J.P. Guépin Werkopdracht volbracht
Een antwoord aan Joyce & Co
Mijne Heren,
In het mei/juni nummer van Maatstaf las ik Uw essay over mijn bundel Doorkruiste Verwachtingen. Het opstel maakte op mij een hevige indruk, ja U toonde U zelfs onthutst: ‘Aan het eind van zijn betoog lezen we de onthutsende conclusie: “Maar kunst is altijd een grapje, een spel van vergissingen. Haal het grappige eruit, en je houdt vanzelf maatschappijkritiek over” (sic, sic). Dit te doen bij de Amor en Psyche van canova, een werkopdracht!’
U hebt twee uit hun verband gerukte zinnen gecombineerd door weglating van een tussenzin. Ik ben bereid dat zo te laten, ik vind alles heel goed, en ik zal een mij in de schoenen geschoven mening even graag verdedigen. Canova's Amor en Psyche - ik neem aan dat U de beeldengroep met de gevleugelde Amor bedoelt - werd door Canova's waakzame vriend Quatremère de Quincy al te koket bevonden.
De betekenis van de groep is opgebouwd op een aantal tegenstellingen, die geanalyseerd kunnen worden met behulp van de begrippen: gepolijst (koel), geometrische compositie (rationeel), rust, beweging, zweven, zware steen, nauwelijks aanraken, innige omhelzing, bewusteloosheid, uitdrukkingsloosheid, intense emotie. Een hoofdtegenstelling wordt uitgedrukt in de houding van Psyche, die stervend bezwijmt in een erotische extase.
Welnu, al die tegenstellingen leveren dubbelzinnigheden op die een eenduidige interpretatie blokkeren en dus verwachtingen doorkruisen. Men kan zelfs spreken van een mogelijke misleiding van de beschouwer, die zich vergist als hij het werk op het eerste gezicht koel vindt, of als hij, zoals de meesten, denkt dat het paar uitsluitend erotisch bezig is.
Dit alles past wonderwel in mijn straatje. Nu illustreert de beeldengroep een allegorisch sprookje van Apuleius. Dit sprookje is zeker een spel van vergissingen te noemen, en daarbij, het bazige verbod van Amor, de dienstvaardige boetedoening van Psyche, de feministen houden maatschappijkritiek te over! Een humorloze beschouwing van de beeldengroep zelf - die dus de dubbelzinnigheden negeert - leidt onverbiddelijk tot het zelfde resultaat: een machteloze vrouw kijkt op naar een gevleugelde man, en alleen hij is in staat haar te verheffen. Dat is een masculinistische moraal.
Hiermee is de werkopdracht volbracht.