| |
| |
| |
hans warren
in de (lach)spiegel
Een roos van Jericho is volgens van Dale: ‘een plant uit Voor-Azië die zich in uitgebloeide staat sterk samentrekt en zich in vochtige lucht of in water weer ontplooit’ (...) ‘men (zou) kunnen veronderstellen dat Warren in de waterrijke provincie Zeeland weer tot poëtische bloei kan komen ...’
R. Fokkema, Trouw, 4 juni 66
Rozen Plukken. Ik was niet zo in de stemming om gedichten te lezen, maar omdat u er nu eenmaal bent en de stukjestijd weer was aangebroken, moest ik wel. Ik moet eerlijk zeggen, dat het eigenlijk prettig is veel te moeten lezen, omdat ik er anders misschien niet toe zou komen.
Ook deze keer gebeurde er iets: ik begon moeizaam te lezen en ineens werd ik gepakt en las aan éen stuk door de bundel uit. Ik koos enkele verzen uit en begon weer overnieuw. Zo las ik wel viermaal het vers ‘Een roos van Jericho’ (...) Hans Warren werd in 1921 geboren en is dus al 45 jaar oud; hij zit daar maar in Zeeland...
Eva, 18 juni 66
Schrijver dezes heeft aan Warrens talent nooit getwijfeld. Zo denk ik telkens wanneer ik weer iets over Van het Reve of Wolkers lees: ‘Welk talent op de achtergrond wordt hier weer een kans ontnomen?’ De uitspraak van Jezus kan ook op profaan gebied worden toegepast: ‘Wie heeft zal gegeven worden en van wie niet heeft zal worden afgenomen ook wat hij nog heeft’.
dr. C. Rijnsdorp, Dordts Dagblad 16 juli 66
| |
| |
Herinneringen aan de jonge Werumeus Buning hoort men.
Jaap Joppe, Rotterdams Nieuwsblad 16.4.66
Wie de poëzie van Achterberg met die van Warren vergelijkt, komt tot merkwaardige overeenkomsten, maar ook tot even merkwaardige verschillen.
Wim Hazeu, Delftse Courant 2.9.66
Dichter Hans Warren: Een Vermoeide Zeeuwse Leeuw?
Wim Gijsen, Utrechts Nieuwsblad 7.5.66
Een diep, bevochten engagement aan het primair gegevene, zijn bloed, zijn volk, zijn oorsprong, zal hem kunnen redden van een onvruchtbare eenzaamheid. Mensworden luidt ook zijn opdracht.
Huub Oosterhuis, Streven 1957
Zijn poëzie doet, ook in haar weelderige plastiek, soms sterk aan de oude moors-Andalusische poëzie denken. Een vergelijking die overigens voor de hand schijnt te liggen, waar Warren vooral in zijn laatste bundel Saïd een zeer nadrukkelijk gebruik maakt van Arabische en oosterse motieven in het algemeen; maar het is een verwantschap die verder reikt dan het ‘motief’ alleen. Er ligt in deze poëzie iets van de op verpuurde (wat heel iets anders is dan ‘vergeestelijkte’ dwz ontzinnelijkte!) zinnelijkheid berustende mediterrane helderheid, die Marsman, de romantische barbaar uit het noorden, nooit heeft kunnen bereiken. (...) De poëzie van Hans Warren echter heeft heel de sensuele verfijning en gratie, het gevoel voor luxe en pracht, voor wreedheid en lucide extase die kenmerkend voor de mediterrane volkeren zijn: het is bijna onbegrijpelijk dat een Nederlands dichter (...) zulk een poëzie kan schrijven! (...) Het lijkt mij na de verschijning van Saïd aan geen twijfel onderhevig dat wij Hans Warren als een van onze belangrijkste en origineelste moderne dichters kunnen beschouwen.
Paul Rodenko, De Sprong van Münchhausen
| |
| |
‘Warren is veel te weinig bekend, misschien omdat hij buiten alle coterietjes staat; hij is echter een der belangrijkste dichters van zijn generatie.
