Maatstaf. Jaargang 14
(1966-1967)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 530]
| |||||||||||||||||
m. rácz
| |||||||||||||||||
[pagina 531]
| |||||||||||||||||
Wil men ‘Korea’ begrijpen, dan moet er ook mede aan enkele andere problemen in andere landen aandacht worden geschonken. Daarom zal hier getracht worden, het Korea-probleem in een breder kader te plaatsen door een aantal gegevens kort op te sommen. Mijn metode zal uit een ex ante en een ex post benadering bestaan. | |||||||||||||||||
ex anteKorea. Op de konferentie van de grote Drie (Roosevelt, Stalin, Churchill) in februari 1945 te Jalta werd besloten, dat het in 1910 door Japan bezette en geannekseerde Korea. Op de konferentie van de grote Drie (Roosevelt, staat zou worden. Verder werd er overeengekomen, dat het noordelijke gedeelte van het land door de Sovjetunie, het zuidelijke gedeelte door de Verenigde Staten bezet zou worden, in afwachting van vrije verkiezingen in geheel Korea. De 38-ste breedtegraad diende als tijdelijke scheidslijn tussen de twee delen van het land. De beslissing betreffende deze voorlopige grenslijn werd van amerikaanse kant door militairen van lagere rang genomen. De politieke autoriteiten in Washington achtten de gehele Korea-kwestie van ondergeschikt belang.Ga naar eind1 Van de in het vooruitzicht gestelde hereniging van de twee Korea's kwam echter na de Japanse nederlaag niets terecht. Het uitblijven hiervan was hoofdzakelijk daaraan te wijten, dat de kommissie der geallieerden het er niet over eens kon worden wat onder vrije verkiezingen diende te worden verstaan. De meningsverschillen hierover ontstonden toen Luitenant-Generaal Hodge, hoofd van de amerikaanse bezettingstroepen in Zuid-Korea, iedere legale oppositie tegen de door hem gesteunde Rhee onmogelijk maakte.Ga naar eind2 De twee delen van Korea gingen zich apart konstitueren en er ontstonden twee koreaanse republieken, die beide meenden geheel Korea te vertegenwoordigen. Noordkorea werd na de verkiezingen in 1948 een | |||||||||||||||||
[pagina 532]
| |||||||||||||||||
volksrepubliek. Ongeveer de helft van de bebouwbare grond werd onder de arme pachters, die de grote meerderheid van het volk vormden, verdeeld.Ga naar eind3 Deze eerste fase van een kommunistische ontwikkeling, namelijk de grondverdeling, wordt door de boeren graag aanvaardt. Protesten van de kant der boeren tegen een kommunistisch regiem komen pas bij de kollektivisatie los. Van kollektivisatie van de boerenbedrijven was echter zelfs in 1950 nog geen sprake geweest - het is dus niet verwonderlijk, dat het programma van de kommunisten door het grootste gedeelte van de bevolking aanvaard en ondersteund werd. De industrialisatie werd krachtig aangepakt, gepaard gaande met een aantal sociale hervormingen. Zo werd bijvoorbeeld de 8-urige werkdag ingevoerd en allerlei sociale voorzieningen en verzekeringen deden hun intrede.Ga naar eind4 Dank zij deze populaire maatregelen kon de kommunistische regering van Kim II Sung geheel op eigen benen staan. De Sovjet-troepen vertrokken dan ook eind 1948 uit Noordkorea. Hoewel de noordkoreaanse regering de hereniging van het land krachtig propageerde, werden er van officiële zijde nooit bedreigingen met geweld aan het adres van het