Maatstaf. Jaargang 13
(1965-1966)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 484]
| |
[pagina 485]
| |
[pagina 486]
| |
Het licht is niet meer wat het was, toch zag
ik tot je grond.
Niets heeft meer wat het had, je oog geen licht,
je mond geen mond.
| |
[pagina 487]
| |
Vorst '61In de harde takken
zijn de duiven grijs.
De zon zal ze verblinden,
ze pikken bloed uit ijs.
| |
[pagina 488]
| |
Het web houdt zijn gezicht hol in de wind,
de spin heeft het verlaten, sterren staan
er in, wind scheurt het van de aarde,
van leeggevreten gaten waait het schoon.
| |
[pagina 489]
| |
Kerkhof TuitjehornSteen in de grond kan niet verweren,
blank is de voet die niet kan vergaan.
Ik klop aan het kruis om het wakker to krijgen,
moet daartoe op doden gaan staan.
| |
[pagina 490]
| |
[pagina 491]
| |
|