kunsthistorici dat zij de vrouw van de Florentijnse koopman Francesco del Giocondo geweest moet zijn. Op de door hen gevonden boedellijst van Leonardo's leerling Salai wordt een Quattro dicto la Joconda vermeld: deze aanduiding en de bijzonder hoge taxatie van onder meer dit schilderij, na Salai's dood in 1524, vormen de grondslag van hun theorie. Daarmee zou de datering van de Mona Lisa opschuiven van ná 1513 naar tussen 1500 en 1503, de zogenaamde tweede Florentijnse periode van Da Vinci. Tevens zou blijken dat Vasari, de vaak onbetrouwbare biograaf van schilders, ditmaal op zijn woord geloofd had kunnen worden. (NRC/Handelsblad, 20-2-'91)