27 Mei
Al vele jaren meenden muziekwetenschappers op een miniatuur waarop een negental zangers rond een muziekstandaard staat afgebeeld (31 cm × 20 cm, ca. 1530, zie: Madoc 11 (1987) 2, 104), de componist Johannes Ockeghem (ca. 1420-1497) te herkennen in de bebrilde man op de voorgrond. De Utrechtse musicoloog Willem Elders heeft aannemelijk kunnen maken dat de befaamde Zuid-Nederlandse componist, wiens vijfhonderdste sterfjaar dit jaar wordt herdacht, een van de andere zangers moet zijn geweest, namelijk die met zijn hand aan de standaard. Behalve dat het logisch is dat de kapelmeester Ockeghem zich dicht bij de lessenaar bevindt, onderscheidt hij zich ook door zijn capuchon en rode mantel van de overigen, aldus Elders. Uit rekeningen van het koninklijk hof blijkt dat Ockeghem in het jaar dat hij tot kapelmeester werd benoemd (1456) een bedrag ontving voor een rode toga om er netjes uit te zien tijdens zijn diensten. Ockeghems elegante verschijning, in 1477 beschreven door de Italiaanse musicus Francesco Florio, komt ook meer overeen met die van de man aan de standaard, dan met de robuuste figuur die tot dusver voor de beroemde kapelmeester werd aangezien (Trouw, 27-5-1997).