serie
Mediëvisten op het verkeerde been
Een vervalsing wordt pas interessant als ze als zodanig herkend wordt. Al spoedig rijst dan de vraag, hoe het kon gebeuren dat ze eerder wèl als echt, authentiek, oorspronkelijk werd gezien. Het antwoord op die vraag behelst in veel gevallen meer dan enkel het genie van de vervalser. Maar al te vaak zijn er ook andere factoren in het spel: onwetendheid, wishful thinking, persoonlijke ambities en emoties, stokpaardjes, modegrillen.
Ieder terrein van de cultuur kent zo z'n voorbeelden, ook de wetenschap. Juist die vakken waarin gewerkt wordt met historisch bronnenmateriaal blijken nogal eens het slachtoffer te zijn. De mediëvistische disciplines vormen daarop geen uitzondering. Tal van voorbeelden zijn er te geven. Het meest berucht in Nederland is wellicht het zogenaamde Oera Linda Boek, waarover medioneerlandici en historici tot in deze eeuw toe een verhitte discussie hebben gevoerd voordat het definitief als falsum van de hand werd gewezen. Bekend zijn ook de talloze falsa - als vals hier de juiste benaming is - die de Middeleeuwen zelf hebben voortgebracht. Nog voor de Middeleeuwen ten einde waren, werd de jacht ingezet op valse oorkonden, valse relieken en vitae van historische heiligen, enzovoort. De Donatie van Constatijn, waarop Rome zich eeuwenlang had beroepen om haar wereldlijk en kerkelijk gezag te legitimeren, werd door Lorenzo Valla in de vijftiende eeuw ontmaskerd als een vroeg-middeleeuwse vervalsing.
In de komende nummers van Madoc zullen enkele van die vervalsingen aan bod komen: middeleeuwse en na-middeleeuwse. Stuk voor stuk vervalsingen die de beoefening van de mediëvistiek op een eigen wijze hebben beïnvloed. De reeks ‘Mediëvisten op het verkeerde been’ opent op de volgende bladzijden met een klassieker in het genre: de rijmkroniek van Klaas Kolijn.
Fresco in de Basilica Quattro Coronati te Rome (±1246). Constantijn die van lepra is genezen, reikt paus Sylvester de tiara aan.