eigen terugblik op veertig jaar vriendschap met de Huxley's.
De schokkendste ervaring uit de jeugd van A.H. is natuurlijk de periode geweest waarin hij vrijwel blind was: keratitis punctata in 1911. Hij kon licht van donker onderscheiden, maar niet alleen uitgaan. Achttien maanden waarin hij braille leerde en ervoer dat het voordeel ervan was dat je in bed kon lezen zonder koude handen te krijgen. Hij herstelde, maar ik moet Robert Craft bijvallen, die in zijn bespreking in The New York Review of Books van 23 januari 1975 opmerkt dat mrs. Bedford er te weinig over zegt. ‘Bob’ Craft, bijna een aangenomen zoon van het echtpaar Stravinsky, hechte vrienden van de Huxley's, was zelf een musicus ‘very clever, knows everything, terribly nervous and not a pansy’ (uit een brief in 1951 van Maria aan Matthew). Craft merkt in zijn artikel op dat de meningen van getuigen uiteenlopen, ‘sommigen beweerden dat hij helemaal niet zien kon, anderen dat zijn gezichtsvermogen op en af ging, afhankelijk van zijn emoties’. Duidelijk een aangelegenheid waarover een biograaf het laatste woord behoort te hebben. Mr. Craft vertelt daar dan ook dat mevrouw Bedford nergens de celluloid bril met gaatjes vermeldt, waarmee Huxley zijn ogen oefende. Een schokkende ervaring van de gehuwde A.H. is zijn verliefdheid geweest, radeloos, redeloos, op de legendarische Nancy Cunard. Een adembenemende schoonheid ‘a fiery and furious angel’, ‘a tigress-dragonfly. No: cheetah...’ Een onversaagd en onbesuisd voorvechtster, voor het negervraagstuk bijvoorbeeld. Onversaagd: ik meen mij te herinneren dat zij de eerste is geweest, die met haar neger-minnaar de Britse society bruskeerde, de deining was uiteraard huizenhoog. Onbesuisd: de kreet in Harlem: ‘Nancy's back. We're in trouble’. Even luid gevooisd anti-Franco. ‘What is it now, dear?’ informeerde Margot Oxford eens bij haar moeder: ‘whisky, opium or niggers?’ De vete met die moeder
was berucht. Moe heeft levenslang de toelage overgeschreven (van de Cunard-line) op de bank van Nancy, waarvan deze nooit een cent heeft aangeraakt. Ze leefde dan ook vaak in armoe, te meer omdat, als ze wat geld had, ze dat met zwierige hand weggaf. In 1928 ging ze naar Frankrijk, waar ze de Hours Press begon. Ze publiceerde werk van Richard Aldington, Robert Graves, Louis Aragon, weigerde Lady Chatterley's Lover, maar gaf wel Whoroscope uit van Samuel Beckett, zijn eerste boek. Ze verrichtte tikwerk voor Norman Douglas, van wie ze ook werk heeft uitgegeven en ze publiceerde in 1954 haar boek met herinneringen aan hem: Grand Man. Memories of Norman Douglas, een van mijn lievelingsboeken. Over haar vond ik deze details, alsmede een goede foto van haar van Cecil Beaton - compleet met de enorme armbanden, die haar onderarmen geheel bedekten - en een slecht schilderij van Ambrose McEvoy in The Twenties van Alan Jenkins. Net als in Amerika Dorothy Parker had Nancy Cunard een ongelukkige voorliefde voor ‘men who were more than a match for her, strong men, brutes’. Dat was Aldous bepaald niet. De affaire duurde wat langer dan een half jaar en zijn gezondheid begon er onder te lijden. Het nachtleven bekwam hem slecht, dansen, drinken, rondhangen in bars kon hij helemaal niet. ‘Once, for a whole night, he paved the street below her window’ - de arme! Maria nam een besluit en stelde het ultimatum dat zij de volgende dag met of zonder hem zou afreizen. Hij moest ter plaatse beslissen. De volgende morgen namen beiden de eerste boottrein. Ze gingen naar Italië en daar schreef A.H. in twee maanden zijn Antic Hay. In 1925 en '26 maakten ze een wereldreis, waarop hij onder anderen Gandhi en Nehru ontmoette, hetgeen zijn pacifisme heeft bevorderd, waarvan hij in 1935 openlijk blijk gaf, in dezelfde tijd waarin hij aan het werk was aan Eyeless in
Gaza, met een zelfde thema. In 1937 vertrokken ze naar Amerika. Huxley kreeg wat connecties met de filmindustrie, wat de oorzaak was dat ze in Califor-