Maatstaf. Jaargang 8(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 609] [p. 609] Lode Bisschop [Gedichten] Sterven U zult mijn graf niet delven als ik sterf zal ik op een late herfstdag de aarde openen ik zal ze openen met een spade en de aarde toevoegen aan de grond en in de geopende sloot zal ik het water van mijn lichaam gooien ik zal wijduit vloeien en rimpelen op de lucht ogelijn oogjes weerspiegelen van sterren en zon en de wolken laten drijven op mijn zwierig meer ik zal de aarde als een deken op mijn water toelaten een deken van zwarte modder en groene vruchten groene graszoden en een stenen paal als ik ontwaak staat de hemel blauw op mijn rimpelend water de wolken weerspiegelen een rimpelende man die in de verte wegvaagt [pagina 610] [p. 610] Ruimtevaart Mijn handen bidden op haar dijen en volgen op haar rug het hemels spoor dat God in haar ruggegraat getekend heeft ik zie de sterren op haar huid getekend en de planeten als moedervlekjes haar borsten barsten uit als zon en maan haar navel schittert de melkweg en heel haar lichaam is het firmament ik ben de ruimtevaarder door de ruimte van haar kosmos en na de violentocht over haar huid keer ik verward in mijn eigen poëzie terug [pagina 611] [p. 611] Psyche Morgen breekt mijn schotel niet aan diggelen maar overmorgen laat het dienstmeisje haar vallen het meisje met een witte schort voor haren als slangen los om haar hoofd de schotel troont boven een stapel borden de schotel wankelt onder haar dragen haar dragen schommelt onder haar zingen... ‘Sjoosjoo little baby... Mexico way...’ De schotel tuimelt bij een blijde schok en dartelt op de vloer in stukken. De stukken liggen ongerijmd op de vloer het grote stuk vlak onder haar voeten heel kleine ukkies voor de kast drie spleetjes bij een ontbijttafel. Zij veegt de brokken in een blik en werpt ze achteloos in een asbak Pas na een week komt de asman. [pagina 612] [p. 612] De twee polen Er zijn twee polen die ik leugenachtig noem. De ene pool is wit spierwit als mijn vaders haar als telefoonpotjes als krijtjes die ik breek voordat ik het zwarte bord beklad zo wit is de pool die het zendstation is van Gods witte stem. De ander is zwart inktviszwart een doodgraverspakkleur ça va seul-schoensmeer een zwart bord voor mijn gebroken wit krijt zij zendt de stem uit van mijn zoet lief. Als beide stemmen mijn gehoor kruisen krijst mijn hart de draden lopen scheef naar het andere poolgebied terwijl zij elkaar verstaan teistert mijn hart de lawine de lawine van wit en zwart sneeuwijsklankgebroedel. [pagina 613] [p. 613] Trek Dit is het heimwee dat ik enkel besef de heimelijke trek der vogels naar een witte plek langs de spoorbaan van de hemel dit is mijn trek en de trek naar de vogelvrije vlucht naar boven waar het raket niet reikt met zijn planeetlange arm als het de maan of Venus uit de luchtboom plukt zijn vijf vingers om de volle vrucht bol in de goddeloze hand daar ver voorbij daar verlang ik naar mijn trek is naar de vlekken achter de zonvurige bol waar de lucht aether is en dun daarheen trek ik zo spoedig als het lichaam niet: ho meer roept en de wijn niet: jaag door - als de armen de aarde niet meer omvangen omvademen als de enige lieveling ondanks verraad de verte van horizon en zonnestip zullen samenvallen in mijn kreupele vogelvlucht [pagina 614] [p. 614] Bult Met mijn kromgetrokken ziel zal ik toch rechtop moeten staan al siert de bult mijn lichaam ik draag het hautain als die zijn leed draagt en niet draagt ik draag het banaal de bult is geen schande het is een gegeven voor de grondlegging der wereld gegrondvest een berg op de aarde de aarde van mijn lichaam eer gij de bergen grondvestte waart Gij ik sier mijn bult met spreuken met tatoeëringen zeeman houdt van zeemanslied zo loop ik kromgegroeid rechtop maar mijn leed kent Hij die de bulten gegrondvest heeft [pagina 615] [p. 615] Stil er zijn veel emoties waar ik woorden voor vind voor de emotie van verveling en ik verlang naar de ruimte of voor het gevoel van verbazing en ik val te voet voor de halfgod of voor het idee van onbehagen en waarom toeft zij zo lang de emotie van hier en van daar en ginds en overal op de hoogte in de laagte van de wip en de wap ik beur de zon in mijn hart en mijn hoofd in de maan en mijn schoen is bevroren en mijn laars is gelapt ik ken de emoties verwoord en verworden de zinsdelen en toch een emotie kan ik in woorden niet duiden Ze is sterk als een beer en hooghartig als een engel zo zuiver als kristallijn en doorzichtig als vocht zo diep als de zee en zo vlak als de zeebodem ik kan ze niet zeggen in vers noch gesprek ik kan ze slechts aanwijzen als een leraar de landkaart als de landkaart het land van herkenning het is de emotie van de enorme stilte achter het woord als het hart bloedt als een waterval aan water als een rots aan stenen Zo bloedt het hart aan bloeddrupdroppels zuiver wit bloed wit als de minaret van Indische moskeeën als Spaanse withuisjes als spuugwolkjes van blauw zo wit is het bloed uit het gat van de waterkruik de waterkruik van rood lijnwaad bloed in zijn omtrek [pagina 616] [p. 616] en dit wit stromen kan ik in verzen niet gieten niet opvangen in de kruik van dit papier niet vasthouden in de holte van mijn hand het ontspringt mijn vingers als de booswicht de dans als Majorca aan het Iberisch schiereiland het lacht mij uit en ik poog tevergeefs het roept mij aan en ik antwoord in de ruimte eenmaal zal ik geheel wit als dit wit zijn als het woord voor goed in mijn ziel gestorven is als mijn hartkamer niet echoot op woorden als mijn rood niet schuw is voor wit dan zal ik gelijk aan de echoloze stilte zijn en mijn wit hart zal zuiver liggen voor het zwijgen van de open lucht Vorige Volgende