jou en de rivier te hebben.
Intussen loopt van ergens rechts een meisje tot haar knieën in de rivier langs het strand, dat daar, ik zie het nu, een paar ekstra geulen en prieten heeft. De rivier heeft zich vermenigvuldigd door half droog te vallen.
Het meisje heeft niets aan, ze is naar mijn schatting tien of elf jaar en loopt nu naar een plaats nog verder rechts waar haar kleren liggen. Dit naakt baden is niet overeenkomstig de boeken die ik gelezen heb. Jongens van die leeftijd doen dit nog wel, meisjes niet.
Zij besluit kennelijk de kulturele antropologen van Cornell Univedsity gelijk te geven en trekt iets aan.
Er vaart helemaal aan de andere kant een kano voorbij met twee jongens, die haar over het water iets toeroepen.
Zij roept iets terug.
Ik bedenk dat ik zelf, in mijn sala, ook op een hoge oever moet zitten. Dat ik dat nooit eens van de andere kant bekeken heb! Ik zak een eindje naar beneden. Gele rechtafgeslepen aarde, met kurieuze diepe gaten overal.
Daar zouden die tarantula's wel in kunnen wonen, waarvan ze er hier nu een vijfentwintig gevangen hebben.
Ik klim weer naar boven en mijn besluit is genomen.
Mijn onderbroek houd ik aan en de rest leg ik over een stoel in de sala. Ik klauter weer naar beneden, daar wordt het schuiner, maar ik moet door een verdomde troep struikgewas heen trappen en ik ben bang voor slangen.
Dan een paar passen half vallende hollen en ik sta op het strand.
Ik heb mij in geen jaren zo prettig gevoeld.
Die planten in een strook van verscheidene meters langs het water zijn geen varens. Het is een blad dat mij ergens aan doet denken. Ik buk mij en streel er met een vingertop langs, ze krimpen samen: kruidjeroermeniet!