Hoofdstuk (X) ‘Wij geven nu de besluiten van onze vaders over spelletjes van jongens’
1. | Jongens die alleen praten en de regels van hun meerderen overtreden, moet men door drie periodes van speciale vasten beteren. |
2. | Zij die geen eenvoudige kus geven moeten door zes speciale vastenperiodes (gebeterd worden); bij een wellustige kus zonder bezoedeling, door acht; maar gebeurt dit met een bezoedeling of omhelzing, dan moeten zij met tien speciale vastenperiodes gecorrigeerd worden. |
3. | Als zij dit na hun twintigste doen, dat wil zeggen als volwassenen, moeten ze veertig dagen, verwijderd van de tafel en buiten de kerkgemeenschap, op water en brood leven. |
4. | Als de kleintjes ontucht naäpen en elkaar prikkelen, maar vanwege hun onrijpe leeftijd niet bezoedeld zijn, moeten zij twintig dagen (boete doen); bij herhaling echter veertig. |
5. | Een jongen die de communie ontvangt terwijl hij met vee gezondigd heeft, moet honderd dagen boete doen. |
6. | Als jongens van twintig jaar elkaar met hun handen bezoedelen en dit voor ontvangst van de communie biechten, moeten zij twintig dagen boete doen. |
7. | Als zij dit na boetedoening weer doen, moeten ze honderd dagen boete doen. Doen ze dit echter geregeld, dan moeten ze (van de tafel) verwijderd worden en een jaar boete doen. |
8. | Als jongens van dezelfde leeftijd tussen de dijen ontucht plegen, moeten ze honderd dagen boete doen, bij herhaling een jaar. |
9. | Een kleine jongen van tien jaar die door een oudere misbruikt is, moet een week vasten; als hij toegestemd heeft, twintig dagen. |
10. | Als zo een jongen iets eet wat gestolen is, dan moet hij zeven dagen boete doen. |
12. | Als hij na zijn twintigste iets kleins steelt, moet hij twintig dagen boete doen. |
13. | Maar als hij op volwassen leeftijd iets soortgelijks doet, veertig dagen, een tweede keer honderd dagen. Als dit een gewoonte wordt, een jaar. |
17. | Een jongen die uit de ‘wereld’ komt en probeert met een of ander meisje ontucht te plegen, maar niet bezoedeld is, moet twintig dagen boete doen; als hij wel bezoedeld is, moet hij honderd dagen boete doen. Als hij evenwel naar gewoonte zijn verlangen vervult, moet hij een jaar boete doen. |
21. | Jongens die elkaar slaan, moeten zeven dagen boete doen, maar als zij al ouder zijn, twintig dagen; als het adolescenten betreft, moeten ze veertig dagen boete doen. |
vertaling Rob Meens
Cummeanus, Paenitentiale (Ierland, zevende eeuw): L. Bieler (ed.), The Irish Penitentials, with an appendix by D.A. Binchy, Scriptores Latini Hibernia 5 (Dublin 1963), 126-128.