| |
| |
| |
j.b. charles
dagboeknotities
1
Wij hebben hier een prima domineetje,
hij komt uit Baflo. Zoiets zou mijn vader
die altijd overal de zonzij zag,
naar huis geschreven hebben,
Ik denk veel aan mijn vader,
maar ik blijf erbij dat ik voor geen geld
zijn dominee zou willen horen,
al zou ik graag nog wel een keer
op dezen schonen zondagmorgen
aan uwen dienst gewijd, in Baflo
of in een dorp in Friesland
een kerk willen zien uitgaan:
een rode bakstenen kerk met
witte kozijnen op een groene terp,
onder een hemel waar blauw en wit
driftig door elkander varen.
Op grond van deze kleuren zijn
de noordelijke schilderscholen,
De Ploeg, Worpsweder, Paula Modersohn
en H.N. Werkman uit Leens
en passant in één paragraaf verklaard.
| |
| |
Het is hier heet, het vocht kleeft
de kleren aan het lijf. Snachts
als men wat drinken halen wil
komt men in zijn huis spinnen tegen
die maar net onder een teekopje kunnen;
weer in mijn bed waar ik lig te lezen
staat vlak boven mijn hoofd een
salamander onbeweeglijk tegen het plafond;
hij vervult mijn gemoed met bewondering voor de schepping.
Nou moet ik oppassen dat ik niet
onder de invloed kom van Van het Reve,
Gerard Kornelis, wel te verstaan;
van Karel, dat zal toch niemand ooit denken;
ik heb overigens in het gras in de tuin
nog geen slangen gezien maar
voorzichtig ben ik wel een beetje
en de khlong, dat is de vijversloot,
is een woonplaats voor veel
interessante dieren, waaronder een
bejaarde vis die omstreeks zeven uur
de wal opklimt en met zijn vinnen
zijn avondwandeling kruipt,
waarna hij in zijn element terugkeert
en met zijn kroost het danklied aanheft.
| |
2
Een rivier die aan de IJsel doet denken.
half eraan en half erboven
| |
| |
Blote kinderen hollen door het laagstaand
Ja die brug. De lange houten brug op palen,
in het midden iets oplopend, en daar
is een houten poort, doet ook
Aan de overkant ligt het dorp.
Zou daar in de hutten tussen de palmen
ook getwist worden over artikel 31
of kent de Here Boeddha dat artikel niet?
Zal daar straks juffrouw Hendriks
bij de brug staan en mij vragen
‘hoe is het met uw ziel?’
| |
3
Ik slaap en slapende weet ik opeens
dat onder het huis met zachte stem
De klamboe die hier moeng heet
beweegt teder in de bries.
Ik wikkel mij daar uit en sta
Een twintig meter van mij neem ik
het zwakke breken van de branding
op het strand waar, maar de zee
daarachter, namens wie aan 't land geklopt wordt
houdt zich in nacht verborgen.
| |
| |
zijn de kokospalmen zichtbaar
die daar al jaren groeien.
De palen waar ik dus op sta
kunnen moeilijk bedoeld zijn
als voorzorg van verrassingen
het is de bouwstijl van de streek.
| |
4
en tevreden, dankbaar dat
Een handvol houten huizen.
Onder één huis, waar anders
het varken woont tussen de kippen
En een familie was daar bezig
enkelen mengden de pap van
kleefrijst en weet ik veel,
anderen dompelden het gaasraam
erin, een derde zette de ramen
als het nat er uit gelekt was
| |
| |
Na uren wordt het losgemaakt,
|
|