rob van vuure / tegen?
's Morgens vroeg word je door een sergeant gewekt.
Precies op tijd. En als het nodig blijkt, maakt hij je nóg een keer wakker, en nóg een keer. Een degelijke waszaal staat je ter beschikking. Er is water zat. Met een geschonken groene handdoek kun je je afdrogen. Ook het pak waarin je dagelijks de overste dient, heb je gekregen. Ondergoed, overhemd, das, schoenen. Wanneer de schoenen kapot zijn, worden ze gratis gerepareerd. Veters kun je onbeperkt krijgen. Als er iets te klein is, één kik en je hebt een maat groter. Wanneer er wat kapot is, naald en draad popelen van ongeduld. Eénmaal per week douw je alles gratis in de was, éénmaal per week kun je je laken en sloop verversen. Als je een extra deken wilt hebben, kun je die krijgen. Als je eerder gewekt wil worden, geef je maar een seintje. Elke morgen kwart over zeven is er een ontbijt. Er is genoeg. Brood, kaas, thee. Als je zes broden wilt nuttigen, dan kan dat. Alles is gratis. Voor de andere maaltijden geldt hetzelfde. Elke dag een warme maaltijd. Vier tot vijf gangen.
Als je zes borden wilt eten, dan kan dat. Met klachten kun je terecht bij de voedselcommissie.
En... je krijgt geld toe. Elke maand zo'n honderdvijftig gulden schoon. Een ruime zakcent, zegt de commandant.
Als je langer dan negen dagen ziek bent, of je ziek meldt, krijg je geld toe. De koffie kost maar vijftien cent, een goede koek een dubbeltje. Koffiekoek voor een kwartje. Waar krijg je dat nog, vraagt de commandant.
Wanneer je ziek bent, wordt alles betaald. Al laat je de dokter tien maal komen, al komt de specialist zes maal in actie.
In Utrecht onderzoeken ze je gratis. Gratis zijn ook alle inentingen. Ook de ziektekosten van de overige gezinsleden worden vergoed.
Per diensttijd heb je recht op zo'n vijftien dagen vakantie.