Madoc. Jaargang 1992
(1992)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermdMarcabruHanny Alders, Marcabru. Troubadour, huursoldaat en vrouwenhater. Schoorl (Uitgeverij Conserve), 1992. 400 p. ISBN 90-5429-008-0. f 49,90 (paperback). ISBN 90-5429-009-9. f 75, - (geb.).De Occitaanse speellieden, de joglars, hadden in de dertiende eeuw de gewoonte, de liederen van een bepaalde troubadour in te leiden door een korte levensbeschrijving, een vida, voor te dragen. Soms ook vertelden ze, vóór ze een lied zongen, een razo, een korte anekdote over de omstandigheden waaronder het lied geschreven was. Deze vidas en razos zijn vaak afgeleid uit de liedteksten die ze geacht worden te verklaren. Met haar nieuwe roman Marcabru plaatst Hanny Alders zich in de traditie van de joglars, die de vidas en de razos bedacht hebben. Haar hoofdpersoon is één van de vroegste troubadours, dichter-componisten uit de twaalfde en dertiende eeuw, die schreven in het Occitaans, de taal van Zuid-Frankrijk. Hij leefde in de eerste helft van de twaalfde eeuw. In zijn eigen tijd moet er veel waardering geweest zijn voor zijn werk, want er zijn meer dan veertig liederen van hem over- | |
[pagina 242]
| |
geleverd, meer dan van de meeste andere troubadours. Ook zijn er twee korte vidas aan hem gewijd, die volkomen los van elkaar staan en die weinig concrete informatie bevatten. Deze liederen en vidas vormden het materiaal waarover de schrijfster beschikte en waarmee ze gewoekerd heeft. Met dit materiaal als uitgangspunt heeft ze een gedegen studie gemaakt van de geschiedenis van Frankrijk en Spanje in deze periode. Uit de namen en de toespelingen op historische feiten die in de gedichten voorkomen blijkt dat dit het gebied was waarbinnen Marcabru zijn beschermers en broodheren gezocht heeft. Het historische kader waarbinnen het verhaal zich afspeelt is dus met zorg opgebouwd. Maar we hebben te doen met een roman, niet met een wetenschappelijk werk. Het gaat erom, of we in de personen en situaties kunnen geloven. Hanny Alders heeft voor haar verhaal een interessante structuur gevonden. Ze voert twee personen op die Marcabru gekend hebben, in het eerste deel Renaud, in het tweede deel Cabra. Renaud is een jongere zoon uit een adellijk geslacht, door zijn familie voor de kerk bestemd en naar Parijs gestuurd om te studeren. Daar is hij in verkeerd gezelschap geraakt en gesjeesd als student. Nu zwerft hij rond en knapt als huurling allerlei smerige karweitjes op. Wat een vondst, deze figuur: vertrouwd met adellijke en clericale kringen en thuis onder het volk, kan hij zonder op te vallen in de kroeg van gedachten wisselen met de hoofdpersoon, over politiek, poëzie en wat al niet, en zo een heel levensverhaal horen en aan ons doorgeven. Dit eerste deel loopt tot de dood van Marcabru's eerste beschermheer, Willem X van Aquitanië, in 1137. Het wordt vijftien jaar later verteld. Op dit punt van zijn levensverhaal gekomen, wordt Marcabru het slachtoffer van een aanslag en blijft voor dood liggen. Cabra is een joglar uit Noord-Spanje, waar Marcabru heengetrokken is na de dood van Willem X om als hofdichter en huursoldaat in zijn onderhoud te voorzien. Chronologisch loopt niet alleen het levensverhaal door, ook het verhaal van Cabra wordt later verteld, en wel aan Renaud, die gekweld door wroeging de opdrachtgever van de aanslag zoekt. Het is jammer dat deze structuur in de loop van het verhaal op sommige plaatsen niet voelbaar is. Dan krijgt men de indruk, dat er een alwetende verteller aan het woord is, die alle personen doorgrondt en ook informatie verstrekt over gebeurtenissen op verafgelegen plaatsen, zoals met name over de Tweede Kruistocht. Het wordt dan wel voorgesteld of de verteller dingen vertelt die hij van derden gehoord heeft, maar het procédé boet hierdoor toch in aan geloofwaardigheid. Het lijkt of de schrijfster zich hier geen beperkingen heeft kunnen opleggen, of ze geen afstand heeft willen doen van op zichzelf boeiende historische stof, die echter zo ver van de kern van haar verhaal afstond, dat de spanning eronder geleden heeft. Waar het verhaal zich concentreert op de hoofdpersonen is de vertellersrol veel geloofwaardiger. We zien in beide delen Marcabru door de ogen van iemand die sympathie voor hem heeft opgevat en die zijn werk bewondert. Het ligt dan ook voor de hand, dat we een beeld van de troubadour krijgen, dat overwegend positief is. Om dit beeld te vormen heeft de auteur de liedteksten gebruikt. Marcabru toont zich in zijn werk een zelfbewust kunstenaar - vaak signeert hij zijn liederen. Hij is een streng moralist, die hoge eisen stelt aan de mens en die onomwonden en vaak in grove bewoordingen zijn kritiek spuit. | |
