Mediaevisten Contact in de weg is gaan staan. Ik ben er niet van overtuigd dat de bundel Oorlog in de middeleeuwen resultaat is van interdiscplinair overleg en onderzoek. Daarvoor heb ik drie argumenten.
- De doelstelling van de lezingencyclus die aan deze bundel ten grondslag lag, is te breed van opzet. Het ‘uit de doeken doen van het middeleeuwse oorlogswezen en haar invloed op de kunst, literatuur, geloof, filosofie, politiek, mentaliteitsvorming en maatschappij’ (p. 7) heeft niet tot een centrale vraag- of probleemstelling geleid, waardoor de verschillende auteurs zich hadden kunnen laten leiden. In plaats daarvan zijn allen uitgewaaierd naar zijn of haar eigen deskundigheid of deelterrein zonder dat men de mogelijkheid had om op een centrale vraag af te stemmen.
- Uit de artikelen blijkt nergens dat de auteurs op de hoogte zijn van elkaars onderzoeksbevindingen. Een enkele maal verwijst men in globale zin naar een onderwerp van een der artikelen. Ik heb niet de indruk dat de auteurs voor deze bundel ook maar één keer voor gezamenlijk overleg bij elkaar zijn geweest om de samenhang tussen de verschillende studies met het oog op een gebundelde publikatie te vergroten.
- De redacteur heeft gepoogd nog enkele inhoudelijke verbanden aan te geven tussen de studies van Voorwinden en Maso, tussen Krop en Van Leeuwen, en tussen Ottenheym en Madou. Indien deze samenhangen al zijn te verantwoorden waar het onderwerpen betreft die soms eeuwen van elkaar verwijderd zijn, dan nog blijft het jammer dat zij niet bindend waren voor de volgorde waarin de artikelen in de bundel zijn opgenomen.
Op zichzelf biedt deze bundel interessante artikelen. Toch vrees ik dat de interdisciplinaire arbeid nog moet beginnen. Het vormen van een samenhangend beeld over ‘het middeleeuwse oorlogswezen’ wordt nu aan de lezers overgelaten.
Hans van Reisen