Maatstaf. Jaargang 16(1968-1969)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 483] [p. 483] hans van de waarsenburg [gedichten] on the road again (31-12) gevoelige hoofden brengen in hun voortdurende oorlogen muziek nemen geen wapens op en kennen het teveel van ieder lijk; in de seizoenen lopen zij bij elkaar en schrijven powezie; in de seizoenen praten zij zich plat prediken de vrede en maken ruzie met elkaar; tegen het einde van iedere zomer staan zij langs de weg met verroeste zielen in hun hand en spijkers in de bagage; de regen schuurt hen plat en achter hun gordijnen waait de tijd peinzend terug met de ogen dicht en het lichaam in foetus-houding / volkomen gesloten / maken zij het jaar rond. [pagina 484] [p. 484] sur place wanneer het papier in de masjiene zit en de vingers - schijnbaar ontspannen als boksers in hun hoek - boven de toetsen hangen klapt de muil dicht; de doewanen / sur place / hebben hun kontrolerende posities bepaald en weigeren ondanks de goede bedoeling; de paal met roodwitte banden blijft dicht na diverse paspoorten kaarten van allerlei kleur en ander bewijsmateriaal te hebben laten zien voorzichtig tussen kraaienpoten door manoevrerend en vriendelijk zeer vriendelijk glimlachend breken de ogenblikken aan waarin men een sjekje kan draaien koffie malen een flesje bier opentrekken (etc.) [pagina 485] [p. 485] direkteur n.n. uit een dikke sigaar en knikkebollend op het ritme dat de sjofeur met zijn rechtervoet aangeeft trekt direkteur n.n. zijn weemoed; in waarschijnlijk met dauw bedekt gras - nauwelijks 14 jaar oud gesteven en gestreken maar niet helemaal crackfree - beleeft hij opnieuw het pellen van zijn eerste perzik de tong enigszins naar voren gekomen beweegt tegen de achterkant van zijn onderlip; door het plotselinge remmen van de sjofeur en het vallen van zijn bovengebit schrikt hij en meent enkele sekonden later iets van bloed te proeven. [pagina 486] [p. 486] de kruidenier, na tien jaar grutten verdoofd en astmaties bedlegerig geworden belt zijn notaris; wanneer deze met spoed gekomen is (in de klok zitten enkele van de zeven geitjes) en met beverige hand de wensen de overblijfselen noteert blijkt dat de kruidenier bloedspuwend en zijn kap afzettend nog slechts zijn buik kan openen; met wat moeite kan men konstateren dat zijn kruis - zijn wolf - de pisbuis deerlijk verstopt. Vorige Volgende