Maatstaf. Jaargang 13
(1965-1966)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 444]
| |
OnweerUit een doodstil zwerk
viel het schot.
In groot licht zonder God
stond de dorpskerk.
| |
In memoriamEen berk is een vogel
tussen de bomen.
Tussen de mensen
was hij een vogel.
Tussen de ramen
waar hij heen en weer liep
hoorde men vleugels.
Nu nog maar zware stappen,
want hij is weg.
| |
[pagina 445]
| |
LilithSoms, gewetenloos en minzaam,
steekt zij onze heirweg over.
Wee hem, die - haar achterna -
dan dat bladstil bospad inslaat:
achter hem klaagt het laag lover
even nog na.
| |
Een idealistHij eet geen vlees; hij drinkt geen wijn;
hij is zijn eigen breidel.
Hij is wat hij, blijkbaar, moet zijn:
edel en ijdel.
| |
VooruitgangBeuken en linden zijn wij geweest -
de wind kwam toen in ons zingen.
Paarden en herten waren wij
die sprongen in de wind en draafden.
Sinds wij mensen werden
die leerden te vliegen
is de laatste hoop
ooit vogels te worden
vervlogen.
| |
[pagina 446]
| |
Vinnen en vleugelsOns leven speelt zich tot het graf
tussen een verkild bestaan
en een hemelhoog opgaan
- tussen vissen en vogels - af.
| |
InslagenAls loodrecht vuur, als vijand,
sticht vreugde, in het bang vlak land
van verdriet en geluk, brand op brand.
| |
Hoog gevaarNeerkijkend van de heuvel
zag ik de dieren des velds
een heenkomen zoeken, en snel -
Zij wisten al wat ik zag
toen ik naar boven keek:
in het azuur een zeearend.
|
|