Prof. dr P. Minderaa, Wending, okt. 58
Ze vlijde zich aan zijn borst, haar gezichtje tegen zijn hals. Hij moest zich beheersen om haar niet weer overeind te trekken, hij wilde haar aanzien. ‘Kindje, Sylvie, zeg nu eens wat je bedoelt! Mag ik aannemen dat jij...?’ ‘Já Walter! O, ik ben nu bij jou; net zo heerlijk... 'k had niet kunnen denken... Toe, zeg nog eens dat je heus, heus van mij houdt. Anders kan ik het niet geloven; ik dacht dat je enkel om vader zo bezorgd voor me was!’ Een schor, vreemdsoortig gegrinnik kwam uit Walters keel. Als je zo werd geslingerd van ellende naar vreugde...
Het kostte maar heel weinig inspanning, om haar op zijn schoot te trekken; wat was ze licht! Met zijn armen om dat geliefde, langbegeerde wezentje heen beleefde hij het puurste, volmaaktste geluk; iets waarvan hij als ‘verstokte vrijgezel’ geen vermoeden gehad had. En ze vertelden elkaar wat ze uitgestaan hadden; ze praatten en zwegen, en lachten, en zagen elkaar in de ogen; en toen Walter haar kuste, kreeg Sylvia's hart vleugels en ontroerde het haar weer tot tranen.
‘Ik ben anders zo'n huilebalk niet’ fluisterde het meisje op zijn schouder ‘maar dit maakt mij zo... zo... vol, ik kan het bijna niet dragen’.
Hij wist het. Het was even stil voor hij zei:
‘Ik begrijp nu voor 't eerst die prachtige regels uit een gedicht van Hans Warren:
Ik ga de liefde in zoals het water in
blind, handpalmen vooruit; mijn ingehouden
snikken zwellen jouw hart in mij en
steeds zwaarder wordt het er, steeds eeuwiger.
Getroffen luisterde Sylvia.
‘Alsjeblieft, zeg dat nog eens?’
| |
| |
En toen hij het herhaald had, zei ze:
‘Zo is het precies. Niemand kan het beter zeggen. Daarom moest ik ook huilen toen je mij kuste. ‘Steeds zwaarder wordt het - steeds eeuwiger’.
Elja Vlas: Romance aan de Adria, pag. 164
(en laten die regels nu eigenlijk van Jean Genêt zijn...)
Hans Warren behoort niet tot de een of andere school of richting; hij is een op zichzelf staande figuur in onze letterkunde.
dr P.J. Meertens, Vlam, 5 apr. 52
De heilige vonk van het waarachtig dichterschap is ontegenzeggelijk aanwezig (...) De sfeer is die van de verfijnde en troosteloze moderne levensgenieting en levensexploitatie: ijzig en leeg ondanks alle poëtische vervoeringen. Voor een klein en levenswijs publiek.
Idil over Leeuw Lente
Ik moet bekennen, dat deze eindeloze reeksen beelden mij uitsluitend doen verlangen naar de W.A. Paap die in een nieuwe ‘Vincent Haman’ die woordkunst ontmaskert.
A. Kossmann over Leeuw Lente, Het Boek van Nu, dec. 54
- overigens, zoveel sonnetten heeft Warren niet geschreven, Poot trouwens ook niet -
M.v.d. Plas, Elseviers Weekblad 29.1.55
Ah, hier zijn De Drie Sleutels.
A. Voor ons is er een mysterie hoe een ‘vreemdeling’ zó begrijpen kan.
De sleutel: Hans' Indische ‘background’. Een Indonesiër zou zeggen: sebab itu ia mengerti: daarom begrijpt hij.
B. Voor Hans zelf is zijn ‘diepste wezen, een groot raadsel’, maar een sleutel tot klaarte, tot Leven, in dit raadsel, is ónze literatuur, waarin hij niet mee voelt, maar mee is.
En nu de derde Sleutel?
| |
| |
Dat is de Kuntji Gedeh: zoals onze boeken deze curieuze Nederlander Warren openen kunnen, zo zal onze hele boekerij, onze grote serie Moesson Boeken de deur tussen ons en het Nederlandse volk kunnen openen.
