Maatstaf. Jaargang 38(1990)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Max Niematz Gedichten Kärntnerstrasse Van flik en fondant bezie ik de wondere schalen, rumpastilles in goudfolie. Lijn tien rijdt achter mijn rug weg. Hetgeen maar zegt: Je hart is zuiver als een kirschbonbon. Een truffel op de tong, en niet meer ommezien. Voetzetten in de suikerpaden, nu van verre een verse tram verlangend naar ons nadert. Zijn bel luidt het bederf in. [pagina 64] [p. 64] Café Votiv Je moet je extra druk maken. Zodra in je de koorts heviger wordt dan die in de koffiehuizen, zit alles goed. De lucht in de balg wordt heet. Uit de hoftuin stijg je op boven de warmebroodjeszaken. Wind snijdt door je merg. De nietigste daad krijgt plots het kernachtige van de samenhang. Knoop je jas toe, laat de bries geen vat op je krijgen. Duizelen? Goed. Maar doe het precies, of de grote elementen overrompelen je. Achter je krant in café Votiv. Kraai Jammer, zeg je, dat de kraai in het zomerhuis zit, broeder al-vogel. Anders hadden wij daar samengelegen, buik aan buik, in liefdes asylum. Vleugellam zit hij voor het raam op zijn galgje, pikkend naar luis, ongedurig heen en weer hippend op het horen van zijn stamgenoten. De vrijheid zou hem spoedig noodlottig worden, en wij, die loeren op net zo'n kans, ook wij moesten haar bekopen, op de divan in dierenliefde. Vorige Volgende