningskroning in Reims. Vlak voor de kroning tracht de bisschop van Beauvais nog te interveniëren: hij biedt Karel vergiftigde wijn aan. Jeanne kijkt omhoog en hoort een stem. Het lichtend zwaard verschijnt opnieuw en wijst naar de kelk. Jeanne waarschuwt de koning en een trouwe vazal neemt nu een slok en sterft. De bisschop wordt verbannen. Na de kroning mag Jeanne twee wensen doen: zij wenst belastingvrijdom voor haar dorp en de invrijheidstelling van Trent. De handeling verplaatst zich naar het hof van de hertog van Bourgondië. De bisschop van Beauvais verraadt de hertog dat Jeanne met weinig ridders op weg zal gaan en gemakkelijk is te overmeesteren. Trent, die nu tweemaal door Jeanne | |
[pagina 233]
| |
gered is, krijgt - zeer tegen zijn zin - de opdracht haar gevangen te nemen. Hij slaagt hierin en wordt tot graaf verheven. Hij heeft spijt van zijn daad en wil haar vrijkopen. De Engelsen overbieden hem echter en de Franse koning wil niet ingrijpen door de valse inblazingen van Spider. Jeanne komt voor het gerecht: een tussentitel spreekt echter over de travestie van Justitia. Wanneer Jeanne haar rechters te slim af is, wordt zij uitvoerig met foltering bedreigd, opdat zij zal ondertekenen dat zij haar visioenen verzon. Deze scène past geheel in de Amerikaanse traditie, waarin men schurken tegenover zuivere heldinnen plaatst. De casting van de valse monnik en vooral die van de bisschop van Beauvais zou inspiratie voor latere verfilmingen bieden.Ga naar eindnoot8. Na de gevangenzetting blijkt pas goed wat voor een monster de bisschop is: hij gebiedt 's nachts Jeannes kleren weg te laten halen en mannenkleren neer te leggen. Zij kan dan alsnog als heks verbrand worden. De wacht die opdracht krijgt haar vrouwenkleren te stelen wil haar, om ze te krijgen, verkrachten. Trent grijpt in en heeft een ontsnappingsplan klaar. Hij weet echter niet dat de bisschop en andere geestelijken door een luik toekijken. Jeanne trekt reiskleding aan waarin de moderne kijker slechts een soort lange kamerjas kan herkennen. De tijdgenoot van Jeanne blijkt hier echter mannenkleding in te zien. Hierna grijpt de bisschop in en laat Trent afvoeren en veroordeelt Jeanne tot de brandstapel omdat ze mannenkleren zou dragen en dus een heks zou zijn. De lange nacht voorafgaand aan de terechtstelling heeft Jeanne vreselijke visioenen, die echter wegtrekken wanneer zij het kruis pakt en roept: ‘Mijn God waarom hebt gij mij verlaten.’ Deze scènes zijn in parallel-montage gesneden met een orgie aan het hof bij Karel VII. Vlak voor de brandstapel wordt aangestoken, vraagt Trent Jeanne om vergiffenis. De brand is zeer spectaculair en de vlammen zijn ingekleurd, zoals dat in oude films wel meer gebeurde. Jeanne krijgt alvorens te sterven nog troost van de stemmen die tot haar spreken. Vanuit de vlammen keert de camera terug naar de Eerste Wereldoorlog, naar de soldaat die een reïncarnatie van Trent blijkt te zijn. Hij neemt de dodelijke opdracht aan. Met de bom zoekt hij tussen de gesneuvelden zijn weg naar het vijandelijk gebied. Hij wordt dodelijk gewond en al stervende krijgt hij een visioen van de Maagd. Bij deze scène klinkt de Marseillaise die behoort tot de bewaard gebleven filmmuziek van William Furst uit 1916. Men kan zich afvragen of De Mille deze republikeinse muziek uit onwetendheid heeft laten bewerken of dat hij hier een andere bedoeling mee had. De uiterst slappe schildering van de koning geeft aan dat hij zeker geen monarchistische sympathieën had, hetgeen men van een Amerikaan toch al niet verwacht. De Mille heeft Jeanne als strijder voor de vrijheid neer willen zetten. | |
Joan the WomanEr zitten nog meer wonderlijke zaken in deze film. Het is hoogst ongebruikelijk om Jeanne in verband te brengen met minnaars. Zij geeft weliswaar haar grootste liefde aan haar vaderland, maar het is iedere kijker duidelijk dat zij Trent bemint. De film kreeg dan ook niet voor niets de naam Joan the Woman. Volgens de normen van Hollywood moest de vrouw vrouwelijk zijn en, volgens | |
[pagina 234]
