werpen, een hart onder de riem gestoken door...
Mao Tse Toeng, voor wie 10, 20 miljoen mensen minder niet interessant is. (Zie voor de mening van deze staatsman over de palestijnse kwestie Leonard C. Biegel, Kroniek van het Nabije Oosten, Internationale Spectator, 22 Juni 1965.)
Het is duidelijk dat hier op zijn zachtst gezegd een tragische situatie bestaat voor de staat Israel en zijn bewoners.
In het p.v.d.a.-blad Opinie (29 april 1966) schenkt S. Hamburger ons een opstel Drie koningen in het Oosten kijken naar het Westen.
De drie koningen zijn Hoessein van Jordanië, Reza van Iran en Feisal van Saudi-Arabië. Deze drie koninklijke kampioenen der vooruitgang hebben elkaar druk bereisd, en nu een soort pakt aangegaan tegen Nasser en diens ‘arabisch socialisme’ (aanhalingstekens van Hamburger). Dat dit slechts een konservatief pakt kan zijn, deert de schrijver niet. Dat de bewoners der drie betrokken landen er geen piaster beter van zullen worden, daar schrijft hij niet over. Hoofdzaak is dat het pakt tegen Nasser gericht is. Israel kan ‘zich erover verheugen dat zijn aartsvijand, Gammal Abdoel Nasser, in zijn macht gedwarsboomd wordt en zijn streven naar gelijkschakeling van heel het Midden-Oosten gestuit wordt door een driemanschap dat met het Westen nauwe bindingen heeft’, is een van zijn konklusies. (Hij heeft er meer.)
Het pro-amerikaanse trio heeft zich een ‘Realpolitiek’ (uitdrukking, inklusief aanhalingstekens van Hamburger) ten opzichte van Israel aangemeten, in tegenstelling tot de politieke lijn van Nasser.
Dat de laatste nog in Juli 1963 (in een vraaggesprek met Le Monde; zie wederom Biegel's artikel) gezegd had dat er ‘geen ontwerpen bestonden om het palestijnse probleem door middel van oorlog op te lossen’, vermeldt de schrijver gemakshalve niet.
Ook Hamburger borduurt weer op het Hitler-tema, wanneer hij het heeft over Egipté s ‘geheime politie, gedeeltelijk geleid door oud-Gestapoleden’. Tenzij dit leiden als buitengewoon gedeeltelijk gezien wordt, is dit klinkklare onzin, gezien bijvoorbeeld het feit dat niet deze geheime dienst Nasser