Manabe Anton behoort tot die mensen die door hun bijzondere levensomstandigheden geen andere keuze hebben dan in een creatief beroep de enige mogelijkheid te erkennen om in deze wereld te overleven. De tegenwoordige houtsnijder en schilder stamt uit een arbeidersgeslacht met boeren als voorouders. Het fantastische landschap van Zuid-Karinthië met zijn bossen, gebergten en de nabijgelegen grens met Joegoslavië mag toeristen dan aanlokkelijk schijnen, voor de plaatselijke bevolking - de Slovenen en de zogenaamde Duitskarinthiërs - betekent het hard werken in een onherbergzame omgeving.
Daar het alles opslokkende toerisme en de politici, die uit de smeltkroes van volkeren hun reactionair soepje trekken, de geestelijke bekrompenheid tot onverdraaglijke hoogte doen stijgen, zullen ze in een jong mens, die net zijn schooltijd in een katholiek internaat achter zich heeft, uitsluitend de wens oproepen zo snel mogelijk te vertrekken. Vanuit het provinciaalse kikvorsperspectief lijkt Wenen al gauw een wereldstad. Dus op naar Wenen, om daar de wereld van opgeslagen beelden te zien kwijt te raken. Er ontstaan grote panelen, op hout of linnen geschilderd en onstuimig van kleur, waarvan de overborrelende picturale symbolen zich laten interpreteren als een intellectuele discussie met afkomst, heden en voorvoelde toekomst. Juist de tegenstelling tussen intellectualisme en creatieve explosie, alsook de opheffing ervan, leidt langzamerhand tot gedisciplineerde schilderkunstige vormen. Daarbij komt nog dat Manabe Anton zichzelf als een arbeider ziet, wiens werkdagen volgens een nauwkeurige planning verlopen. Zijn keuze voor arbeidsintensieve technieken voert hem tot kopergravures die uit verscheidene lagen bestaan en die de betreffende thema's in driedelige, tot altaren samengevoegde eenheden uitdiepen.
De stap van kopergravures naar houtsneden lijkt niet zo erg groot, maar toch markeert dit een ingrijpende beslissing. Manabe Anton verlaat hiermee namelijk de op modernismen azende kunstmarkt en dwingt zichzelf zijn standpunt te bepalen tegenover een overrijke traditie. Hij begeeft zich willens en wetens op de moeizame weg tot Meester.
Dat zijn beeldspraak deze ontwikkeling al in zijn grote schilderijen doet voorvoelen, bewijst de innerlijke logica van zo'n overstap. Manabe Anton kopieert de werkelijkheid niet, maar zet signalen en tekens neer. De aldus ontstane metarealiteit vertelt verhalen die zich achter de op de voorgrond zichtbare afbeelding afspelen, om zo complexe samenhangen in de toeschouwer wakker te roepen, zonder dat hij het plezier in het kijken verliest.
Werner Herbst