| |
3. Jeanne d'Arc in de film La passion de Jeanne d'Arc (1928) van Carl Theodor Dreyer.
de principes van het melodrama, thuis zitten. In het begin van de film zien wij Jeanne dan ook in de weer met allerlei typisch vrouwelijk werk. Zij heeft ook alles voor de geliefde man over. Hiermee hangt waarschijnlijk de wonderlijke casting van de heilige samen. Volgens de iconografie behoort zij het uiterlijk van een ridderlijke knaap te hebben, terwijl zij in de film gespeeld wordt door de 34-jarige operazangeres Geraldine Farrar, die het uiterlijk heeft van een moeder van vier kinderen. De Amerikaanse burger wenste een echte vrouw te zien en geen dappere Kenau. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Jeanne een wapenuitrusting draagt die meer op een soepjurk lijkt dan op mannenkleding. Het is begrijpelijk dat Frankrijk niet op deze boodschap omtrent de nationale heilige zat te wachten. Tijdens de oorlog werd van vrouwen verwacht dat zij de plaats van de oorlogvoerende mannen konden overnemen. Er is dan ook een speciale Franse versie gemaakt.Ga naar eindnoot9. Hier is de raamvertelling geheel weggevallen. Slechts het slotbeeld van Jeanne boven de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog is over. Het schijnt dat tevens de liefdesgeschiedenis met Trent tot het uiterste beperkt is. Hiermee had de film in Amerika geen succes kunnen hebben, maar de omstandigheden in Frankrijk maakten dat hij zo de juiste boodschap bevatte en kon oproepen tot nationalisme. Liefde met de vijand riekte immers naar collaboratie. | |
La passion de Jeanne d'ArcLa passion de Jeanne d'Arc (1928) van Carl Theodor Dreyer is van geheel andere aard (afbeelding 3). De film brengt alleen de laatste procesdagen in beeld met de daarop volgende verbranding. Vergeleken met De Milles productie moet deze film uiterst goedkoop zijn uitgevallen. Daar staan dan wel de prachtige gestileerde decors tegenover, die tezamen met de ongelofelijke montage deze film tot een hoogtepunt uit de filmgeschiedenis gemaakt hebben. Helaas is de film in de eigen tijd over het hoofd gezien, omdat in deze periode juist de geluidsfilm geïntroduceerd werd. Men zat niet meer te wachten op een zwijgende film waar nauwelijks een verhaal in voorkwam, ook al draaide hier alles om het visuele. Ritmisch wisselen close-ups van de Jeanne en haar ondervragers elkaar af; het is als het ware of men naar een muziekstuk ‘kijkt’. | |
[pagina 235]
| |
Dit betekent geenszins dat Dreyer geen boodschap had: deze is zelfs zeer opmerkelijk. Dreyers gehele oeuvre vertoont een rigide mannenwereld waarin boeken, teksten en de Bijbel overheersen. De man staat voor het abstracte Woord, en vrouwen, met hun meer bij de natuur aansluitende emoties en intuïties worden, daar in veel van zijn films het slachtoffer van.Ga naar eindnoot10. Waarschijnlijk is dit inzicht van Dreyer autobiografisch. Hij was een buitenechtelijk kind dat door zijn moeder bij een streng Luthers gezin in de kost werd gedaan. Ze betaalde hiervoor, maar dit hield op toen zij enige tijd daarna bij een abortus op uiterst pijnlijke wijze overleed. Het gezin ‘voedde’ Dreyer hierna belangeloos op, maar peperde hem stevig de wereld van Satan en God in. Dit resulteerde in de film Bladen uit Satans Boek (1919), waarin de rollen van God en Satan zijn omgedraaid, en in de film Mikhael (1924), die zowaar over homoseksualiteit gaat. Dit thema wordt zelfs op positieve wijze behandeld. In Dreyers film staan beelden en tussentitels streng tegenover elkaar. Het enige vrouwelijke personage, Jeanne, krijgt alle sympathie door haar open eenvoud, terwijl op een uitzondering na de mannen schurken zijn. De geestelijken in de film lijken aanhangers van het kwade, de God van de kerk. Zij hebben regelmatig tussentitels nodig, die in sommige versies van de film het beeld dicht laten lopen door een zwarte achtergrond met glas in lood ramen.Ga naar eindnoot11. Deze duisternis staat in tegenstelling tot het open lichte decor, waarin men Jeanne te zien krijgt. De casting van Jeanne is in deze versie geweldig: een simpele vrouw temidden van een kudde wolven. | |
