Honderd jaar voor Christus liep ik door een groot bos. Nog verder terug in de tijd ging ik. Tegelijkertijd had ik het gevoel, dat op mijn rug oorlogen werden uitgevochten, mensen werden vervolgd en rampspoeden uitbraken. De reeks geboorten wilde niet stoppen en ik besefte opeens met een schok, dat ik miljoenen jaren oud moest zijn. Ik hoopte, dat ik ten slotte bij een allereerste begin uit zou komen. Dat gebeurde echter niet. De reeks geboorten was niet te stoppen en ik begreep toen, dat ik er altijd al was geweest en dat ik er altijd zal zijn. Dat was een schokkende ontdekking, die me, door al die oorlogen, vervolgingen en rampen, die elkaar ook maar bleven opvolgen, heel erg deprimeerde. Ik vroeg mij af of dit dan de hele waarheid was en of er dan helemaal geen God bestond. Volkomen onverwacht kwam toen het besef: ik ben het Zelf. God is het allesomvattende Zelf met alles wat er in, om, aan en op is. Het is er altijd geweest en Het zal er altijd zijn. Het zoekt zichzelf overal en Het is zichzelf.
Zodra dat besef er was, waren al die geboorten en al die rampspoeden met een slag verdwenen. Ik voelde, dat ik opging en volkomen verdween in een zee van ongelooflijk helderwit licht en het enige, dat ik toen nog wist was: ik ben het Zelf. Ik begreep, dat dit het doorbreken van de cirkelgang van dood en wedergeboorte was en dat de eeuwigheid mij nu deelachtig was geworden.
In het uur, dat volgde en waarin ik wat door het dorp liep, had ik voortdurend het gevoel, dat ik gestorven was en mij nu in een hiernamaals bevond, waarin de omgeving en de mensen hetzelfde waren als in mijn leven. Toch had ik een vaag gevoel, dat dit leven in het hiernamaals een begoocheling was, samengesteld uit herinneringen en indrukken, die ik na mijn dood had meegenomen en dat er op aarde door dezelfde mensen, die ik hier in dit hiernamaals nu om mij heen zag, om mijn dood werd getreurd.
De ervaring een hiernamaals te beleven verdween langzaam. Ik behield echter het besef, dat ik tijdloos was en dat ik nu van de cyclus van dood en wedergeboorte verlost was. Ik ben tijdloos. Ik ben er altijd geweest. Ik zal er altijd zijn. Ik ben het