Zuiden geuit. Nog in januari, zelfs nog in begin juni 195O, verzocht het noordkoreaanse parlement het zuidkoreaanse parlement, gezamenlijk de mogelijkheden van een vreedzame hereniging van het land te bespreken. Zuidkorea konstitueerde zich eveneens in 1948 als zelfstandige republiek - na vèrgaande bemoeienissen van de amerikaanse militaire autoriteiten met de politieke stituatie in het land. Van enige sociale veranderingen ten gunste van de arme pachters (80% van de bevolking) was niets te bespeuren.Ga naar eind5 President Syngman Rhee werd - volgens sommige | |||||||||||||||||
[pagina 533]
| |||||||||||||||||
waarnemers - gesteund door een groep grootgrondbezitters, oorlogsmisdadigers, beroepsmisdadigers en enkele verwarde intellektuelen.Ga naar eind6 De grote meerderheid van de bevolking stond vijandig tegenover hem, juist wegens het uitblijven van sociale hervormingen. De oppositie tegen zijn bewind nam zulk een omvang aan, dat hij gedwongen was voor de handhaving van zijn regering drie keer zo veel geld uit te geven als zijn gehele overige budget bedroeg. Herhaaldelijk dreigde Rhee met een bevrijdingsoorlog tegen het kommunistische Noorden. Verder dan tot grensincidenten liet hij het nochtans niet komen, aangezien hij van amerikaanse steun in geval van een burgeroorlog niet zeker kon zijn.Ga naar eind7 Met behulp van amerikaanse militaire adviseurs, die na het terugtrekken van de amerikaanse troepen uit Zuidkorea (juni 1949) in het land achterbleven, bouwde hij een goedbewapend en sterk leger op, dat volgens sommige waarnemers het sterkste leger van Zuidoostazië geacht moest worden.Ga naar eind8 Op amerikaans aandringen werden er in Zuidkorea op 30 mei 1950 verkiezingen gehouden, waarbij Rhee's partij verpletterend verslagen werd. Van de verkiezingsuitslagen zich niets aantrekkend, weigerde hij een koalitie-regering met centrum en links te vormen.Ga naar eind9 Intussen groeide het verzet tegen hem en zijn korrupte politiestaat; het kwam zelfs tot lokale opstanden. De noordelijke agrarische en sociale hervormingen werden voor de Zuidkoreaanse pachters een steeds aanlokkelijker voorbeeld en perspektief. China. De lange guerillaoorlog, die de chinese kommunisten onder leiding van Mao Tse Toeng tegen de met amerikaans geld en wapens gesteunde Tsjiang Kai Sjek voerden, eindigde in 1949 met een volledige kommunistische overwinning. | |||||||||||||||||
[pagina 534]
| |||||||||||||||||
Op één oktober 1949, toen de chinese volksrepubliek geproklameerd werd, bezat Tsjiang alleen nog Formosa en enkele kleine eilandjes voor de kust. In 1950 was de val van Formosa te verwachten, daar Tsjiang's legerresten tegen een eventuele invasie vanuit het vasteland van China niet opgewassen waren en pogingen van Tsjiang, amerikaanse hulp in de vorm van openlijke militaire interventie te verkrijgen, tot dan toe mislukt waren.Ga naar eind10 Japan, de andere reus in het Verre Oosten, werd door de V.S. al gauw na de beëindiging van de oorlog als bondgenoot behandeld. McArthur's ‘demokratiesatie’ bracht in de sociaal-ekonomische struktuur van het land geen wezenlijke verandering teweeg. In 1950 stelde Japan een apart vredesverdrag met de V.S. voor, dat ook in amerikaanse militaire bases op japans grondgebied voorzag. Maar