Joan of Arc van FlemingJoan of Arc (1948) van Victor Fleming is niet meer dan een plaatjesboek waarin veel gesproken wordt. Het verhaal wordt keurig gevolgd en er zitten geen gebeurtenissen in die in strijd zijn met de geschiedenis. Van een duidelijke visie van de regisseur op de heilige is geen sprake. Hier ziet men dat het verhaal op zich te mager is voor een boeiend plot. De film begint met de heiligverklaring, waarna men een stukje van het proces ziet. Een commentaarstem, die regelmatig terug zal komen leidt de kijker naar het verleden van Jeanne. De bedoeling is waarschijnlijk om een soort documentair beeld van haar te geven. Deze opzet wordt versterkt doordat men regelmatig landkaarten te zien krijgt om de gevechtshandelingen te kunnen volgen. Het Holly wood-procédé om extreem goed en kwaad tegenover elkaar te zetten is hier niet doorgevoerd. Ingrid Bergman als Jeanne is eigenlijk iets te oud voor de rol. Bovendien speelt zij het type van de Maagd te zorgelijk en daardoor te weinig inspirerend. De koning is sluw en de bisschop is zo karikaturaal dik, dat men ieder moment voor een hartinfarct vreest. | |
Le Procès de Jeanne d'ArcIn zijn film maakt Bresson de titel Le procès de Jeanne d'Arc (1961/1962) absoluut geloofwaardig. Hij biedt niets meer dan zijn titel oproept: men ziet het proces en de brandstapel. Bresson kondigt in het begin van de film aan niets dan de processtukken te zullen gebruiken, en daarmee creëerde hij een vroeg docu- | |
[pagina 236]
| |
drama. Weliswaar zullen enkele dialogen buiten de rechtszaal zijn bedacht, maar deze zijn zeer sober gehouden. De film begint met het geluid van klokken en men krijgt een zware rok met daaronder voeten in beeld. Het is de moeder van Jeanne d'Arc die op het rehabilitatieproces voor haar dochter getuigt. Men ziet haar tijdens deze getuigenis op de rug terwijl twee handen haar armen zacht vast houden. Hierna volgen het eerste proces en de executie. De bisschop is hier meer ascetisch en wordt continu onder druk gezet door de Engelsen, die Jeanne graag als heks verbrand willen zien omdat daardoor de geloofwaardigheid van Karel VII als koning verdwijnt. De bisschop is in deze versie eerder een kwaadaardig hulpmiddel dan de boze genius. Twee jonge geestelijken geven Jeanne aanwijzingen over de vragen waarop zij wel en niet moet antwoorden. Zij staat dus niet geheel alleen. Zelf komt zij uiterst slim over - zij weet precies wat te antwoorden. De films van Bresson tonen de mensen van dichtbij en krijgen daardoor een documentair karakter. Hij vindt dat acteren op hinderlijke wijze tussen de boodschap van de film en de beschouwer komt. De film is zeer onderkoeld en geeft de kijker daarom iedere kans om na te denken over het proces. Gelukkig komen de stemmen die Jeanne hoort niet in beeld, zelfs niet op auditieve wijze. Het gaat hier zuiver om het geloof van een jong meisje. Bresson is een Jansenist, hij gaat uit van predestinatie en genade. Jeanne wijst de bisschop dan ook op de grote fout die hij ten opzichte van de rechtvaardigheid zal maken. De koele benadering van acteren maakt echter dat het niet geheel geloofwaardig overkomt wanneer Jeanne onder druk haar beweringen herroept. De kijker gelooft hier niet in haar angst voor de dood. Het gaat er in deze versie van het proces vooral om het publiek te laten nadenken over het morele dilemma of men een weg waarin men gelooft onder druk moet afbreken of dat men tot de uiterste consequentie voor zijn beginselen moet blijven staan. De cast is daarom tot een minimum beperkt. De joelende mensenmassa wordt alleen door achtergrondgeluid gesuggereerd. Zelfs wanneer Jeanne op weg is naar de brandstapel gaat zij alleen. Enige dramatiek wordt toegevoegd door een oog dat tijdens het proces door een sleutelgat loert. Ook de kijker wordt hierdoor voyeur. De scène bij de brandstapel, waarin Dreyer nog veel pathetiek legde, geeft meer aandacht aan de bezittingen van Jeanne die tezamen met haar verbrand worden dan aan haar lijden. Waarschijnlijk moet het publiek zich bij het verlaten van de zaal afvragen hoe het mogelijk is dat deze vrouw ondanks haar totale vernietiging zo'n grote voorbeeldrol is gaan spelen. | |
Der Prozess Jeanne von Orleans (1990)Op 8 mei 1990 bracht de ARD een docu-drama van Christina von Braun op de televisie (in de reeks ‘Processen uit de Wereldgeschiedenis’) onder de naam Der Prozess Jeanne von Orleans. In het begin van de film wordt een link gelegd met moderne showprocessen. Zowel het oorspronkelijke proces als de revisie hiervan worden behandeld. De kijker volgt het proces aan de hand van het verslag van een moderne vrouwelijke journalist, die buiten beeld met de ontwikkelingen in de vijftiende eeuw meeloopt. Zij stelt kritische vragen aan enke- | |
[pagina 237]
| |
4. Jeanne d'Arc op de brandstapel. Bas-reliëf van het standbeeld voor Jeanne d'Arc in Orléans. Uit: Jeanne d'Arc. Encyclopédie par l'image (Parijs 1925) 58.