Als wij maar doorzetten.
Als wij maar teroes poekoelen.
(...)
Als wij maar RAPAT staan.
Als wij maar eren wat Hans in ons eert: het eerlijke, eenvoudige, waarachtigel
Ja, bangoen, anak-anak-koe!
Tjalie Robinson in Tong-Tong, 29 april 1967
Hans Warren is geboren en getogen te Borssele, historische grond uit de late Middeleeuwen, toen graaf Vranck met Jacoba van Beieren een moeilijke tijd beleefde.
Wie zou menen dat Hans Warren geen Europeër is vergist zich deerlijk.
Jan H. de Groot, Hervormd Nederland, 11 okt. 58
Bepaalde namen kunnen instructief zijn: Hyperion zou men (om een voorbeeld te geven) een sleutelfiguur voor de kennis van Hölderlin kunnen noemen. Zo schijnt mij de Saïd in het titelgedicht van deze bundel voor de dichter karakteristiek. Hij is wellicht ergens een Saïd tegengekomen, maar hij heeft hem in waarheid ontmoet, omdat er een Saïd leeft in de ziel van de dichter. Dat wil niet zeggen, dat men hem dus met deze gestalte restloos vereenzelvigen moet, doch wel, dat ze, als ik goed zie, markante trekken van z'n wezen symboliseert, die van de minnaar en de zwerver, met hun associaties van het ontoereikende en het vergeefse. - Ik sprak daarstraks van Marsman: aan hem deed deze dichter mij meermalen denken. Men begrijpe mij wel: ik doel hier niet zozeer op invloed als wel op verwantschap. En daarnaast drong zich bij ogenblikken een andere dichternaam aan mij op, nl. Tagore.
A. Rispens in Zutphens Dagblad, 28 dec. 57
| |
| |
Deze verzen laten zich niet makkelijk lezen, evenmin trouwens als vrijwel alle poëzie van de jongere generatie: wie pas in het Centraal Weekblad het belangwekkende artikel van prof. C.A. van Peursen over ‘De gekromde ruimte’ heeft gelezen, is geneigd verband te leggen tussen het zo snel veranderende wereldbeeld en de visie van de moderne dichter, zoals die uit zijn poëzie blijkt. Niemand, die de geest van de tijd wil bestuderen kan ongestraft de nieuwste poëzie negeren, ook al ‘lust’ hij haar niet!
De Rotterdammer, 23 nov. 57
Natuurlijk moet men verzen als deze (Japanse Oktober) leren lezen. Hoe lang hebben wij er een dertig, vijf en dertig jaar geleden niet over gedaan de toenmalige poëzie te leren proeven, regel voor regel, woord voor woord.
C. Rijnsdorp, De Uitkijk, dec. 1957
Aan een buurvrouw, die op de kinderen past, vraag ik of de gedichten van meneer Warren hier in de buurt veel gelezen worden.
‘Jawel’, zegt zij, ‘de mensen zijn er erg interessant van’.
Hans van Straten, Het Vrije Volk, 14 juli 58
‘Behalve een heel licht accent, door het mijne verre overtroffen, was er niets boers aan hem. Integendeel, hij vertoonde alle tekenen van bij voorbeeld een cabaretartiest op vakantie’ (...) ‘Misschien houdt de Zeeuwse grond hem menselijk, en het feit dat hij een vierde deel van zijn leven in Londen en Parijs heeft doorgebracht.’
Ab Visser, Het Vaderland, 12 juli 58
Hans Warren ontvangt Pierre Bayle-prijs. ‘Licht in een Klein Hoekje’
Haarlems Dagblad, 26.11.70
... Rilke, die hij evenaart...
Helma Wolf-Catz, Amersfoortse Crt. 26.9.70
| |
| |
Al voelt de dichter zich soms een god gelijk, van God is in deze poëzie in het geheel geen sprake.
Het Binnenhof, Den Haag, 30.5.70
Hans Warren schrijft absoluut on-modieuze verzen. Soms doen zijn verzen denken aan die van Kaváfis, een moderne Griekse dichter, die ook op zo'n natuurlijke manier toen en nu door elkaar kon weven.
