Madoc. Jaargang 1989
(1989)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jeannette Nieuwland
| |
[pagina 3]
| |
van het materiaal kon mijn scriptie niet meer dan een aanzet zijn, en ik moest bovendien vaak hiaten opvullen met gissingen. De overeenkomst tussen de huidige en de middeleeuwse genezingswonderen is mijns inziens gelegen in het constant blijven van een samenspel tussen lichaam en geest. De essentie van dit samenspel is het feit dat - hoe precies is onduidelijk - lichaam en geest in de hersenen met elkaar in contact kunnen treden en ‘boodschappen’ aan elkaar kunnen doorgeven. Deze ‘boodschappen’ worden op verschillende manieren vertaald en tot uitdrukking gebracht: door het lichaam in allerlei fysieke processen en door de geest in beelden. De laatste tijd is men gaan inzien dat een welbevinden van de geest essentieel is voor de gezondheid van het lichaam. Dat komt doordat positieve ‘levensboodschappen’ vanuit de hersenen het immuun-afweersysteem van het lichaam activeren; negatieve kunnen het daarentegen lamleggen. Als men de middeleeuwse genezingswonderen vanuit dit uitgangspunt wil benaderen, betekent dat dat men de oorzaak van de ziekte, behalve in de fysieke omstandigheden, ook zou kunnen zoeken in de immateriële situatie waarin de patiënt verkeerde. Als er een relatie te leggen is tussen het optreden van een ziekte en gebrek aan geestelijk welzijn, dan moet er ook samenhang zijn tussen genezing en verbetering van het psychisch welzijn. Derhalve heb ik gezocht naar factoren die tijdens een pelgrimstocht en het verblijf in een bedevaartplaats de geest van de zieke geholpen kunnen hebben, het evenwicht te hervinden en het lichaam aan te zetten tot het bestrijden van de ziekte - let wel, dit alles is natuurlijk voor de patiënt een volkomen onbewust proces. Helaas kan ik hier op die factoren maar heel kort ingaan. Van essentieel belang is in de eerste plaats het moment waarop men besluit hulp bij het graf van een heilige te zoeken. In het kader van de bovengeschetste relatie tussen | |
[pagina 4]
| |
lichaam en geest kan men zich voorstellen dat met dit besluit een duidelijke positieve ‘levensboodschap’ aan het lichaam doorgegeven wordt: men kiest ervoor alles te doen om genezing te vinden en gelooft ook in de mogelijkheid daarvan. Daarom is het niet verwonderlijk dat sommige zieken reeds op dit moment geheel of gedeeltelijk herstel vinden. (Fotobijschrift)
Genezing van Bernlef door Liudger. Uit: H. Schrade Die Vita des hl.Liudgers und Ihre Bilder, Münster, 1960. Voorts is er een aantal meer uiterlijke factoren die een helende invloed gehad kunnen hebben. Daartoe behoren de belevenissen onderweg en in het bedevaartsoord. Niemand zal veel moeite hebben zich de rustgevende werking van het gezang van monniken voor te stellen; tegenwoordig komt men steeds meer tot de overtuiging dat schoonheid, in wat voor vorm dan ook, genezing kan bevorderen. Zeer belangrijk is daarnaast de onderlinge saamhorigheid die ontstond tussen de pelgrims die vaak langere tijd bij een graf vertoefden. Men mag aannemen dat zij met elkaar meeleefden en hoop | |
[pagina 5]
| |
putten uit de genezing van één in hun midden. Dat blijkt ook uit de algehele blijdschap die ontstond in een kerk als daar iemand genezen was. Het klinkt misschien vreemd, maar momenteel wordt steeds vaker gewezen op het belang van hechte intermenselijke relaties in een genezingsproces. Ook aan de invloed van biecht en boete mag hier niet voorbijgegaan worden. Het uitstorten van het hart, het overwinnen van haat en het verwerken van ‘onvoltooide’ zaken wordt beschouwd als een genezing-bevorderende factor. Gezien de interactie tussen lichaam en geest is het voorstelbaar dat iets dat door de geest als een zuivering en bevrijding ervaren wordt, ook op het lichaam die uitwerking heeft. Voor de middeleeuwer bestond in ieder geval geen twijfel over de relatie tussen biecht, boete en genezing, zoals blijkt uit een verhaal uit het Leven van St Liudger, waarin verteld wordt hoe hij de blinde Bernlef geneest na hem eerst de biecht afgenomen en een boete opgelegd te hebben.
Nog een laatste mogelijke positieve factor dient hier vermeld te worden. Dat is het middeleeuwse equivalent van de heden ten dage voor de bestrijding van talloze ziekten toegepaste visualisatietechniek. Het menselijk lichaam blijkt, zoals gezegd, beïnvloed te kunnen worden door voorstellingen in de psyche. Dat heeft tot gevolg dat men met de geest een helende invloed kan uitoefenen op een ziek orgaan door zich voor te stellen dat de ziekte bestreden wordt of dat een proces van herstel in gang gezet wordt. Modern wetenschappelijk onderzoek heeft de effectiviteit van deze methode aangetoond. Psychologen raken steeds meer overtuigd van de vruchtbaarheid van het gebruik van beelden om genezing te stimuleren. Maar men mag aannemen dat de pelgrims zich onderweg naar het heiligdom concentreerden op de ontmoeting met de heilige en de van hem verwachte genezing. Daarbij was natuurlijk sprake van een steeds toenemende gespannen verwachting. Deze bereikte haar hoogtepunt bij het graf zelf, en vaak tij- | |
[pagina 6]
| |
dens het nachtelijk verblijf aldaar. In een droom verscheen de heilige aan de zieke, raakte hem aan en genas hem. Wakker geworden ontdekte de pelgrim dat het beeld werkelijkheid was geworden: ‘Toen Helidwinus die nacht zijn ledematen aan de slaap overgegeven had in het portaal dat gelegen is voor de ingang tot de kerk waaronder het graf van de heilige priester (Liudger) gelegen is, verscheen hem de belijder des Heren in een droomgezicht, omgeven door een groot licht en met een gevolg van geestelijken, raakte zijn ledematen aan en verdween weer, hem in een diepe slaap achterlatend. Gewekt door de geluiden voor de nachtelijke vigiliën stond hij gezond op en, de stok van zijn voormalige gebrekkigheid vergetend, ging hij met de anderen verheugd en zonder letsels de kerk binnen.’Ga naar eindnoot1. |
|