Madoc. Jaargang 1998
(1998)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd- Hildegard von Bingen (1098-1179). O Jerusalem. A dedication ceremony of symphoniae. Ensemble Sequentia o.l.v. Benjamin Bagby en Barbara Thornton. BMG/DHM. 1997. 67:30 min. Cat. A (ca.f45, -).
| |
[pagina 122]
| |
schillende ensembles om muziek van haar uit te brengen. De cd O Jerusalem is gemaakt door het internationaal bekende ensemble Sequentia en is de derde cd uit een serie opnamen van het complete werk van Hildegard. Deze cd werd voorafgegaan door de cd's Canticles of Ecstacy en Voice of the Blood. Al eerder had het ensemble ook Hildegards Ordo virtutum uitgebracht, waarvan later zelfs een film is opgenomen. Voor Cercamon, een Nederlandse schola cantorum die uit acht zangeressen bestaat en eveneens gespecialiseerd is in middeleeuwse zang, is dit de eerste cd met Hildegard-muziek. Eerder nam dit ensemble een cd op met laat-middel-eeuwse gregoriaanse zang uit de IJsselstreek (Gaude virgo). De cd O Jerusalem heeft als thema de kerkwijding van de abdijkerk op de Rupertsberg op 1 mei 1152. De liturgie van deze kerkwijding is weliswaar niet aan ons overgeleverd, maar toch wil Sequentia ons een indruk geven van dit wijdingsfeest, zij het zonder het traditioneel liturgische verloop. Want de symphonia die Hildegard schreef, bevat vrije composities als aanvulling op de liturgie van het officie. Twee van de kerkpatronen, Rupertus en Maria, bepaalden de muziekkeuze: de eerste helft van de cd bevat vier gezangen voor Rupertus, de tweede helft vier voor Maria. Verder zijn nog een lofzang op de Heilige geest en een lofzang op de Vrouw te beluisteren. Het vocale repertoire wordt twee maal afgewisseld met een instrumentaal werk. De cd van Cercamon laat een verzameling antifonen, sequenties en responsories uit de symphonia horen. Deze uitvoeringen waren tevens te beluisteren in de driedelige KRO-documentaire over Hildegard, ‘Het geheimzinnige licht’, uitgezonden in februari 1998. Op de cd worden de liederen onderbroken door zes eigentijdse orgelimprovisaties op gezangen van Hildegard, uitgevoerd door Bert Matter, organist van de St.-Walburgskerk in Zutphen. Wat de uitvoering betreft is er een groot verschil tussen beide ensembles te beluisteren. Cercamon zingt alle muziek in de originele notatie. Naar voorbeeld van een middeleeuwse koraalschola worden alle gezangen door voor- en nazingen uit de originele notatie ingestudeerd. Dit komt zowel de tekstuitspraak als de klankeenheid ten goede. De gezangen zijn vocaal uitgevoerd, soms ondersteund door een eveneens vocale bourdon. Met de talrijke versieringen zoals deze door Hildegard zijn aangegeven in zowel solo- als ook in koorpartijen, blijft Cercamons uitvoeringsstijl zo dicht mogelijk bij het origineel. Het tempo en de adempauzes zijn zo gekozen, dat de luisteraar een rustige, meditatieve indruk krijgt van Hildegards muziek. Kleine oneffenheden bij zeer hoge passages of bij grote intervallen laten horen dat het ensemble niet alleen uit professionals bestaat, maar dat is niet storend. Sequentia zingt zowel uit facsimiles als uit zelfgemaakte transcripties. Twee gezangen (no. 6 en het Gloria van no. 8) zijn gebaseerd op reconstructies van gedeeltelijk verloren gegane gezangen. Op één uitzondering na worden deze gezangen net als bij Cercamon door vrouwenstemmen uitgevoerd. Zij worden daarbij soms instrumentaal begeleid door een op de vedel gestreken bourdon. Het begin pakt heel origineel uit: twee klokken van de Bamberger dom luiden de cd in om vervolgens als bourdon bij het eerste deel van O Jerusalem gebruikt te worden, de compositie waar de cd haar naam aan ontleent. Helaas zijn de tek- | |
[pagina 123]
| |
sten bij Sequentia niet goed te verstaan, waardoor ook de gezangen een meer instrumentaal karakter krijgen. De uitvoeringen zijn afwisselend van kleur en tot in de hoogste hoogten zeer expressief en zuiver gezongen. Het tempo is vooral in begin van de cd vrij vlot, en de adempauzes zijn kort. Hierdoor krijgt de luisteraar een wat strakke indruk van Hildegards muziek. Beide ensembles wisselen de gezangen af met instrumentale stukken. Elizabeth Gaver, leidster van het instrumentale ensemble van Sequentia, bewerkte verschillende motieven uit gezangen van Hildegard voor vedel, harp, portatief en fluit. Naar middeleeuws voorbeeld werd Hildegards muziek bewerkt tot twee dansachtige composities in een geïmproviseerde meerstemmige stijl. In sterk contrast daarmee zijn de hedendaagse orgelimprovisaties van Bert Matter op de cd van Cercamon. Hij maakte in zes steeds opnieuw verrassende improvisaties gebruik van motieven en karakteristieke intervallen uit het telkens voorafgaande gezang. Deze improvisaties laten Hildegards muziek in een geheel andere context ervaren en demonstreren tegelijk de rijkdom aan klanken van het recent gerestaureerde Baederorgel in de Walburgskerk in Zutphen. Een extra vermelding verdient het uitvoerige cd-boekje van Sequentia, dat in drie talen (Engels, Duits en Frans) informeert over de bezetting van de composities en over Hildegards leven en werk, aangevuld met citaten uit haar werk en afgerond door een viertalige tekstweergave van de gezangen. Een informatieve Nederlandse inleiding over Hildegards muziek, tekstgebruik en notatie is in het boekje van Cercamon te lezen. Daarin zijn tevens alle gezongen teksten in het Latijn en het Nederlands afgedrukt. Al met al twee zeer overtuigende cd's met een originele aanpak, die elkaar niet uitsluiten, maar juist goed aanvullen door het verschil in opvatting en uitvoering van Hildegards muziek. Ulrike Hascher-Burger |
|