zij aanwezig als evenwaardige gestalten. Dat in onze historie die éen de anderen overleeft, komt alleen omdat in hem, naar zijn aard, het creatief vermogen alles zette op die ene kaart van de vormgeving, die -alweer alleen in de wereldduur een troefkaart blijkt te zijn. Het kan haast niet anders of deze drie, en nog anderen (maar zou Goethe er wel bij zijn?), zullen elkander kunnen ontmoeten in een duur, een uur, dat in geen geschiedenis meer is betrokken. Men zou, al was het alleen maar daarom, in een hiernamaals gaan geloven... Ik zie er graag Einstein, die goed viool speelde, Bach laten horen hoe ver hij het erin bracht, en Alexander er, even van terzijde, naar luisteren, het achteraf betreurend, dat ‘indertijd’ zijn creatief vermogen, om zich waarneembaar te maken, was aangewezen op het doen.
Bij herlezing zie ik in dat het voorafgaande - al onderschrijf ik het nog zoals het er staat: op zichzelf - een schijn van volstrektheid heeft die het niet toekomt, want het is onvolledig. Als is een berg een berg, hij is het niet zonder afgrond, en de mens is beide: geest en beest.
Dit geldt niet alleen voor ‘het verschijnsel Mens’ op de natuurlijke aarde ‘maar voor elk mens in zijn huis, en zeker als in de geest het verloop van oorzaak en gevolg wordt doorbroken. Het voorafgaande is - al is het waar - onvolledig omdat, behalve uit den hoge van het heil, dat redelijk verloop ook vanuit de diepte van het onheil op slag en verticaal kan worden doorbroken. Daargelaten of de hemel en de hel ‘aan de overzijde’ bestaan, in de mens bestaan zij zeker. De taal, die het niet zelden goed weet, gewaagt niet voor niets van ‘een helse vreugde’.
Wie gemakshalve het helse van deze vreugde eraan toe zou schrijven, dat de doorbraak van oorzaak en gevolg die haar verwekt niet creatief is, maar destructief, vergeet of ziet niet in dat ook die eerste (creatieve) doorbraak zich aanvankelijk destructief voor kan doen: het teniet doen van een bestaansrest om ruimte te maken voor een nieuw bestaan.
Dat verduidelijkt het wezenlijk waardeverschil tussen het aanvankelijk communisme en het nationaal socialisme, zin