we maken er a2 + b2 van. Dat is toch veel redelijker?
Neen, zo gek zijn we toch niet. Als het de ‘exacte’ (pardon ekzakte, of eksakte?) vakken betreft hoeft het niet makkelijk gemaakt te worden, die zijn veel te ernstig. Wie daarin niet mee kan, die moet maar achterblijven. Maar voor de schrijftaal geldt dat niet. Die hoeft niet au sérieux genomen te worden. Van de spelling maken wij een spelletje onder het motto ‘niets is ons te dol’, we zien wel hoever we gaan kunnen voor we in onze eigen dwaasheid vastlopen en geen verschil meer zien tussen een bakker en een baker.
Aan dat spelletje, deze illusie, deze onverbloemde capitulatie voor de domheid moet alle traditie worden opgeofferd. Dat het een illusie is, heeft de praktijk genoegzaam uitgewezen. De aanmerkelijke vereenvoudiging van de spelling in 1947 heeft niet geleid tot een betere taalhantering, integendeel, nooit is er met de taal zo geknoeid als tegenwoordig. En als remedie wordt nu aanbevolen: nòg meer vereenvoudigen. Het enige gevolg zal zijn een nog grotere slordigheid; het komt er immers allemaal niet op aan, je schrijft maar zoals je denkt dat het goed is en dan is het ook goed. Zoals de welvaartsstaat geleid heeft tot het ontstaan van het nozemdom, eenvoudig omdat het de broodkruimels zijn die deze jongelui steken (zoals men vroeger zo aardig placht te zeggen, maar dat is natuurlijk taboe, omdat het van ‘vroeger’ is) - zo leidt het steeds maar ‘gemakkelijker’ maken (in schijn!) van de schrijftaal tot het geestelijke nozemdom dat alle binding met het historische, met de geestelijke voedingsbodem, verwerpt, dat zich alleen in de anarchie thuisvoelt, en de onnozelste kinderachtigheid ten troon verheft.
In mijn artikel heb ik uitdrukkelijk, van het motto af, het goed recht van het historisch gewordene, van de traditie verdedigd. Er is in de reactie van de heer Vaernewijck (met ae en ck) niet alleen geen spoor van begrip te bekennen voor dit standpunt - er wordt alleen maar over geschamperd - maar er wordt ook geen enkele reden aangevoerd waaròm nu eigenlijk zijn standpunt de voorkeur verdient. Kan hij loochenen dat de letters c, q en x van de oudste tijden af deel hebben uitgemaakt van het alfabet in het Nederlands en