Maatstaf. Jaargang 31
(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
[pagina 54]
| |
Ter aarde
gedichten op de landschapskaart
elk gehucht gelegen aan de Dode Zee
met legenda wordt verklaard:
recht daarboven ligt de Zwarte Zee
het vers als Dodewaard -
de jongen kwam uit Kinderdijk -
verdronken in de Slotervaart -
gevonden aan de Amsteldijk -
o, dit zingen van het Zwartewater,
dat Woud van Rijn en Sater,
Noordeloos en Loos gedregd,
Moordrecht en de Zuilen aan de Vecht.
van Rouwkoop tot aan Wassenaar
ligt het kind begraven bij Ter Aar
Donker
telefonisch stokt de teller in het hoofdkantoor
we doen weer dingen zonder wederzijds gehoor
ik graaf opnieuw het sterven boven
en dool door de versteende hoven
waar jongens liggen: rij na rij
in een verzande galerij
met het aantoonbaar kwaad.
verdoemd, verdronken zaad
geen spoor van evenwicht
verzongen regelmaat:
het onbewogen kinderlicht
| |
[pagina 55]
| |
Ter zee
hij zal toch nog wel ergens zijn: een strand
waarop dat residu is neergelegd, verzand
wellicht, maar voor een chemicus ontleedbaar
uit kiezelstof. Hij rijmt formules met elkaar
en zegt: ‘Dit is een jongen, genetisch zus en zo’
een genie tussen Biarritz en Bilbao
dat met retort en petrischalen
in staat is leven uit de dood te halen
zodat - de Middag van de Wetenschap -
mijn Kind uit het kubieke blauw ontsnapt
volkomen hergeformuleerd
tot leven wederkeert
het functioneren van de taal wordt onbeperkt
de dichter droomt het lied dat werkt
|
|