de senaatsverkiezingen op 4 juni 1950 brachten de regerende liberale partij, die voorstander was van het vestigen van amerikaanse militaire steunpunten in het land, een verlies van drie miljoen stemmen.Ga naar eind11 Zodoende kwam het amerikaanse verdedigingssysteem in het Verre Oosten - dat Japan impliceerde - op losse schroeven te staan. Indo-China. De nationale verzetsstrijd tegen de franse koloniale overheersing werd door kommunisten geleid.Ga naar eind12 Het zag er naar uit, dat Frankrijk ‘la guerre sale’ niet lang meer zou kunnen voeren. Dat zou onder de gegeven omstandigheden een kommunistische machtsovername in Indochina betekenen. Westeuropa. In mei 1950 behoorde de blokkade van Berlijn tot het verleden. De Sowjetunie kon geen oplossing van het duitse probleem forceren. De twee duitse staten werden door hun respektieve bezetters meer en meer als bondgenoten beschouwd en behandeld. | |||||||||||||||||
[pagina 535]
| |||||||||||||||||
De NATO werd al in 1949 opgericht, voorafgegaan door de kwasi tegen eventuele duitse agressie gerichte west-europese unie. Het werd spoedig duidelijk, dat dit bedoeld was, om verdere ekspansie van het kommunisme tegen te houden. De Verenigde Staten. De Roosevelt opvolgende president Truman verkondigde in 1947 de naar hem genoemde doktrine, die inhield, dat de V.S. niet-kommunistische landen te hulp zullen komen, als zij door buitenlandse of binnenlandse agressie bedreigd worden. De doktrine bleef tot de koreaanse oorlog beperkt tot Europe (Griekenland, Turkije), ondanks de grote druk, die de Chinalobby en vooraanstaande republikeinen (Taft, Hoover, McCarthy, Bridges) op de president uitoefenden.Ga naar eind13 Nog in januari 1950 verklaarde president Truman, dat Formosa niet verdedigd zou worden tegen een kommunistische aanval. Ook betreffende Korea was de regering-Truman niet van plan, tussenbeide te komen, aangezien Korea strategisch van weinig waarde werd geacht.Ga naar eind14 Ekonomisch maakte het land in de jaren 1948-50 een depressie mee, aan het eind waarvan de werkloosheid een dreigende omvang (meer dan 7%) aannam. Onder invloed van de berlijnse blokkade en de griekse burgeroorlog lukte het de amerikaanse legerleiding, het Kongres een wetsvoorstel te doen aannemen, dat eerder (in 1947) door het Kongres verworpen was, en dat beoogde de algemene dienstplicht ook in vredestijd in te voeren (voor het eerst in de amerikaanse geschiedenis). Het wetsvoorstel werd dus aanvaard, maar alleen met een geldigheid voor de duur van twee jaar.Ga naar eind15 Een opvallend aspekt van de amerikaanse buitenlandse politiek verdient hier nog aandacht. Dit is de schijnbare onafhankelijkheid van amerikaanse militaire leiders, | |||||||||||||||||
[pagina 536]
| |||||||||||||||||
speciaal in het Verre Oosten, van het officiële regeringsbeleid. Zo voerde MacArthur bijvoorbeeld, hoofd van het amerikaanse bezettingsleger in Japan, al in 1948 besprekingen met Rhee. Eind 1949 bracht Rhee een bezoek aan MacArthur in Tokio, waar MacArthur hem beloofde, Zuidkorea te zullen verdedigen, alsof hij zijn eigen geboorteland zou verdedigen.Ga naar eind16 Luitenant-generaal Hodge voerde in Zuidkorea een politiek, die, in lijnrechte tegenspraak met de officiële amerikaanse politiek, er op