Maatstaf. Jaargang 12(1964-1965)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 796] [p. 796] A. Kibédi Varga [Gedichten] Tegen de vleugels Hij spijkerde vleugels tegen de muur toen boog hij uit het raam vloeken stroomden uit zijn mond als pitten uit een meloen wie niet van meloen houdt kan geen slecht mens zijn hij vocht heftig aan de voet van verweesde muren vloeken stroomden uit zijn mond als water uit een emmer en toch was hij een slecht mens wie uit een emmer vloekt kan geen goed mens zijn krachtig bond hij de vleugels vast omdat hij een gezworen vijand was van het vliegen omdat ook zijn vader vleugelbinder was omdat ook zijn grootvader van lokomotieven hield en toch was ook die een goed mens vloeken stroomden uit zijn mond als luizen uit een muur alleen hij spijkerde verkeerde vleugels op verkeerde muren en hield meer van luizen dan van meloenen. [pagina 797] [p. 797] Nu Op de hemel nee, niet op de hemel: op jouw voorhoofd, op de grens zitten de tekenen van de volheid. De aarde draait en het uitgeknepen leven wordt in de mand gegooid als een verouderde ziekte als een bal zonder grillen. Niet de hemel maar jouw voorhoofd is de grens. Hier is weinig zon, de vreemdeling rilt, kooi en mand wijzen op mensen. Maar bij jou vlamt het woord op ik neig mijn hoofd: De tekenen van de volheid branden in jou een god spreekt, veegt de hemel af en neemt de tijd in zijn hand: nu [pagina 798] [p. 798] Aan Sándor Weöres De dag bedekt een nacht de golf bedekt een zee lucht verbergt de hemel (glas sluit het oog af, gordijn de dood, een kleur het vlees en warmte de hartstocht) woorden en voorwerpen glijden tussen ons duizenden voorwendsels en gelukkige hinderpalen stellen wij op voor de waarheid de ogen moeten geopend worden de zee moet geopend worden wij moeten tussen de woorden weg wij moeten achter de zon treden Treden in de ruimte achter de ruimte stem geven aan stemloze woorden blindheid waarmaken en het openen, zonder sleutels, van geheimen zie, van de nacht valt dan de zon af, van de zee de golf, van de hartstocht het vlees en de tijd wordt bevrijd van de sluier der minuten [pagina 799] [p. 799] Extase Iemand maakt de droge armen en benen los - de tuin vloeit, de voorwerpen druppelen - hij maakt ze los en tilt teder de romp op de warme kern van het lichaam hij hangt de romp vol met slappe dromen met onbetamelijke gevoelens - wolken zoemen en oren smelten - iemand duikt onder in het bruine lichaam duikt onder maar wordt uitgeworpen en verdrinkt voorgoed in lege lichtloze ogen [pagina 800] [p. 800] Nieuw lichaam Het toeval is vlees geworden het heeft armen en het heeft nachten het heeft stem een heldere stem het heldere toeval tussen lichten die op verlies staan Totnogtoe kroop het tussen donker gras maar nu vermengt het zich met het bloed het roept en het bijt het bijt en het roept ik ken zijn wetten niet ik vermeng mij ermee ik ben bang ik vloei uit [pagina 801] [p. 801] Verboden toegang Wilde eenden verslinden de nachtelijke stappen van de vrouw, zij vermoorden de geduldige stappen. De vreugden van de nacht worden opgezogen door het fluweel en de penningmeester sluit de geheimen op in een rood gebed. de sleutels bevorderen alleen de eetlust: zij openbaren geen geheimen! De vrouwen gaan dicht, de stappen worden gerantsoeneerd, de schedel kraakt, in een hoek gedrukt. Vorige Volgende