le tweederangs deelnemers aan het proces en wordt afgescheept op de wijze waarop moderne politici vragen van de pers ontwijken. De bisschop van Beauvais krijgt zij niet te zien, net zomin als de beschuldigde. Tot het proces wordt zij niet toegelaten, zodat zij haar informatie van deze twee klerken moet betrekken. Dit procédé zorgt ervoor dat de kijker de inhoud van de processtukken in dialoogvorm verneemt en zelf conclusies moet trekken. Hij wordt hierbij enigszins geholpen door fragmenten waarin men het commentaar van de gewone bevolking op het proces verneemt. Het is opvallend dat het alleen vrouwen zijn die hier aan het woord komen. Vanuit hun positie als vrouw uit het gewone volk bekijken zij de gebeurtenissen. Het eerste deel van het docu-drama volgt het proces tegen de Maagd; hier overheerst het mannelijk element. De Kerk ziet zich als absolute macht waaraan niet getornd kan worden. De vrouwen geven binnenshuis zacht sprekend hun commentaar. De enige die kritischer kan worden is de journaliste, maar zij staat dan ook buiten het bereik van de Kerk omdat zij uit een andere tijd komt. Bij de revisie voelen de vrouwen hun kracht: zij klagen de enige overlevende deelnemers van het proces - de twee klerken - fel aan. Een van hen merkt zelfs op dat God zelf Jeanne bijstond en dat zij de Kerk en de paus niet nodig had. De revisie van het proces wordt geweten aan het feit dat de Franse koning niet met behulp van een heks gekroond wilde zijn, dit zou immers vraagtekens achter zijn legitimiteit kunnen zetten. De documentaire handelt over een historisch showproces, hoewel het bij nadere bestudering meer gaat over de strijd tussen de harde, dominante mannenwereld ten opzichte van de gevoelige vrouwenwereld. | |
Jeanne la Pucelle (1993)De recente film van Jacques Rivette bestaat uit twee delen en is daarmee veel te lang. De plot is ook niet veel verder uitgewerkt dan het oorspronkelijke verhaal, hetgeen de handeling nogal saai maakt. Ook zijn de gevechtsscènes aanmerkelijk minder spectaculair dan bij Fleming. In deze versie wordt eveneens verwezen naar het tweede proces. De handeling vangt aan wanneer Jeanne probeert een geleide van de gouverneur te krijgen om naar de Dauphin te gaan en eindigt op de brandstapel. Het verschil met vorige producties is dat het hier meer gaat | |
[pagina 238]
| |
om een vrouw van vlees en bloed: zij kan zelfs lachen. Interessant is dat zij haar overwicht op mannen niet te danken heeft aan haar heiligheid, maar aan haar natuurlijke superioriteit. Gedurende de handeling groeit zij zelfs, ze lijkt een moderne zakenvrouw. In deze versie is Jeanne niet de enige die het tegen de mannenwereld opneemt: af en toe krijgt zij steun van andere vrouwen. Het dragen van mannenkleding wordt hier aannemelijk gemaakt doordat zij, wanneer zij in deze mannenwereld in vrouwenkleding loopt, prompt wordt aangerand. | |
Tot besluitDe vele verfilmingen van Jeanne d'Arc zijn uitzonderlijk, want over het algemeen hebben de sinten op het witte doek het grote publiek nooit zo aangesproken.Ga naar eindnoot12. Van Jeanne d'Arc is echter goed te begrijpen dat zij veelvuldig tot inspiratie voor een film heeft gediend, aangezien zij als een vrouwelijk ridder kan worden opgevat. Verfilmingen van haar daden geven aanleiding tot spectaculaire veldslagen. Het leven aan het hof en haar proces kunnen enige glamour in beeld brengen. Wat betreft Jeanne d'Arc mag men stellen dat haar leven grote parallellen vertoont met de ridderverhalen. Daarnaast is haar leven zeer geschikt om allerlei - met name ideologische -theorieën aan op te hangen. Vooral in recente tijden heeft zij zeer tot de verbeelding der feministen gesproken; Der Prozess Jeanne von Orleans is daar een treffende illustratie van. |
|