martin hart / konrad lorenz en de zuiverheid van het ras
Op het Rapenburg in Leiden staan vanaf de Breestraat tot aan het begin van de Kaiserstraat op de rechteroever van het noorden uit gezien ongeveer 80 paaltjes langs en aan de ingangen van herenhuizen. De kop van deze paaltjes kan allerlei vormen hebben, er zijn platte, puntige, driehoekige koppen, er zijn paaltjes met een kleine ronde bol en een grote rand, paaltjes met een grote ronde bol en een kleine rand en paaltjes met een geheel ronde bol. Deze laatste, bolle paaltjes hebben een glimmende kop. Waarom? Als men de moeite neemt om een paar uur over het Rapenburg te wandelen zou men zien dat niet weinig voorbijgangers hun hand op één van die paaltjes leggen. Ze plaatsen hun hand bij voorkeur op één van de bolle paaltjes en ook in het verleden hebben zo vaak mensen hun hand op die bolle paaltjes gelegd dat ze zijn gaan glimmen. Waarom doet men dat? Waarom juist de bolle paaltjes?
Een etholoog zou zijn observatie van dit gedragspatroon als volgt kunnen formuleren: de ronde bol van het paaltje prikkelt kennelijk tot het erop leggen van de hand, hij lokt het uit. Allerlei vormen en kleuren, zou de etholoog zich herinneren, bij dieren hebben een dergelijke uitlokkende funktie. Het zien van een gele snavel met rode stip brengt jonge meeuwen ertoe hun bekken open te sperren, ook met een namaak-snavel kan men die sper-reaktie uitlokken.
Misschien is ook de ronde bol wel het model van een levend iets. Wat? De ronde bol doet denken aan een kinderhoofd, vandaar dat juist de bolle paaltjes significant vaker gestreeld worden en daarom glimmen ze.
Eén van de eerste mensen die de tot reaktie prikkelende werking van vormen, kleuren etc. uitvoerig bestudeerd heeft is