gericht was, Korea voor het Westen te behouden. Ook de politieke aktiviteiten van generaal Roberts, hoofd van de amerikaanse militaire missie in Zuidkorea, waren op dit doel afgestemd.Ga naar eind17 Van MacArthur was bovendien bekend, dat hij een krachtige voorstander was van het behoud van Formosa voor het Westen. De militaire leiders kregen veel steun van de zojuist benoemde republikeinse hoofdadviseur van de minister van buitenlandse zaken, J.F. Dulles. Deze bezocht in juni 1950 (een paar dagen vóór het uitbreken van de oorlog) Zuidkorea en Japan, waar hij in bedekte vorm amerikaanse steun aan Rhee beloofde en verklaarde, dat de amerikaanse politiek ten aanzien van Azië aan voortdurende veranderingen onderworpen was. In verband met de veranderingen verwachtte hij zelfs positieve akties in de nabije toekomst.Ga naar eind18 Deze verandering - zo het inderdaad een verandering en geen kontinuering van het eerder gevoerde beleid was - werd al in februari 1950 manifest, toen het Kongres een hulpverleningsprogramma aan Zuidkorea, groot $60 miljoen, goedkeurde. In verband met de koreaanse oorlog dient hier nog een schijnbaar onbelangrijk voorval opgemerkt te worden: eind mei-begin juni 1950 kocht een aantal in de V.S. levende chinese handelaars alle voorraden soyabonen op.Ga naar eind19 | |||||||||||||||||
[pagina 537]
| |||||||||||||||||
Na dit uiterst beknopte overzicht in de aan de koreaanse oorlog voorafgaande jaren zal nu het feitelijke uitbreken van de oorlog onderzocht worden. | |||||||||||||||||
25 juni 1950Op 25 juni 1950 meldden zowel de zuid- als ook de noordkoreaanse regering, dat de ander agressie gepleegd had. Door geen enkele bron - behalve deze twee - kan een ooggetuigeverslag van de feitelijke gebeurtenissen in de vroege ochtend van de 25ste juni gegeven worden. Het eerste telegram van de amerikaanse missie en ambassadeur Muccio naar Washington sprak alleen van een gedeeltelijke bevestiging van de zuidkoreaanse beweringen aangaande de agressie gepleegd door Noordkorea.Ga naar eind20 Het telegram van de U.N.C.O.K. konstateerde alleen, dat er gevechtshandelingen plaatsvonden, maar zei niets over wie er mee begonnen was.Ga naar eind21 De eerste berichten, die van de amerikaanse missie bij MacArthur's hoofdkwartier in Tokio binnenkwamen, spraken zelfs van een zuidkoreaanse aanval op Noordkorea.Ga naar eind22 Een merkwaardig feit is het verder, dat amerikaanse oorlogsschepen de 25ste juni reeds klaar stonden, om de gezinnen van amerikaanse militairen in Zuidkorea te evakueren.Ga naar eind23 De Verenigde Naties veroordeelden Noordkorea desondanks reeds de 25ste juni als zijnde agressor, zonder overigens Noordkorea gehoord te hebben. Wel werd de vertegenwoordiger van Zuidkorea gehoord.Ga naar eind24 De veroordeling van Noordkorea was op het vervalste telegram van Muccio (zijn telegram werd namelijk met weglating van het woord ‘gedeeltelijk’ aan de Veiligheids Raad doorgegevenGa naar eind25 en een op 24 juni opgemaakt veldrapport van de U.N.C.O.K. gebaseerd. Het ministerie van buitenlandse zaken van de V.S. had | |||||||||||||||||
[pagina 538]
| |||||||||||||||||
reeds vóór 25 juni 1950 ontwerpresoluties opgesteld, die de noordkoreaanse agressie veroordeelden.Ga naar eind26 Deze werden nu ingediend en door de Veiligheidsraad aangenomen. | |||||||||||||||||
