Speculum amoris
Speculum amoris. Lyrique de l'Amour Médiéval du mysticisme à l'érotisme. La Reverdie. Arcana A 20. 1993. 51:33 min. Cat B (ca. f40, -).
La Reverdie is een van die ensembles die er geen enkel probleem van maken instrumenten bij de uitvoering van liederen te betrekken. Gelukkig maar dat er nog ensembles bestaan die zich niet geheel stukbijten op de authenticiteit, maar die werkelijk iets doen met materiaal dat voor het grote publiek niet altijd even toegankelijk is. Dit jonge ensemble prikkelt met deze cd de verbeeldingskracht. Men mag haast hopen dat er in de Middeleeuwen met net zoveel verve gemusiceerd werd. De musici - Elisabetta de Mircovich, Doron David Sherwin, Claudia Caffagni, Livia Caffagni - zijn zowel instrumentalist als zanger. Ze begeleiden zichzelf of elkaar en dat blijkt prima te kunnen samengaan: zuiver, speels en levendig.
De spiegel der liefde die ons voorgehouden wordt bevat liefdesliederen van de dertiende tot de vijftiende eeuw. Het is een breed repertoire waarin de liefde in verschillende vormen wordt bezongen: de hoofse liefde, zoals die in de troubadourlyriek wordt beschreven, de verering van Maria in religieuze liederen, de zinnelijke liefde uit de volkspoëzie en de ideale liefde uit het Hooglied. Typerend voor de teksten is dat de religieuze en wereldlijke connotaties veelal uitwisselbaar zijn. Het Edi beo the, hevene quene (Engeland, dertiende eeuw) is duidelijk een Marialied, maar in veel van de andere liederen kan men de verering van de vrouw zowel op Maria betrekken als op vrouwen in het algemeen.
Naast het enkele Duitstalige werkje Ain Graserin van Oswald von Wolkenstein (1377-1457) bevat de cd overwegend anonieme liederen uit Italië, Frankrijk en Engeland. Stuk voor stuk prachtige miniaturen in tekst en muziek.
Het openingsstuk Laude novella sia cantata is afkomstig uit het dertiendeeeuwse Laudario di Cortona. Het wordt vierstemmig neergezet, begeleid op vedel, luit, fluit, symfonia en slagwerk. Een dynamische entree.
Ontroerend is het Dulcis amor uit de Carmina Burana. Het wordt prachtig gezongen door Elisabetta de Mircovich, die zichzelf daarbij op de harp begeleidt. Met haar lichte strakke stem zorgt ze voor een grote eenvoud, zoals ook in Ma douce amour van Johannes Simon Hasprois.
Van Engels grondgebied hoort men op deze cd het anoniem overgeleverde Patrie pacis (veertiende eeuw) en het Eya martyr Stephane (vijftiende eeuw). Het tweestemmige Qualis est dilectus tuus is van John Forest, een componist van wie, net als van zijn veel bekendere tijdgenoot John Dunstable, enkele werken in het Old Hall-manuscript zijn overgeleverd. Het dateert van eind veertiende eeuw.
Het lied Questa fanciulla Amor wordt in twee versies uitgevoerd: de vocale versie van Francesco Landini (1335-1397) en een uitsluitend instrumentale versie ervan. Quan je voy en Tres douls amis worden eveneens instrumentaal uitgevoerd, virtuoos en verrassend zuiver. Ook wie van authentiek houdt, zal moeten toegeven dat dit een mooie cd is. Te mooi, eigenlijk. Met wat minder (toegevoegde?) kerkgalm had het iets natuurlijker geklonken.
Anne Houk de Jong