Maatstaf. Jaargang 17(1969-1970)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 369] [p. 369] [Nummer 7] laurens vancrevel lafcadio in biskra, kwart voor zes si gide... Tot waar is hij, Lafcadio, gekomen met de tijd? Vermoeid door het geweld van zijn intense schaduw die voor hem uit ging naar de bron van de oase waar hij een antwoord zocht voor de verborgen zinnen die zijn te smalle lippen hadden afgetast rook hij begerig in de nauwe straten de wilde geur van bitter zaad en bloedrode granaten; verblind zag hij dat hier ook Melmoth werd verwacht en wiste in een vlaag van koorts zijn eigen bleke naam weg van het bord, maar voor hij vluchten kon verscheen de koning van het leven voor hem, vermomd de waarheid aan zijn pink de zon rood bloeiend in zijn knoopsgat; met een herleefd verlangen dacht hij nu opnieuw zijn spiegelbeeld te zien in de onsterflijke ogen en wachtte op het bloed van Melmoth's mond; niets dan een sfinx met losse lippen kaatste terug, Lafcadio verleden tijd, een zoet bederf kwam op zijn tong zijn schaduw was aan flarden; gejaagd omgaf hij zich met schaamte en berouw en braakte zijn gevoelens uit [pagina 370] [p. 370] worstelde om de zo harde leer van het hartstochtelijk geweld te overwinnen zijn tranen drogend aan de sluiers van de vrouwen; sneeuw bedekte het granatenhuis waar Melmoth eeuwig sterven kon, zijn lieve lijf doorboord met pijlen. Vorige Volgende