Maatstaf. Jaargang 38
(1990)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermdVan BaerlestraatMeisjes zagen verschrikt de klok op twee
voor negen springen. Haastige meneren
droegen hun koffertje als een trofee.
De musicus betrad het stamcafé.
Ik zag een meeuw over het Stedelijk scheren.
| |
[pagina 83]
| |
P.C. HooftstraatDure mevrouwen liepen langs de fraaie,
misschien wel fraaiste winkels van de stad.
De airdale terrier liet zich even aaien.
Een zuiderwind kwam zacht de hoek om waaien
of daar zojuist een bruid gelopen had.
| |
Leidse BosjeVerkeer ging als een waaier dicht en open.
Gemeentewerken groef een diep ravijn.
De zwerver uit het park had niets te hopen.
Wie ging er aan de kar een haring kopen?
De dame met de schoothond aan de lijn.
| |
StadsschouwburgDe muzikant onder de balustrade
speelde Don't Blame Me op de saxofoon.
(Ik leerde van mijn broer ooit die ballade.)
Later, mijn whisky drinkend aan de kade,
hoorde ik nog lang de bronzen ondertoon.
| |
[pagina 84]
| |
SpuiAchter het hoge raam: de nieuwe boeken.
Het hoekcafé had reeds de klapdeur los.
De dokter fietste weg voor huisbezoeken.
In het café: drie man in trainingsbroeken.
Ik dacht aan spa maar vroeg een calvados.
| |
KalverstraatHet winkelend volk versloeg met bonte kleuren
het toch niet flauwe gamma van de straat.
Uit coffeeshops en lunchrooms dreven geuren
van cappucino en croissant door de open deuren.
Rondom slopen de kinderen van het kwaad.
| |
DamrakDe obers openden de bovenlichten.
Op het terras kwamen de lunches door.
Van beurs naar beurs schoten als bliksemschichten
via de satelliet de koersberichten.
Ik vroeg mij af of ik daar geld verloor.
|
|