Of dan hield-ie je tegen als je 's morgens op de fabriek kwam, met zo'n heel verhaal over hoe-die net de zonsopgang had gepikt, over het rangeerterrein van de Illinois Central.
En Doug vertelde dat-ie een keer met zijn vrouw bij C.C. Murphy's was, op een zaterdagmiddag, en Ray stond daar met zo'n statief midden op de straat te schreeuwen dat ze op moesten donderen omdat ze in zijn beeld liepen.
Je hobby, da's iets van jezelf. Daar moet je andere mensen niet mee lastig vallen.
Maar met Ray werd 't alleen maar erger.
En dat had niks te maken met toen Westinghouse wegging, want toen stonden wij ook op straat. En ook niet met toen z'n vrouw overleed, want Doug z'n vrouw is van 'm afgegaan; da's nog veel erger en Doug is geen spat veranderd.
Wij kwamen tot de conclusie dat Ray te veel foto's had gemaakt. In de laatste jaren was 't zo, dan zwierf-die door de stad, met al z'n apparatuur en als-ie je dan zag, dan huppelde-die naar je toe en dan zei-die bij voorbeeld - zo helemaal opgewonden: ‘Kijk toch 's die lijnen! Die gevel van de First National en die winkels d'rnaast! Dat patroon!’ En dan hoefde je niet eens meer te kijken natuurlijk, want First National is afgebroken toen de gieterij wegging.
Of dan stond-ie met z'n statief op het grote viaduct en dan zei-die: ‘Het is kwestie van geduld. Wachten tot ze alle wagons precies in slagorde hebben, en dan pik ik de locomotief op de draaischijf.’ En dat rangeerterrein, mijn God, daar groeit nou genoeg gras voor een hele kudde koeien.
Hij had te veel foto's gemaakt, Ray. Hij kon 't niet meer uit elkaar houden, zoals de stad d'r in het echt uitzag en dingen die-die door z'n lens had gezien, soms jaren terug.
Hij was echt op z'n eind, zoals Jimmy zei.
Een paar weken na zijn dood kwam d'r hier een vent binnen, 'n vreemdeling, pak aan, regenjas, die vroeg naar Ray z'n huis en of wij 'm hadden gekend.
Blijkt dat Ray een brief had gestuurd naar het museum van Ohio State in Columbus, dat ze zijn hele verzameling mochten hebben.
Dus wij met die man naar de makelaar en die gaf ons zo de sleutels, geen probleem, en die zei nog dat-ie die tent voorlopig toch niet zou opruimen, omdat-ie goeie huizen nog niet aan de straatstenen kwijt kon.
Dat was wat, hoor, dat huis van Ray. Zo'n bende hadden we nog nooit gezien. En stinken! En overal foto's, op alle muren, met plakband en punaises, tot in de badkamer toe, en alle laden en kasten vol en op de tafel en de stoelen en overal over de vloer.
D'r lijkt wel niet zo erg veel systeem in deze verzameling te zitten, zei die vent van 't museum, want dat was een kale kouwe, hè.
En hij zat aan de tafel die foto's te bekijken en wij droegen telkens nieuwe aan, overal uit het hele huis vandaan.