Judith Herzberg voor de Vara, 70
De verzen van Warren hebben niets met het vaak toch wel wat retorisch karakter van Potgieters oeuvre gemeen.
Willem Brandt, Goois Nieuwsblad, 6 feb. 70
Hans Warren, Hobo d'amore onder de dichters.
Maria de Groot, Alg. Doopsgezind Weekblad, 10.1.1970
Van de bekende Nederlandse dichter Hans Warren verscheen onlangs een nieuwe bundel onder de nog al enigmatische titel ‘Tussen Hybris en Vergaan’. Na deze verzen gelezen en herlezen te hebben, meen ik dat wij die titel als volgt kunnen verklaren: de dichter voelt stilaan de herfst van het leven naderen (het uiteindelijk ‘vergaan’ komt naderbij), een leven waarin hij steeds gestaan heeft als een hybride, een vreemdsoortig, ja zelfs een tweeslachtig wezen’
Clem Schouwenaars, Het Laatste nieuws, 1 juni 1970
Een leerling, die in de derde klas uitstekend was, maar in de vierde zeer zwak blijkt, krijgt van mij op zijn kerstrapport geen dreun. Hans Warren heeft deze keer voor poëzie een 6.
Wim Huyskens in De Stem, 14.2.1970, n.a.v. Tussen Hybris en Vergaan.
Meestal zijn zijn gedichten doorspoeld met een stroom van liefde. Ik houd van zijn gedichten.
JEP in Deventer Dagblad, 5 feb. 70
| |
| |
‘ongekroond heerser (Warden een koning!)’ ...‘deze moderne Griek’...
Praas en Planije, Parade der Profeten, 1944
Hans Warren, een Griekse God in het Zeeuwse Landschap
Ad den Besten in ‘Stroomgebied’.
Zierikzee 3 okt. '69
Beste Hans Warren
Allereerst m'n excuus voor mijn opschrift, maar dhr. Warren vind ik zo stijf staan en ten tweede ken ik U alleen onder de naam Hans Warren. Wat ik nu eigenlijk wil vragen is dit. Ik zit met een heel groot probleem waar ik niet uit kan komen. Aangezien ik graag gedichten lees, nam ik op de bibliotheek dat boekje van jou Pastorale. Ik moet eerlijk zeggen dit vind ik 't mooiste boek dat er bestaat. Mijn vriend woont in Overijssel dus ik schreef er een paar over en stuurde ze op. Hij vind ze ook steengoed. En nu wil ik hem dat boekje geven, als we elkaar weer zien, 24 oktober, dus ben ik naar alle boekhandels geweest om 't te bestellen maar ze kunnen 't niet omdat 't niet meer uitgegeven wordt.
Mijn vraag is nu: Zou je me a.u.b. niet 2 exemplaren van Pastorale kunnen sturen, 1 voor mijn vriend en 1 voor mijzelf. Het geld zal ik wel per giro storten. Alvast heel veel bedankt, en als je me kunt helpen, wil je er dan ook je handtekening in zetten. Veel dank,
Trudi Potappel,
Begoniastraat 18
Zierikzee.
PS Welke gedichtenbundels zijn er nog van jou uitgegeven?
Zierikzee, 11 oktober.
Beste Hans,
Dinsdagavond heb ik je boekje gekregen, ik ben er ontzettend blij mee, dat kun je wel begrijpen.
| |
| |
Daarom wil ik je met dit briefje bedanken, dus Hans heel heel veel dank, het is mijn mooiste boek, niet alleen in oktober 1969 maar altijd. Ik vind 't jammer dat al die andere boeken van jou ook niet meer te krijgen, maar ik zal veel moeite doen om ze te krijgen, als ik er éen te pakken kan krijgen, stuur ik 'm op omdat je dan je naam er weer in kan zetten.
Ik hoop dus dat je veel post van me zal krijgen, want dat betekent dat ik in bezit kom van al jouw mooie boeken. Enfin, nog heel heel veel dank,
Trudi Potappel,
Begoniastraat 18
Zierikzee.
|
|