Maatstaf. Jaargang 15
(1967-1968)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 704]
| |
[pagina 705]
| |
het vers dat in het zonlicht kan bestaanHet vers van Gorter heeft de geur van graan
dat bloeit en stuift: die reuk van hemels zoet
met erdoorheen het aardse evengoed:
dat zegt de tarwe en het brood al aan.
En koren geurt weer uit het brood vandaan.
Hij schreef vanuit die kringloop overvloed
- het waait ons uit de woorden tegemoet -
het vers dat in het zonlicht kan bestaan,
de volle dag trotseert. Het voedt als brood
en bloeit als koren, stuifmeelovertrild.
Het vers van Gorter: franke gulheid noodt
dat wie hier nadert toch de honger stilt
die hij verborg of nimmer uit kon spreken.
Brood met de geur van graan. Gij moogt het breken.
| |
[pagina 706]
| |
februariNog aarzelde aan de hemel aan te breken
de dageraad, ademen kwam gestreken
de stilten langs van het omneveld riet:
prevelend ving het water aan te spreken
en bracht het over aan de oeverzomen
het eerst bericht, de op de wind vernomen
zilveren rimpels van een nadering:
vandaag zullen de wulpen over komen.
| |
[pagina 707]
| |
brieven der vriendenAchter een woord verscholen
leeft het geheime leven.
Gij moet u daar niet begeven.
Ge zoudt er kunnen verdwalen
in grote verlatenheden,
of gentianen vertreden.
Of er was misschien een moeras.
Ik heb mij daar ééns gewaagd.
Altijd is mij bijgebleven
het hert dat ik op had gejaagd.
|
|