gevallen zal ik aanduiden en verklaren, beide zijn ze het gevolg van nonchalante zelfgenoegzaamheid. Bij het vaststellen van de definitieve tekst had ik ze willen verbeteren maar toen het ogenblik van de bundeling daar was bleken ze zó goed in het kader te passen dat ze ongetoetst en onbemerkt door de controle slipten. Zo sieren en ontsieren ze vii 18 (Galla's Gebrek 164) en ix 104 (Het Oordeel van Paris 103).
Galla's Gebrek eindigt met ‘disce vel inde loqui’. Inde, dat eigenlijk ‘vandaar’ betekent, wijst hier terug naar het hinderlijk luidruchtig sexorgaan van deze dame en, omdat zij zelf blijft zwijgen tijdens de sexuele gemeenschap, spoort de spreker haar aan om van die sonore vagijn te leren hoe men zulke intieme omstandigheden hoort te begeleiden. Was het niet Casanova die schreef: ‘Sans le plaisir de la parole le plaisir de l'amour ne mérite pas le nom de plaisir’? Daarom, eigenwijs, draaide ik in mijn eerste versie terwille van de potsierlijkheid de rollen baldadig om en verzocht Galla, als ze dan toch in haar stilzwijgen volhardde, de brabbelaar verstaanbaar en duidelijk te leren praten: ‘leer dan hèm verstaanbaar en gewoon latijn te praten’. In plaats daarvan had ik eigenlijk iets moeten schrijven als: ‘leer van hem hoe men in die omstandigheid moet praten’. Peccavi, ik deed het Latijn geweld aan, verving disco door doceo, alleen maar omdat het grappiger leek.
De tweede fout, veel grover en bezwaard met godslastering, beging ik aan het slot van ix 104 (Het Oordeel van Paris 103). Dit epigram is wèl door mijn recensent opgemerkt want hij zegt ervan dat het bij mij ‘populair’, bij Martialis ‘(ironisch) plechtig en hoogdravend’ is. Moge dit al zo zijn, mij klonk het vooral ironisch in het oor. Maar hoe kon hij als classicus niet ontdekken dat het slot louter inventie van de vertaler is? Wellicht om dezelfde reden die mij de fout deed begaan: het klonk aardig. Mijn lapsus is weer dat ik in eerste aanleg Martialis' tekst verving door iets waarvan nauwelijks Anklänge aanwezig zijn in het Latijn en dat ik niet corrigeerde omdat het niet ketters klonk. Ik schreef namelijk dat Paris, met voorbijgaan van de drie godinnen, de schoonheidsprijs aan de tweeling zou hebben geschonken als die daar present was geweest en de knapen vervolgens aan Jupiter zou hebgen aangeboden als secondanten van Ganymedes. Nu is er nergens sprake van zo'n aanbieding aan Jupiter. Er staat integendeel: wanneer de tweeling op het bedoelde oordeel aanwezig was geweest, had Paris de godinnen in de kou laten staan en had hij de beide jongens regelrecht meegenomen naar zijn phrygische Heimat en dan zou de schone Helena nooit door hem geschaakt zijn (dus geen trojaanse oorlog). Hoe kon ik die tekst zo vervalsen nadat ik daarboven tekstgetrouw geschreven had:
Paris had voor die twee gestemd
als hij ze eerder had gezien
en had Vrouw Venus, Juun en Mien
stil laten prijken zonder hemd.
En even getrouw, zo niet aan de letter dan aan de geest van de tekst, had moeten volgen:
Dan zat jij, Helena, nog thuis,
want Paris voerde 't jeugdig schoon
in tweevoud naar zijn verre woon
en bleef - als Jupiter zo kuis.
Onder de invloed van gemino Ganymede wendden mijn gedachten zich echter als vanzelf naar Zeus en de Olympus, waar Hebe de enige niet was die nectar schonk, en in dat besef flanste ik de slotstrofe als volgt samen:
Hij bood ze Jupiter (de zwaan
heeft immer nog een ander zwak)
om Gany - op een lager vlak -
als nectarschenkers bij te staan.
En dat gebeurde des te vlotter omdat in het voorgaande al op de rol van Zeus in zwaansgestalte bij de goede Leda gewezen was. Op het kritieke moment vergat ik de correctie, wel-