Maatstaf. Jaargang 26(1978)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] C. Buddingh' Gedichten Ik heb er nog een foto van Ik heb er nog een foto van: mijn vader en ik, samen op weg naar dfc, allebei in onze regenjas van Breemer. Of kwam de mijne toch van c&a? Een glimpje jaren dertig, vastgelegd door een straatfotograaf: ik denk: gewoon een werkeloze met een Sunlight-boxje, die er een centje bijverdienen wou. Iedere zondag als het eerste speelde stapten wij broederlijk in de pas naar 't veld: Havenstraat, Raedtsingel. ('k Loerde al naar de klok). We zaten altijd rechts van 't clubgebouw. Ik nerveus wippend, hij met zijn sigaar. En in de pauze kreeg 'k een nogabrok. [pagina 11] [p. 11] Bij de dood van Kors Monster 't Wordt wel een boek met In Memoriams, dacht 'k laatst. Maar ja, wanneer je, als Pizarro, de vijftig overschreden hebt, dan vallen ze links en rechts als mispels om je heen. Nu jij weer, Kors. Je was voor 'n dag of tien naar Rome. Op de eerste ochtend gleed je een marmeren trap af en kraakte je schedel, waaronder 't zo kon ruisen van muziek. 't Zou mooi zijn, als er echt een hemel was vol zingende engelen, Kors: in Canterbury wat je al nauwelijks weg te slaan bij 't koor. En als God jou daar zo zag staan, kreeg jij vast ook wel 'n stokje en een groepje. En, verdomd! je zou ze nog wat leren ook. Ook zo vlug weg Ik drink te veel, zegt Stientje, en misschien is dat ook zo: bijna een flesje whisky per dag. Maar ach, het schenkt ook zo vlug weg, nog vlugger haast dan 'k soms mijn pols voel kloppen. 'k Heb nog zoveel te doen. En altijd tors ik het harnas mee van mijn verantwoordelijkheid; vrouw, zonen, katten, allemaal moeten ze eten, stukken geschreven, studenten opgeleid. Het is het leven dat ik heb gekozen, en als 'k het honderd keer over mocht doen, zou ik tweehonderd keer hetzelfde kiezen. Ik hoor dan ook tot de gelukkigste lieden die ooit op aarde bivakkeerden. Maar soms krijg ik het even voor mijn kiezen. [pagina 12] [p. 12] Miniatuurtje Ik houd zo van mijn Perzisch miniatuurtje: een of andere Khayyam-achtige poëet zit op een soortement van luit te tokkelen en herten staan en liggen om hem heen. Ik heb 't gekocht in Eersel bij Jean Nies. Hij had er een heel stel, sommige waren misschien nog mooier, sterker: koningen, ook weer met herten, maar dan op ze jagend. Ik heb het niet op herten jagen. Toch, laatst, na 'n vergadering van De Bezige Bij, heb ik bij Keyzer weer reerug gegeten. Vandaag of morgen sta ik voor het blok. Dan is 't: of vegetariër, of christen, 'k Ben nu al bang dat 't het eerste wordt. Vorige Volgende