besluit tot interventieOp de avond van de 26ste juni nam president Truman het besluit, om in Korea tot interventie over te gaan. Dit werd de 27ste 's middags bekend gemaakt, nog vóór de Veiligheids Raad een desbetreffende amerikaanse resolutie aannam.Ga naar eind27 Tot opperbevelhebber van de troepen van de V.N. werd generaal MacArthur benoemd. Het verloop van de oorlogshandelingen kan hier verder buiten beschouwing gelaten worden. Na amerikaanse, later chinese interventie werd de oorlog in 1953 beëindigd. Wat waren de belangrijkste resultaten (afgezien van de bijna twee miljoen doden) van deze oorlog? | |||||||||||||||||
ex postZe kunnen in een aantal punten worden opgesomd:
| |||||||||||||||||
[pagina 539]
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
konklusieDe vraag door wie en waarom in Korea agressie gepleegd werd, is nu eigenlijk al beantwoord. Alvorens echter deze konklusies te preciseren zal hier op een aantal meningen kort ingegaan worden, volgens welke Noordkorea of de Sowjetunie of beide de agressor zou zijn geweest. Eén kategorie van schrijvers met dergelijke meningen verdient alleen volledigheidshalve vermelding, daar zij door onwetendheid en het verdraaien van feiten alleen | |||||||||||||||||
[pagina 540]
| |||||||||||||||||
maar als onbenullige koude-oorlogsromanciers beschouwd kunnen worden. Een goed voorbeeld hiervan is J. de Kadt.Ga naar eind28 Een andere kategorie vermeldt wel veel van de hier genoemde feiten, om ten slotte door een beroep op de ‘evidentie’ toch nog de kommunisten als agressors te kunnen veroordelen. Zo bij voorbeeld L. Gordenker, J. Gunther, L.M. Goodrich.Ga naar eind29 Het begrip ‘evidentie’ dook eerst in een telegram van de U.N.C.O.K. op.Ga naar eind30 Het bewijst niets, maakt zelfs bij voorbaat iedere op feiten gebaseerde overweging onnodig en onmogelijk. Maar het is ontoelaatbaar en misleidend, het bereik van de feiten en de werkelijkheid met een blinde sprong te verlaten en ‘evidentie’ zonder verder staven als bewijs aan te voeren. Ook het amerikaanse witboek spreekt over ‘evidentie’Ga naar eind31 en brengt geen feiten aan het licht, die het aannemelijk zouden kunnen maken, dat in Korea inderdaad de kommunisten de agressie gepleegd hadden. Het witboek van de regering van NoordkoreaGa naar eind32 is wat dit betreft veel geloofwaardiger gedokumenteerd. Dat amerikaanse beweringen aangaande Korea op een hoger waarheidsgehalte aanspraak kunnen maken dan noordkoreaanse, is een op niets gebaseerde vooringenomenheid. De ‘evidentie van een kommunistische invasie’ wordt hoofdzakelijk op een rapport van de U.N.C.O.K. van 26 (opgesteld 24) juni 1950 gegrond.Ga naar eind33 De betrouwbaarheid van dit rapport kan met goede reden betwijfeld worden. Het was door een nationalistisch Chinees (Szu Tu) ondertekendGa naar eind34; de belangen van de Tsjiangchinezen en Rhee waren volledig identiek. Bovendien was de U.N.C.O.K. samengesteld aan de hand van een lijst, die door Dulles opgesteld werd.Ga naar eind35 Maar veronderstel zelfs, dat dit rapport de waarheid sprak! Wat was de inhoud | |||||||||||||||||
[pagina 541]
| |||||||||||||||||