[pagina 243]
| |
Soms komt hij over als een verbitterd mens. De hoofse waarden die hij hoog houdt ziet hij rondom hem verwaarloosd en vertrapt worden. Zo tekent Hanny Alders hem ook en haar portret overtuigt. Maar is hij ook een vrouwenhater, zoals hij in de titel genoemd wordt? Ik heb de indruk, dat de schrijfster haar lezers wil provoceren met dit woord en dat ze het niet eens is met de critici die hem zo noemen. Als moralist belijdt Marcabru een zeer vergeestelijkt liefdesideaal en verwerpt hij de zinnelijke liefde. Hij ziet zijn tijd als een periode van zedelijk verval en laakt in zijn scherpe satirische liederen zowel mannen als vrouwen, die niet aan zijn standaard beantwoorden. Ook tegen de poëzie van zijn tijdgenoten trekt hij van leer. Toch heeft hij ook liederen geschreven waaruit waardering voor vrouwen blijkt. Hanny Alders heeft al deze aspecten in haar romanfiguur verwerkt. Hoewel Marcabru niet de indringendheid van haar monnik Godeschalk bezit, heeft de auteur een overtuigend personage weten te creëren.Ga naar eindnoot1. De persoonlijke gevoelens en lotgevallen van dit personage zijn ontsproten aan de fantasie van de schrijfster - de liederen vertellen niet van wie hij heeft gehouden, wie zijn vrienden waren, of hij met heldenmoed zijn gedemoraliseerde strijdmakkers moed ingezongen heeft, en de historische bronnen nog minder. Marcabru's werk is op nog een manier van groot belang in deze roman. In de loop van het verhaal worden veel liederen gezongen. Vaak wordt de - fictieve - gelegenheid beschreven, waarbij dit gebeurt. Zo zit het verhaal vol razos. Uit bijna alle gedichten van Marcabru worden strofen gebruikt, sommige worden in hun geheel geciteerd en ook liederen van enkele andere troubadours zijn in het verhaal opgenomen. Op één na zijn alle vertalingen van de hand van de schrijfster. Ze zijn tekstgetrouw, soms heel mooi, soms wat houterig, een enkele keer onbegrijpelijk als je het origineel niet kunt raadplegen. Vaak is het rijm vervangen door assonantie. Marcabru zelf heeft zich in zijn werk herhaaldelijk uitgesproken over het dichten. Daarvan heeft de auteur gebruik gemaakt om - misschien alleen voor zichzelf - een grapje te maken over haar vertaling van één van de gedichten. Op blz. 151-155 wordt een dichterlijke woordenstrijd beschreven. Twee dichters, Marcabru en Catola, maken samen een tenson, een twistgedicht, om de beurt een strofe. Catola begint en Marcabru antwoordt. Dan komt Catola weer, en de schrijfster laat Marcabru zich erover verbazen dat zijn mededichter het rijm wijzigt. Dat is namelijk tegen de regels van het genre. In het oorspronkelijke gedicht is de regel die wil dat alle strofen dezelfde rijmklanken hebben wel gerespecteerd. Waarschijnlijk is deze eis voor de vertaalster net iets te veel geweest en laat ze dus in zekere zin haar romanfiguur zich verbazen over haar dichterlijk onvermogen. De uitgebreide documentatie aan het eind bevat naast een bibliografie en een namenregister ook een beknopte, maar zeer duidelijke en goed doordachte verklarende woordenlijst van begrippen uit de troubadourlyriek. Hanny Alders heeft met Marcabru een roman geschreven, die ondanks enkele uitweidingen een boeiend beeld geeft van een dichterleven, zoals het geweest kan zijn tijdens de beginperiode van de Occitaanse cultuur, een beschaving die een sterke uitstraling gehad heeft naar alle landen van West-Europa. Wie in de Middeleeuwen geïnteresseerd is en van een goed verhaal houdt, mag de kans | |
[pagina 244]
| |
niet voorbij laten gaan kennis te maken met deze strijdbare dichter en pessimistische cultuurfilosoof. Corry Hogetoorn |
|