Gestreken muziek
La Lira d'Espéria 1100-1400. Jordi Savall en Pedro Estevan. Audivis E 8547, 1996. 54:53 min. Cat. A (ca. f45, -).
Jordi Savall, vaak geziene en gehoorde gast van het Holland Festival Oude Muziek (muzikaal leider van Hesperion XX) geeft in zijn toelichting duidelijk aan wat zijn bedoeling is met deze cd: ‘...to recreate a certain art of sounding the bow during that medieval period’. Oftewel: gestreken muziek uit Hesperia, het land van het westen. Vanuit het perspectief van de Grieken en Romeinen werden hiermee Italië en Spanje bedoeld.
Dat het gestreken snaarinstrument in middeleeuws Europa veel werd gebruikt blijkt uit de talrijke afbeeldingen en aanduidingen in historische en literaire bronnen. Voor de samenstelling van deze cd onderzocht Savall naast manuscripten ook iconografische bronnen, zoals afbeeldingen in steen, fresco's en glas in lood. Gecombineerd met muzikale bronnen en dat wat er uit mondelinge overlevering nog bekend is, maakte hij reconstructies van middeleeuwse gestreken muziek uit de periode 1100-1400. Hoewel de vroegste Europese representaties van dit instrumenttype zijn te vinden in een tiende-eeuws Mozarabisch handschrift (ca. 920-930) en enkele Catalaanse handschriften uit diezelfde periode, zijn er geen instrumenten uit deze tijd gevonden. Het eerste (vijfsnarige) exemplaar werd in 1941 in Polen gevonden en dateert pas uit de dertiende eeuw.
De uit de islamitische cultuur en Byzantium geïntroduceerde strijkinstrumenten blijken in Europa niet alleen in de volksmuziek maar ook in de hoofse cultuur veel te worden gebruikt door troubadours en jongleurs. Het verschil tussen de wat grovere dansmuziek en het wat verfijndere hofrepertoire is duidelijk te horen in werken als het Galicische Danza ritual, het Italiaanse Trotto, het Spaanse Alba en het sefardische Paxarico tu te Llamas, afkomstig uit Serajevo. Het dansachtige karakter wordt in de meeste composities nog eens extra benadrukt door het begeleidende slagwerk van Pedro Estevan.
Jordi Savall laat op vier typen strijkinstrumenten - een rebec (rebab), een vijfsnarige sopraanvedel, een vijfsnarige tenorvedel (vihuela di arco) en een zessnarige lira de arco, een lier-achtig instrument - muziek horen uit de drie culturen van het Middellandse Zeegebied: de Sefardische, Islamitische en Christelijke cultuur. De cd is zodanig opgebouwd dat elk van de verschillende secties (reconstructies van) werken uit deze drie culturen bevat. Deze worden telkens afgerond met twee composities uit een veertiende-eeuws Italiaans manuscript, waaronder het wat bekendere Saltarello en de istampitta Lamento di Tristano. Herkenbaar zijn niet alleen de Mediterrane klanken uit Griekenland en Macedonië, maar ook intervallen uit de Arabische muziek.
Savall en Estevan geven hier een bijzondere indruk van wat in het middeleeuwse Espéria door gelijkgestemde speellieden moet zijn gespeeld. Stuk voor stuk mooi, en toch niet te clean. Sommige bijgeluiden hadden echter wel achterwege mogen blijven.
Anne Houk de Jong