hiervan? Alleen dit, dat er langs de 38ste breedtegraad geen bijzondere aktiviteiten waar te nemen waren en dat het zuidkoreaanse leger uitsluitend defensief uitgerust was. Kon Zuidkorea dus daarom geen agressor geweest zijn? Dit - door maar twee veldwaarnemers opgestelde - rapport voert dus in. feite niets aan, waardoor het uitspreken van het ‘schuldig’ over Noordkorea gerechtvaardigd zou zijn. Op de vraag waarom Noordkorea deze oorlog ontketende, blijven bovengenoemde schrijvers en geschriften het antwoord schuldig - tenzij men aanneemt, dat de kommunisten altijd en overal de agressors zijn. Een aparte vermelding verdient D.F. Fleming, die veel van de hierboven genoemde feiten behandelt. Na veel bedenken en aarzelen aanvaardt hij toch de opvatting, dat Noordkorea de agressor was.Ga naar eind36 Volgens hem was echter de Sowjetunie geen partij in deze agressie; de S.U. was zelfs zelf verrast door de noordkoreaanse aanval. Als mogelijke reden voor deze zelfstandige aktie van Noordkorea ziet hij, dat het Noorden een eventuele verandering in de amerikaanse politiek ten aanzien van Korea vóór wilde zijn. Maar officieel was in juni van amerikaanse kant nog geen sprake van verandering. Acheson verklaarde op 23 juni nog, dat de amerikaanse politiek betreffende Zuidoostazië onveranderd was. Weliswaar had Dulles op 22 juni in Tokio gezegd, dat hij binnenkort ‘positieve akties’ verwachtte,Ga naar eind37 maar is het aan te nemen, dat de kommunisten zich naar aanleiding van deze verklaring (Dulles was ondergeschikt aan Acheson) hals over kop in een militair avontuur zouden heben gestort? Het antwoord hierop is: neen. Meer aannemelijk is, dat de ‘positieve akties’ van Dulles door Zuidkorea ondernomen werden. Fleming zegt zelf, dat de | |||||||||||||||||
[pagina 542]
| |||||||||||||||||
hoogste amerikaanse autoriteiten niet begrepen, waarom het Noorden aanviel, daar de kansen om Zuidkorea op vreedzame wijze te verwerven nog ‘goed, zo niet uitstekend’ waren - zeker na de verkiezingsnederlaag van Rhee.Ga naar eind38 Gunther en velen met hem opperden de mogelijkheid, dat ‘Korea’ de S.U. de handen vrij moest maken tot akties elders in de wereld, b.v. in Europa of Iran. Maar wat was er ‘elders’ gebeurd na het uitbreken van de koreaanse oorlog? Niets. Wat de gevolgen van deze oorlog wél waren, werd hier reeds vermeld. Het is onwaarschijnlijk, dat de S.U. haar gedelegeerde uit de V.N. teruggeroepen zou hebben, hiermee het westen in de V.R. de vrije hand latend wat betreft eventuele resoluties, wanneer de Sowjetunie met ‘Korea’ iets te maken zou hebben gehad. De S.U. was namelijk in de V.N. vanaf 13 januari 1950 niet vertegenwoordigd uit protest tegen het niet-toelaten van kommunistisch China tot de volkerenorganisatie. De Sowjetafgevaardigde in de V.R. keerde pas in augustus 1950 in dit orgaan terug. De nog lang niet uitgeputte mogelijkheid, dat het Zuiden zich op vreedzame wijze bij het kommunistische Noorden aan zou sluiten, wordt ook door Röling benadrukt. Hij neigt zelfs na weloverwogen argumentatie tot de konklusie, dat de oorlog door Rhee en Tsjiang ontketend werd.Ga naar eind39 Stone gaat in zijn bijzonder goed-gedokumenteerd boekGa naar eind40 nog verder. Hij slaagt er in, het aannemelijk te maken, dat de agressie door Rhee-Tsjiang-Dulles-MacArthur aangesticht werd.
Wat is nu de konklusie van deze korte studie? Noch Noordkorea (mogelijkheid tot vreedzame hereniging), noch de Sovjetunie (atomaire achterstand), | |||||||||||||||||
[pagina 543]
| |||||||||||||||||
noch de Volksrepubliek China (Formosa) hadden enig belang bij een gewapend konflikt in Korea in 1950. Een dergelijk konflikt kon hen alleen schade berokkenen. Wilden Tsjiang en Rhee ‘overleven’, dan was dat alleen maar mogelijk, als zij erin slaagden, de Verenigde Staten direkt in hun eigen problemen te betrekken. Onder de al geschetste omstandigheden was voor hen een oorlog het enige middel, dat dit nog bewerkstelligen kon. De val van Formosa werd verwacht. Al op 23 december 1949 zond het State Department een persoonlijke cirkulaire naar zijn diplomaten in het buitenland, die inhield, dat de V.S. niet van plan waren, bij een kommunistische aanval op Formosa tussenbeide te komen. In Korea echter lagen de kaarten anders. In Korea was er de kans, dat de V.S. openlijk zouden intervenieren, wanneer er een burgeroorlog zou uitbreken. Weliswaar rechtvaardigde de officiele amerikaanse politiek een dergelijke hoop niet, maar de verklaringen van MacArthur en Dulles beloofden duidelijk steun. Het dubbele risiko (namelijk dat het noordkoreaanse leger sterker zou kunnen zijn dan het zuidkoreaanse, en dat de V.S. eventueel niet zouden intervenieren) moest echter worden genomen - immers, een andere kans was er niet. Het ging niet om de verovering van Noordkorea (dat zou een meevaller geweest zijn voor Rhee); het ging om het uitlokken van een amerikaanse militaire tussenkomst ten gunste van de anti-kommunisten in Zuidoostazië. Tsjiang en Rhee werden in hun oorlogszuchtig streven gesteund en gesterkt door amerikaanse militairen en politici, die voor de verwezenlijking van hun plannen (konscriptie, japans vredesverdrag, verdediging van Formosa, eventuele herovering van China, het behouden van Zuidoostazië voor het Westen) een oorlog ook best konden gebruiken. Het lijkt zeer waarschijnlijk, dat | |||||||||||||||||
[pagina 544]
| |||||||||||||||||
laatstgenoemden van de industrielen van de Chinalobby steun kregen; hun zakelijke belangen konden bij een toegenomen bewapeningswedloop en een oorlog immers alleen maar gebaat zijn. Of dit alles in overeenstemming was met het door de regering-Truman voorgestane beleid blijft een open vraag. Deze vraag zou alleen dan beantwoord kunnen worden, als alle besprekingen en korrespondentie, die Dulles en de Chinalobby met Rhee, Tsjiang en, MacArthur voerden, voor publikatie vrijgegeven zouden worden. De divergentie tussen het officiele politieke beleid ten aanzien van Zuidoostazië en het feitelijk gevoerde beleid is zeer opvallend. Het is wel mogelijk, dat Truman zich na 25 juni 1950 gedwongen zag, zich met het de fakto gevoerde beleid te identificeren. In deze richting wijzen ook de eerste kommentaren op Trumans besluit tot interventie in Korea, namelijk dat dit besluit hoofdzakelijk op aandrang van MacArthur tot stand kwam.Ga naar eind41 Ten slotte nog de vraag: hoe komt het, dat de V.N. tot interventie besloten? Het antwoord hierop is, dat de V.N. de vraag, wie de agressor was, niet eens onderzochten. Daarom de snelle en bijzonder ongebruikelijke besluitvorming, waarbij de ene partij niet eens gehoord werd.Ga naar eind42 De taak van de V.N. bestond alleen daarin, op basis van ‘evidentie’. Noordkorea te veroordelen en het amerikaanse optreden ten gunste van Rhee achteraf te legaliseren. Deze sanktionering door de V.N. diende om de V.S. en hun handelingen in Korea tegenover de Aziaten te kunnen rechtvaardigen. Het besluit tot interventie werd overigens tegen de desbetreffende bepalingen van het Handvest van de V.N. in genomen. Volgens artikel 27 lid 3 van het Handvest is voor een dergelijk besluit de toestemming | |||||||||||||||||
[pagina 545]
| |||||||||||||||||
van de permanente leden van de Veiligheidsraad vereist. Aangezien de S.U. (zijnde permanent lid van de V.R.) niet voor dit besluit stemde, bezat het ook geen rechtsgeldigheid. Dat dit rechtsongeldig besluit tóch uitgevoerd werd was alleen daaraan te danken (of te wijten), dat de V.S. bij afwezigheid van de S.U. de V.N. volkomen onder hun kontrole en invloed konden houden. |
|